Een lagere aardappelproductie in de gehele NEPG-zone en weinig effect van inflatie hebben tot nu toe tot redelijk goede vrije inkoopprijzen voor producenten. Hogere contractprijzen en extra risico’s voor de teelt van aardappelen hebben al geleid en zullen dat ook blijven doen tot verschillende gevolgen voor de hele aardappelsector, van pootgoedtelers tot retail en consument.
De definitieve areaal-, opbrengst- en productiecijfers laten dat zien ondanks een hoger areaal ten opzichte van vorig jaar, 512.400 hectare, ofwel een stijging van 2,9 procent, lagere opbrengsten per hectare van -6,3 procent leidden tot een globale productie van 21,69 ha miljoen ton. Dit is 5,3 procent ofwel 1,2 miljoen ton minder dan in 2021.
Vraag naar aardappelen is goed
De vraag naar aardappelen is goed, met verwerkende fabrieken in heel Noordwest-Europa die graag willen kopen aardappelen terwijl de verwerkingseenheden op volle toeren draaien.
Nieuwe of gemoderniseerde verwerkingseenheden en nieuwe fabrieken hebben geleid tot historisch hoge contractprijzen die met 30 tot 45 procent zijn gestegen. Verwerkers in België, Frankrijk, Duitsland en Nederland snakken naar meer grondstoffen voor de rest van het lopende seizoen en de campagne 2023 – 2024.
Deze hogere contracten zouden de veel hogere productiekosten en inflatie moeten dekken waarmee telers zijn geconfronteerd. En zorgen voor een blijvende aantrekkelijkheid voor de productie van aardappelen voor de verwerkende industrie. Verwerkers zullen hebben minimaal 500.000 ton meer nodig in 2023-2024.
Aardappelteelt riskanter en kent meer uitdagingen
Risico’s voor telers zijn steeds belangrijker en overmacht is niet altijd genoemd of meegerekend in bestaande contracten.
Feiten en cijfers van NEPG laten zien dat de opbrengsten per hectare gedaald zijn in de afgelopen tien jaar. De belangrijkste factor die leidt tot verminderde opbrengsten is klimaatverandering. Maar in sommige gevallen het is ook een combinatie van bodemgebonden problemen, zoals verdichting, minder organisch stofgehalte, nematoden en te korte rotaties. Dit is een probleem waar de hele aardappelketen mee te maken heeft.
Genetica, maar ook resistenties tegen nematoden, virus en nieuwe/aangepaste teelttechnieken zijn de belangrijkste oplossingen. Het gebruik van nieuwe veredelingstechnieken zou daarbij kunnen helpen.
Het feit dat minstens een derde, NEPG-schatting, van de aardappelen op gepachte grond is geteeld, helpt telers niet altijd om hun teelttechnieken aan te passen, maar leidt er ook toe dat een deel van de toegevoegde waarde gaat rechtstreeks in de zakken van verhuurders of grondhuurders die geen enkel risico nemen.
Toegenomen risico’s
De risico’s zijn talrijk en nemen toe in vergelijking met tien of twintig jaar geleden. Naar fluctuerende producties en gratis inkoopprijzen (en in mindere mate veranderende contractprijzen), moeten boeren nu een reeks “nieuwe” risico’s te beheersen. Risico’s zijn nu gekoppeld aan klimaatverandering, geopolitieke en gezondheidsgebeurtenissen, toegang tot water, strengere EU-regelgeving met betrekking tot kunstmest en het gebruik van pesticiden.
Bovendien zijn contracten moeilijker te vergelijken en volledig te begrijpen dan voorheen. Ten slotte zijn risico’s meestal (of kunnen) gedeeltelijk afgedekt door verzekeringen. Relatief eenvoudige “hagel en storm” verzekeringen zijn nu ook ingewikkelder en duurder. Dit omdat deze nu ook de meeste risico’s in verband met klimaatverandering moeten dekken: droogte, extreme hitte, overstromingen, erosie en modderstromen.
Conclusies
De NEPG komt tot de volgende conclusies:
- Hogere contractprijzen zouden kunnen leiden tot een hoger aardappelareaal en grotere gecontracteerde aardappelvolumes. Poottelers, zetmeelaardappeltelers en tafelaardappelproducenten zouden deels kunnen overstappen van hun huidige producties naar de productie van chips- en chipsaardappelen. Deze ontwikkelingen zouden kunnen leiden tot grote onevenwichtigheden in de hele aardappelsector.
- De kosten voor de productie van pootaardappelen zijn gestegen en er zijn geen aanwijzingen dat kopers de prijs die ze voor pootaardappelen betalen zullen verhogen. Dit kan leiden tot minder productie in het seizoen 2023.
- De pootaardappelsector zou zeker 5.000 ha kunnen verliezen, wat zou leiden tot tekorten en hogere prijzen voor consumptietelers in het voorjaar van 2024. Ook hier moet het probleem door de sector aangepakt worden en niet alleen door zaad- en consumptietelers.
Bron: NEPG