Een internationaal publiek trekt begin november traditioneel naar Nederland om de verschillende rassen- en zaailingenshows van de aardappelhandelshuizen te bezoeken. Akkerbouwkrant maakte een ronde langs verschillende ‘kleinere’ handelshuizen en zag daar de eerste resultaten van de zoektocht naar de antwoorden op klimaatverandering, ziektes, politieke besluiten en maatschappelijke druk.
In twee delen zijn de belangrijkste rassen en ontwikkelingen van een aantal ‘kleinere’ handelshuizen onder de loep genomen. Maandag was er het eerste deel met de handelshuizen Meijer, Agroplant en Germicopa.
Vandaag volgt het tweede deel waarin Akkerbouwkrant sprak met TPC, Den Hartigh, Stet Holland en Royal ZAP/Semagri.
TPC
The Potato Company (TPC) uit Emmeloord heeft spreekwoordelijk drie nieuwe loten aan de stam. En ook hier telt vooral de mate van robuustheid van de rassen. De phytophthoraresistentie van Monza is een interessante eigenschap van dit ras, stipt agronomist Jos Bus van TPC aan.
Drie nieuwe robuuste ‘steden’
“Dit is een grofgroeiend ras waar twee frietfabrieken al interesse voor hebben getoond. Zowel gangbare als biologische telers zien de potentien. Dit jaar hebben we Monza getest op een biologisch veld. Met de korte hevige dreiging van phytophthora en de droge nachten hadden we toch mooie resultaten. Monza is echt overeind gebleven.”
Hetzelfde geldt eigenlijk voor twee andere rassen, met kleine knollen. “We zien de markt voor gemaksaardappelen toenemen. Ook in Nederland kopen steeds meer consumenten een klein zakje aardappelen als groente. Paris is een fijnvallende ras voor de ‘babymarkt’.
De aardappel is veertig millimeter en bijna rond. Siena is wat ovaler, maar heeft een dubbeldoel: zowel export als tafel. In Frankrijk krijgen we met Siena behoorlijk voet aan de grond. De aardappel heeft een mooie gecontroleerde teelt.”
Den Hartigh
Den Hartigh uit Emmeloord heeft het frietras Edison, en de tafel/exportrassen Dior en Octa in de schijnwerpers gezet. “Edison heeft goede opbrengsten, toont weinig interne gebreken en vormt ook bij droogte en hitte regelmatige, langovale knollen. Beregening heeft Edison niet nodig en door de lage stikstofbehoefte mag je spreken over low input.
Vroege rassen hebben een streepje voor
Het is een middenvroeg ras en dat is ook interessant. Met de vroege rijping heeft zo’n ras toch een streepje voor. Met alle regels moet je je nog afvragen of late rassen nog toekomst hebben. Dan is dit een goed alternatief. Edison kan, door de goede lengte en het witte vlees, ook goed in het tafelsegment uit de voeten. Wij zijn er heel blij mee”, schetst directeur Bernard Krijger van Den Hartigh.
Dioris het afgelopen jaar op de Rassenlijst gekomen. Het middenvroege lichtgeelvlezige en -schillige consumptieras toont hoge opbrengsten en heeft bovendien goede resistenties. “Nu kunnen we de markt op”, verklaart Krijger de plek van Dior in de spotlights. Octa is al wat langer toegelaten, maar vanwege corona kreeg het ras tot dusver niet de aandacht die het verdiend. “Het is een vroeg langovaal consumptieras met een gladde schil. Omdat die zo vroeg is, kun je stellen dat de input sowieso low is. Daar bespaar je op.”
Matthijs Kloek, Hoofd Productie en Logistiek bij Den Hartigh, is tevreden over de prestaties van de rassen het afgelopen seizoen. “De knolzetting begon precies op het juiste moment. Wel was er over het algemeen wat meer schurft. Onze rassen sloegen zich er overigens goed doorheen. Met de lage kiemrust en de hoge prijzen voor bewaring zaten sommige telers misschien wel in een spagaat. Over het algemeen kozen ze ervoor om, met het oog op de kwaliteit, de producten toch in de koeling te doen en de hogere rekening te accepteren.”
Stet Holland
Stet Holland kiest ieder jaar tijdens de rassenshows voor een thema. Nu is het handelshuis uit Emmeloord volledig voor Brianna gegaan. Een gloednieuw consumptieras, dat vorig jaar commercieel is geïntroduceerd. “Nu zitten we vol in de pootgoedopbouw. De twintig hectare die nu al wordt geteeld, is een bevestiging uit de markt dat we op het goede spoor zitten”, vertelt managing director Peter Ton van Stet Holland.
Hitte- en droogtestress niet aan de orde
Als we kijken naar de Green Deal dan past Brianna daar naadloos in. Het ras heeft een lage stikstof-en waterbehoefte waardoor de teeltkosten behoorlijk ‘duurzaam’ zijn. Brianna is sterk tegen phytophthora, heeft goede resistenties tegen schurft en poederschurft en hoge resistentie tegen Yn-virus. Daardoor bespaar je in bespuitingen en dus gewasbeschermingsmiddelen. De aardappel doet het op verschillende grondsoorten enorm goed.”
Ook El Mundo is een ras dat vergelijkbare eigenschappen heeft. “De genetica van onze rassen is gericht op afzet voor de versmarkt in het Middellandse Zeegebied. Daardoor zijn ze ongevoelig voor hitte- en droogtestress. Door de klimaatverandering kruipt het mediterrane klimaat steeds meer richting het noorden. Met onze rassen heb je met het oog op hitte en droogte in Nederland en België veel minder risico. Ons areaal groeit en dat is voor ons echt een bevestiging dat we een interessant rassenpakket hebben voor de uitdagingen van nu en in de toekomst.”
Royal ZAP/ Semagri
De zoektocht naar robuuste rassen lijkt ook bij Royal ZAP/Semagri succes te hebben. Op hun rassenshow werden drie nieuwe zaailingen getoond, die uit de nieuwe kweekprogramma komen. “Misschien zijn we er iets te laat mee begonnen, maar we hopen nu wel een slag te slaan”, vertelt Dirk van Dijken van Royal Zap. “Het klimaat verandert overal. Wij zoeken rassen die overal uit de voeten kunnen en ook onder hete en droge omstandigheden redelijke opbrengsten houden. Daarnaast dwingt wet- en regelgeving ons naar vroege rassen. De focus is op consumptierassen voor de export, maar als we toevallig een fritesras tegen komen, dan laten we die niet liggen.”
WW17-193 is een vroeg exportras met phytophthoraresistentie. “Daarnaast is de stikstofbehoefte laag, maar is het onderwatergewicht hoog. In Libië worden er ook frietjes mee gemaakt. Dus dit ras heeft alles mee.” WW16-194 is een chipsras met phytophtophthoraresistenties op twee genen. De WW17-112 heeft ook goede resistenties en zal volgens Van Dijken zijn weg moeten vinden in de ‘booming’ fritesmarkt.
Kweekprogramma raakt op stoom
Een ras dat al wel een naam heeft is Nikkalyn. De registratie daarvoor is bijna afgerond. “Een middenvroeg grofgroeiend aardappelras voor de Spunta-markt. We hebben er hoge verwachtingen van omdat Nikkalyn uitermate geschikt is voor de teelt in warme landen. Met een drogestofgehalte van ongeveer twintig procent is de aardappel ook nog geschikt voor thuisfrites en de knollen hebben een regelmatige vorm- en maatsortering. Daarnaast blijkt uit de miniknollenproductie dat Nikkalyn sterk is op schurft en redelijk sterk is tegen virus en phytophthora.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries