In de rubriek ‘Het handelshuis’ belichten we ieder editie een (relatief klein) handelshuis. Wat is het bestaansrecht van deze ondernemingen? Welke visie en strategie dragen ze na? Hoe zorgen ze dat ze niet achterop raken in de specifieke markt waarin zij actief zijn? En hoe ziet hun aardappel van de toekomst er uit? Deze editie: Agroplant uit Medemblik.
Een rassenpakket waarmee je alle markten voorziet. Het is de stip op de horizon voor Agroplant uit Medemblik. Met tien eigen rassen, rond de duizend hectare pootgoed in pool en honderdtwintig telers ligt er een stabiele basis. Op dit moment is Actrice met 220 hectare pootgoed de grootste. Het gaat hier om een vroege rondovale aardappel voor de verse consumptie, die naar zo’n dertig landen wordt geëxporteerd. “Er is veel vraag naar vroege rassen”, weet productmanager Gerard Schenk van Agroplant te vertellen. “De natuur verandert dus wil men het aantal groeidagen zo kort mogelijk houden. Actrice is een kruising van Denise en Agata. Beide vroegrijpende rassen met een groeitijd van ongeveer negentig dagen.”
Schenk ziet vooral in het tafel- en exportsegment een groeiende vraag naar ‘allrounders’ die in relatief korte tijd tot ontwikkeling komen. “Zomers worden heter en winters worden natter. Voor de extreme schommelingen wil je de aardappelen van het land hebben. Hoe korter de groeiperiode, hoe veiliger de marge. Misschien dat we het over tien jaar alleen nog maar over een groeiperiode van maximaal honderd dagen hebben.”
Veredeling
Het is één van de veredelingsdoelen die Agroplant aan haar hobbykwekers en het Friese kweekbedrijf Foar Boer en Keapman (Fobek) stelt. Het aardappelhandelshuis uit Medemblik heeft een aandeel in Fobek en kan daarmee inspelen op de ontwikkelingen die zij over pakweg tien jaar ziet. Want veredeling is niet alleen de kunst van het weggooien. Voor een ras goed en wel voor de rassenlijst kan worden aangemeld ben je vele jaren van kruisen en proeven verder. “Het kweekprogramma zetten we vooral breed in.
Resistentie tegen phytophthora, nematodes en zoveel mogelijke virussen. Daarnaast sterk op erwinia en zilverschurft. Het zijn allemaal eigenschappen die een aardappel in de toekomst moet bezitten. Ik denk persoonlijk niet dat daar veel nieuwe dingen bij komen. Een nieuw ras moet ook vooral een allrounder zijn, die opgewassen is tegen zoveel mogelijk uitdagingen in de teelt. We weten dat het middelenpakket steeds meer onder druk komt te staan. Dus moet de aardappel sterk van zichzelf zijn én het liefst dus met zo weinig mogelijk groeidagen. Toevallig hebben we ook net een nieuw roodschillig ras aangemeld, die niet alleen sterk is tegen erwinia, maar tegelijk niet heel vatbaar is voor Y-virus. Daarnaast heeft hij een breed resistentiepakket. Daar moet je naar toe.”
Agroplant
Het dna van Agroplant ligt verscholen in de West-Friese landbouwcultuur. Oprichter Jan van der Lee zette als handelaar in groente en fruit het werk van zijn schoonvader Klaas Molenaar door. De veilingklok van Opperdoes in de huidige kantine in Medemblik is een directe herinnering aan die tijd. Het handelshuis werd uitgebreid met de export naar diverse landen in Europa. Agroplant is nog altijd een familiebedrijf want sinds 2014 voeren Jan (junior), Bram en Joris van der Lee als vierde generatie de directie over het bedrijf. Na de splitsing van Agrofex, is onder de naam Agroplant echter wel de focus komen te liggen op de verhandeling van pootgoed. De bovenmaatse aardappelen worden als consumptie afgezet. “We verhandelen van oudsher ook vrije rassen als Bintje en Spunta, maar we merken toch dat klanten in het buitenland vooral vragen naar monopolierassen. Langzamerhand is de focus van vrije handel dus verschoven naar meer licentieteelt.”
