Steeds vaker zien we ze opduiken: landbouwexcursies naar het buitenland. Deze week is een groep akkerbouwers naar Roemenië vertrokken om inzicht te krijgen in de Roemeense akkerbouw, het investeringsklimaat, de afzetmarkten en logistieke processen. Wigle Sinnema is een ervaren begeleider van dergelijke studiereizen. Volgens hem wordt er niet alleen kennis gehaald, maar ook gebracht. “We geven boeren de gelegenheid om over de grens te kijken.”
Sinnema heeft in het Friese Arum een gemengd akkerbouwbedrijf van zestig hectare gecombineerd met koeien. Hij verbouwt tarwe en luzerne wat vervolgens weer gebruikt wordt als (kracht)voer voor het melkvee. Van 8 tot en 11 juni vertrekt Sinnema met een groep Nederlandse landbouwers naar Roemenië. Hoewel akkerbouw een belangrijke rol speelt gedurende de reis worden ook andere landbouwsectoren uitvoerig tegen het licht gehouden. “Er zijn ook kruisbestuivingsmogelijkheden onderweg, zo beginnen we al in Dortmund om vervolgens via enkele tussenstops naar Roemenië te trekken. Daar worden niet alleen akkerbouwbedrijven aangedaan, maar ook loonbedrijven, varkenshouderijen en melkveebedrijven. Als je in het buitenland dingen bekijkt, dan kijk je daarna ook weer met andere ogen naar de landbouw in Nederland.”
“Inzicht krijgen in pootgoedteelt in Roemenië”
Hoewel het voornamelijk om het vergelijken van bedrijfsstructuren gaat, worden er ook veel indrukken opgedaan, zo vertelt Sinnema die dit soort reisjes jaarlijks maakt. “Veel deelnemers doen tijdens de reis ideeën op. Zo gaan we naar een pootaardappelbedrijf in Roemenië. Daar kunnen de pootgoedtelers die meegaan inzicht krijgen in de bedrijfsprocessen en er wordt ook kennis gedeeld met de Roemeense telers. Welke teelttechnieken worden er toegepast, welke rassen gebruikt men en hoe is de groeibegeleiding tijdens het groeiseizoen. Deze onderlinge uitwisseling is een heel belangrijk doel van het bezoek.”
Prijzen en toezicht
In 2017 werd er ook een dergelijke reis georganiseerd. De telers die daaraan meededen leerden volgens Sinnema veel over de prijsstelling van akkerbouwgewassen. “We zijn geneigd alleen naar de Nederlandse markt te kijken, maar prijsschommelingen is natuurlijk een Europees verhaal. Ook viel het de deelnemers op dat het toezicht vanuit de overheid in Nederland eigenlijk helemaal niet zo streng is als wij altijd denken. De wet- en regelgeving in Roemenië is een stuk strenger als het gaat om bijvoorbeeld bemesting of gewasbescherming.”
Europese landbouw
Al die bevindingen zorgen dus voor een bredere visie op de landbouw in zijn algemeen, mensen moeten volgens Sinnema – die ook voor Accountantskantoor Countus werkzaam is – dan ook niet denken dat een bezoek aan Roemenië gaat zorgen voor hogere opbrengsten in de komende teeltjaren. “Nee, daar gaat het niet om. Het gaat erom dat de Europese akkerbouw dichterbij de telers in ons land komt te staan.”
Nederlandse agrariërs
Normaal gesproken is het vier dagen, maar dit keer gaan we drie dagen omdat dat logistiek handiger is. Sinnema: “Desondanks zal er genoeg gelegenheid zijn om alles te bekijken. We gaan niet alleen langs bij Roemeense teler, maar ook bij Nederlandse agrariërs die zich in dat land gevestigd hebben. Onze ervaring is dat er na afloop vaak nog contact blijft, waardoor ook in de toekomst de inzichten voor het optimaliseren van de diverse teelten (of het melkvee, red.) blijven evolueren.”
Voor meer informatie over landbouwexcursies in het buitenland kunt u contact opnemen met wigle@spoar.nl