In december 2016 ontvouwde Erik Emmens zijn grootste nachtmerrie zich: het akkerbouw- en landbouwvernieuwingsbedrijf in het Drentse Zeijen brandde tot de grond toe af. Emmens had de locatie in 2012 samen met Delphy ingericht voor praktijkonderzoek en was in één klap alles kwijt: “Dat zet je weer met beide benen op de grond en plaatst alles in een ander perspectief. De stikstof-kali verhoudingen zijn dan ineens niet meer belangrijk.”
Het afgelopen jaar bestempelt Emmens als een rampzalige, 2018 is daarentegen het jaar van de wederopbouw: “De proeven zijn in 2017 wel gewoon doorgegaan en de samenwerking met Delphy is ook vorig jaar gecontinueerd. Het vergt alleen ontzettend veel energie om een bedrijf dat al meer dan honderd jaar bestond weer vanaf de grond op te bouwen.
“Er was alleen nog een hamer over”
Vanwege de brand zijn de meeste proeven op andere locaties uitgevoerd. “Alle aardappelproeven vonden elders plaats, want alle machines waren afgebrand. Er was alleen nog een hamer over.” De landerijen rondom de praktijklocatie liggen er nog wel goed bij, maar Emmens moest na de ramp zo ontzettend veel regelen dat het teeltjaar vervoegelijk als verloren beschouwd kan worden: “We hebben maar twee derde van het aardappelareaal kunnen poten en met het inzaaien van pootgoed waren we veel te laat. Hierdoor miste we een aantal groeidagen. De tonnen waren wel goed, maar de kwaliteit (zetmeelgehalte) liet te wensen over.”
Akkerranden
Toch heeft Emmens over het algemeen nog een redelijke oogst weten te realiseren. De suikerbietenproef is met een opbrengst van ver boven de honderd ton zelfs erg goed verlopen. Om de beschikbare landbouwgrond toch optimaal te benutten heeft Emmens afgelopen jaar veel akkerranden ingezaaid. “Een stukje natuurbeheer en een rustgewas is op zich niet verkeerd natuurlijk.”
Nieuwe locatie opent in september
Inmiddels heeft het Drentse bedrijf weer wat eigen mechanisatie aangeschaft, maar ‘een machine moet onder een dak staan’, zo stelt Emmens. En zolang de schuur er niet staat is het behelpen geblazen voor de Drent. Toch heeft Emmens zich voorgenomen om zich in 2018 weer echt akkerbouwer te gaan voelen: “Dit is het jaar van de wederopbouw. Afgelopen jaar was het jaar van afhandelingen van de verzekeringen en dergelijke. In 2018 willen we de nieuwe locatie openen. Als alles volgens plan verloopt moet dat in september gebeuren. Dan kunnen we weer verder!”
Hulp vanuit Delphy
Het oppakken van de teelten rondom het bedrijf en de herbouw vormt een hele uitdaging voor iedereen die meewerkt aan de realisatie van de nieuwe bedrijfslocatie: “Als je proeven doet dan kost dat veel tijd en energie. En die energie heb ik nu ook nodig voor het bouwen van de schuur. Gelukkig hoef ik dat niet alleen te doen. Collega’s van Delphy zorgen ervoor dat alles haalbaar en financierbaar is.”
Proef met waddenslib
Emmens is zelfs al weer bezig met nieuwe plannen: “We gaan dit jaar een proef doen met waddenslib toepassen. Daarmee proberen we de bodemkwaliteit te verbeteren en daarmee de bewerkwaarheid en opbrengst te vergroten.”
Er worden tijdens de proef diverse hoeveelheden toegepast en uitgevoerd over een periode van vijf jaar. “We brengen het slib aan met een oude giertank. We wachten op vorst om de structuurschade tijdens het aanbrengen tot een minimum te beperken. Het is nu zo nat, dat we de komende maand hier nog niet mee kunnen starten. Maar zodra de weersomstandigheden het toelaten gaan we ermee van start.”
Uitstekend akkerbouwklimaat
Hoewel de zin om te akkerbouwen nooit verdwenen is bij de inwoner van Zeijen is zijn beeld op het vak wel voorgoed veranderd: “Ik wens niemand toe wat ik heb gemaakt, maar het plaatst alles wel in een ander perspectief. De natuur bepaalt heel veel: kijk naar de nattigheid en droogte van de afgelopen jaren. In beleidsstukken wordt hier nog weleens aan voorbij gegaan. Nederland heeft gewoon een heel mooi akkerbouwklimaat. Klimatologisch is ons land uitstekend voor het telen van akkerbouwgewassen. Dat gegeven is net zo belangrijk als het bezig zijn met praktijkproeven.”