Exportmarkten
Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied zijn de belangrijkste exportmarkten. “De grofgroeiende consumptierassen doen het daar goed. Ondertussen hebben we naast tafelaardappelen ook roodschillige en verwerkingsrassen in het assortiment. Bij de laatste rassenshows lieten we ook voor het eerst een chipsras zien.” Actrice is wat Schenk betreft een voorbeeld van een ras waarvan de potentie nog steeds groot is. “Het is namelijk een makkelijk te telen ras. Misschien is Actrice nog ietsjes traag in opkomst, daarentegen heeft die maximale opbrengst in weinig groeidagen. In korte tijd groeit die vrij explosief en wordt behoorlijk groot. Met een lage stikstofbehoefte. Dat is natuurlijk een groot voordeel in consumptie.”
Voor de pootgoedteler geldt dat bij Actrice op tijd het loof wordt doodgemaakt. “Maar we leren het ras steeds beter kennen. Met goede begeleiding is het geen enkel probleem.” Volgens Schenk gedijen tafelaardappelen over het algemeen het beste op lichtere grond en dat geldt ook voor Actrice. “De bekende resistenties heeft dit ras: Aardappelmoeheid RO1 en RO4, wratziekte en een goede droogteresistentie. Al geldt dat bepaalde resistenties in het buitenland eigenlijk minder uit maken. Voor phytophthora is Actrice redelijk gevoelig, maar omdat die zo vroeg rijpt, zijn er in de bewaring en opslag ook het afgelopen seizoen ondanks de hoge druk niet veel problemen geweest.”
Agroplant probeert ondertussen met haar telers mee te denken als het gaat om de uitdagingen in de teelt. “Als je ziet hoe er aan het middelenpakket is geschaafd, dan zou ik wel nerveus worden. Daarom is één van de opdrachten aan onze hobbykwekers en het kweekbedrijf Fobek ook om met sterke rassen te komen, zodat je minder gewasbescherming en bemesting nodig bent.” Biologische rassen heeft Agroplant bewust niet in het pakket. “Dit is wel een opkomende markt, maar niet groot genoeg om ons daar in te specialiseren.”
Klimaatverandering
Voor Schenk is klimaatverandering misschien wel de grootste uitdaging voor het kweekwerk. “De beschikbaarheid van voldoende schoon water wordt één van de richtpunten. Verzilting, droge zomers en beregeningsverboden zetten die beschikbaarheid flink onder druk. De aardappel moet in de voorgroei sterker zijn en vooral ook doorgroeien.” Het frietras Metro, de roodschillige Margarita en ook Actrice hebben al deze eigenschap.
Een aantal telers, vooral in de Wieringermeer, heeft alleen rassen van Agroplant staan. “Een voordeel is dat teler een uitbetaling voor het pootgoed krijgt, wat het ook waard is. Er vindt geen nivellering plaats. Het staat de teler bovendien vrij om de bovenmaat zelf te verkopen.” De meeste telers zitten in Nederland en België. Het middelvroege tafelaardappelras Picobello is alleen in Frankrijk en exclusief voor de thuismarkt geteeld.
Een aantal telers, vooral in de Wieringermeer, heeft alleen rassen van Agroplant staan. “Een voordeel is dat teler een uitbetaling voor het pootgoed krijgt, wat het ook waard is. Er vindt geen nivellering plaats. Het staat de teler bovendien vrij om de bovenmaat zelf te verkopen.” De meeste telers zitten in Nederland en België. Het middelvroege tafelaardappelras Picobello is alleen in Frankrijk en exclusief voor de thuismarkt geteeld.
Proefrooiingen
Op de locatie in Medemblik worden de proefrooiingen binnen gebracht en met de Gejo Smart Grader op maat gesorteerd. In de kwaliteitsbeoordeling wordt ook gekeken naar schurft en onderwatergewicht. Bovendien wordt er een boxtaxatatie gedaan om de voorraad zo strak mogelijk te houden. “Aan de teler de uitdaging om een zo hoog mogelijk kwaliteit te leveren, want dat verkoopt uiteindelijk het beste. Dat betekent ook dat de juiste rassen op de juiste stukken land worden geteeld. Sommige telers zijn daar zeer bedreven in.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries