Op de stelling wat belangrijker is: visie op ondernemerschap of teelt-technische kennis antwoordt Jan Henry van der Linde heel resoluut: “Visie op ondernemerschap. En dat geldt niet alleen voor ons bedrijf, maar voor alle akkerbouwbedrijven.”
Daarmee is de toon gelijk gezet. Van der Linde: “Teelt-technische kennis kan je inhuren, maar ondernemerschap heb je of heb je niet. Zeker als een bedrijf groter wordt, dan worden de risico’s groter en is het belangrijk om snel te kunnen schakelen. De kennis van teelt blijft natuurlijk de basis, maar wij werken met veel onafhankelijke adviseurs van onder meer Delphy en ProfytoDSD die ons heel goed begeleiden.”
Drie ondernemingen
Mede dankzij dat ondernemerschap heeft Van der Linde een drietal florerende ondernemingen in de akkerbouw, de uitzendbranche (Martho Flexwerk) en de Zuivelonderneming (Farmel). De akkerbouwtak omvat ruim 1500 hectare en de dagelijkse leiding is in handen van Ronald de Vries, Bastiaan Woolderink en Roelof van der Linde. Zelf vormt Van der Linde de coördinerende schakel tussen alle bedrijfsactiviteiten: “De combinatie van onze drie ondernemingen versterkt onze totale dienstverlening. De inzet en kennis van het personeel maakt dat we een stabiel bedrijf zijn dat het hele jaar hoogwaardige kwaliteit levert”, aldus Van der Linde vanuit de hoofdlocatie in Marknesse.
Jan-Henry van der Linde: “Je kan alleen groeien als je goede mensen om je heen hebt, want je kunt het niet alleen”
“Bewust stapje terug gedaan”
Oorspronkelijk werden de bedrijfsactiviteiten vanuit Blokzijl ontplooid, maar in 2015 werd de overstap gemaakt naar ‘het nieuwe land’. In 2016 nam Jan Henry het stokje over van zijn vader. En in die rol voelt hij zich inmiddels helemaal thuis: “Ik ben zeker tevreden en geef het bedrijf zoals het nu is een 7,5 omdat ik iemand ben die gericht is op groei en ontwikkeling. Mede daarom hebben we onlangs bewust een stapje terug gedaan van 1800 naar 1500 hectare. We richten ons nu meer op het realiseren van groei qua rooikwaliteit en efficiëntie.”
Meerdere teeltgebieden
De teelt omvat 470 hectare consumptieaardappelen, waarvan dertig hectare voor eigen vermeerdering. Daarnaast teelt Van der Linde nog tachtig hectare zaaiuien, twintig hectare eerstejaars uien, tien hectare eerstejaars plantuien, honderd hectare peen, vijfentwintig hectare witlof, honderdvijftien hectare tarwe, vijftig hectare snijmais, dertig hectare suikerbieten. De overige hectares worden bijgewassen geteeld of verhuurd.
“Akkerbouwer met gevoel voor ondernemen”
De dertig hectare bieten worden door een loonwerker uit de buurt gezaaid en geoogst, maar de honderd hectare peen wordt weer volledig in eigen bewerking geteeld. De teeltgebieden concentreren zich rondom Lelystad, Noordoostpolder en Raalte. “Ik ben en blijf akkerbouwer, maar wel eentje die gevoel voor ondernemen heeft. Ik hoop ook dat mensen mij zien als iemand met een gezonde focus op groei en als iemand die zich aan de afspraken houdt.”
Ronald de Vries: “Dankzij de verschillende teeltgebieden kunnen we gemakkelijk switchten tussen onze zandgronden en zware kleigronden”
Afzetstrategie
De afzet van producten gebeurt voornamelijk door middel van driejarige contracten bij hun afnemers, waarvan Aviko de grootste en belangrijkste partner is. De Vries: “Wij leveren vanaf september (afland) tot en met juni; vanuit de schuur. Dankzij de verschillende teeltgebieden kunnen we gemakkelijk switchten tussen onze zandgronden (vroege teelten) en zware kleigronden waar we producten oogsten die langer in de bewaring kunnen liggen”, aldus De Vries die nog meer voordelen opmerkt: “Als het te nat is op de klei, dan kunnen we op de zandgronden terecht. De huidige bedrijfsstructuur geeft ons veel mogelijkheid in onze afzetstrategie.”
Planning
Die flexibiliteit is volgens Van der Linde als vanzelfsprekend ontstaan: “Maar de planning blijft altijd wel een dingetje, zeker als je zoveel hectare teelt. Een mooi voorbeeld: een paar jaar geleden hebben we onze drierijer ingeruild voor vierrijige rooimachines. De oude drierijder stond net bij het mechanisatiebedrijf toen in De Telegraaf het bericht ‘vorst in aantocht’ kwam te staan. Dan word ik natuurlijk direct zenuwachtig en wil ik de aardappelen er zo snel mogelijk uit hebben. Dus direct naar het mechanisatiebedrijf gebeld en toen hebben we de drierijer tijdelijk teruggehaald om de rooicapaciteit te verhogen.”
Uitdagingen
“Elk jaar stuurt er tijdens de rooiperiode wel iemand een appje met de tekst: ‘Er komt vorst aan’. Dat geeft wel aan dat planning heel belangrijk is, maar altijd afhankelijk blijft van externe zaken. Persoonlijk houd ik mij niet meer met de planning bezig, maar ik zie natuurlijk wel dat dat ieder jaar weer een uitdaging is. Maar de sfeer is hier altijd zo goed dat we dat gezamenlijk telkens weer prima oppakken.”
Medewerkers
Die onderlinge sfeer is volgens Van der Linde ook de basis waarop het bedrijf heeft kunnen groeien. Bovendien krijgen de medewerkers ook steeds meer vaste taken en heeft iedere machine inmiddels een vaste bestuurder die alle ins- en outs weet. De Vries beaamt dat: “De juiste mensen op de juiste plek is gewoon heel belangrijk.”
Cijfers
12 | Trekkers |
10 | vaste medewerkers |
8 | keepers |
2 | Variton vierrijige rooimachines |
2 | Aardappelpootmachines |
2 | onderlossers |
1 | uienzaaimachine |
Machinepark
“Dat wil niet zeggen dat er niets meer te optimaliseren valt”, vervolgt De Vries. “Dit lopende seizoen zijn we ook nog steeds bezig met het optimaal inzetten van het machinepark. Zo moesten we dit voorjaar wachten op pootmachines, terwijl we eigenlijk al het land op wilden gaan. Dat wachten zorgt voor stress, maar als het er allemaal inzit dan zijn we met zijn allen wel trots dat het weer gelukt is. Want als je 1500 hectare teelt, dan moet er serieus veel werk verzet worden.”
“Het land op blijft het allerleukste”
Van der Linde leunt daarbij stevig op De Vries, maar ook Bastiaan Woolderink en Roelof van der Linde (geen familie overigens) die de financiële- en personeelshuishouding regelen. Van der Linde: “Je kan alleen groeien als je goede mensen om je heen hebt, want je kunt het niet alleen. Wel help ik zelf nog graag mee als er uien of aardappelen verreden moeten worden, want op het land bezig zijn, is nog steeds het allerleukste.”