Sinds januari 2019 is het gebruik van neonicotinoïden in de coating van suikerbietenzaad niet meer toegestaan. Telers zetten nu andere middelen in om insecten te bestrijden met als gevolg een lagere milieubelasting voor de bodem en grondwater, maar een grotere milieubelasting voor het waterleven.
Verbod op neonicotinoïden
Vanwege het hoge risico voor wilde bijen en andere bestuivers is op EU-niveau per 1 januari 2019 een verbod op de inzet van drie insecticiden uit de groep van neonicotinoïden ingesteld. De middelen clothianidin, imidacloprid en thiamethoxam mogen niet meer toegepast worden in buitenteelten. Wel is er een uitzondering voor kasteelten.
Bespuitingen
Dat verbod heeft consequenties voor telers van suikerbieten. Omdat de zaadcoating met imidacloprid van bietenzaad niet meer toegestaan is, zijn planten niet meer beschermd tegen aantastingen door insecten. Met name de groene perzikluis die het bietenvergelingsvirus overdragen, zorgen sinds dat verbod voor een groeiend probleem.
Bestrijding bladluizen met insecticiden
Om bladluizen te bestrijden voeren bietentelers nu vaker een bespuiting uit met insecticiden. Voor het verbod op neonicotinoïden werd slechts 8% van het bietenareaal bespoten met insecticiden. Na 2019 steeg het bespoten areaal tot 80%.
Milieubelasting neonicotinoïden
Het verbod op neonicotinoïden heeft natuurlijk een positief effect. Zo daalde de milieubelasting van het grondwater met 90% en daalde het risico voor bijen. Maar de milieubelasting op het waterleven in oppervlakte is toegenomen met 80%. Die stijging wordt vooral toegeschreven aan zaadcoating met het voor waterleven zeer belastende tefluthrin. De extra bespuitingen met stoffen als flonicamid, thiacloprid en pirimicarb dragen maar beperkt bij aan die extra milieubelasting.
De opstellers van het rapport schrijven dat, om de milieubelasting van waterleven te verminderen, het ook van belang is om de zaadcoating tefluthrin alleen toe te passen bij kans op schade door bodeminsecten. De inzet van breedwerkende insecticiden, die ook natuurlijke vijanden doden, moet je zoveel mogelijk beperken. Daarnaast is het zinvol te zoeken naar alternatieven, zoals het stimuleren en benutten van natuurlijke vijanden via akkerranden, ‘banker fields’ en strokenteelt.
Bron: Groen Kennisnet