De laatste jaren komt de schimmelziekte Alternaria in aardappel steeds vaker voor. Door een aantasting sterft het gewas vervroegd af met opbrengstderving uiteraard tot gevolg. Ook kunnen de geoogste knollen aangetast worden.
Tijdens de Aardappeldemodag ondervroeg Wageningen UR telers en adviseurs naar hun ervaringen met Alternaria in aardappel.
Uit de reacties blijkt dat 57% van de telers Alternaria als een behoorlijk probleem ervaart en slechts 14% vindt het geen probleem. 64% van de ondervraagde telers verwacht dat Alternaria als probleem toe zal nemen en niemand verwacht dat het minder wordt.
De herkenning van Alternaria-symptomen wordt genoemd als een belangrijk aandachtspunt evenals de keuze en timing van de inzet van fungiciden. Ook gaven sommige telers aan dat er grote verschillen merkbaar zijn tussen de rassen in de mate waarin Alternaria het gewas kan aantasten. Daarnaast werd de invloed van stress door bodemproblemen, zoals wateroverlast of tekort aan nutriënten als bron van (toenemende) problemen met Alternaria genoemd.
Klimaatverandering
Vaak ondervinden de gewassen last in augustus, de maand waarin de hoofdoogst kilo’s moet produceren. Maar hoe de eerste aantasting tot stand komt, is nog onduidelijk. De huidige klimaatverandering waarbij extreem weer alsmaar toeneemt, werkt ook Alternaria in de hand. Dat betekent dat de essentiële vragen niet worden beantwoord. Wanneer moet een teler nu beginnen met een bespuiting en met welk middel? Hoe weet je of er stress in een gewas is? Wanneer ontwikkelt Alternaria zich?
Onderzoekers van Wageningen UR verwachten dat een sectorbrede aanpak met een 'Masterplan Alternaria' de beste kansen heeft op goede antwoorden voor de praktijk.