‘Acht van de tien akkerbouwers zijn bij spuitwerkzaamheden in overtreding.’ Deze stevige uitspraak is afkomstig van Ron Smit, productspecialist bij Homburg Holland, importeur van o.a. HARDI spuitmachines.
‘Er wordt in de praktijk bijvoorbeeld veel met een Airmix 04 rode spuitdop gespoten. Deze mag tot 3 bar gebruikt worden en is dan volgens wettelijk voorschrift 75 procent driftreducerend. Wanneer deze spuitdop met 90 procent driftreducerend ingezet moet worden, dan is slechts nog 1 bar spuitdruk toegestaan! Veel gebruikers vergeten echter dat deze dop boven 3 bar – veel akkerbouwers spuiten met een druk van 5 a 6 bar of meer – nog maar 50 procent driftreducerend werkt. Akkerbouwers en loonwerkers zijn dan feitelijk in overtreding.’
De discussie draait om de vraag hoe effectief je nog spuit met een grove druppel. Hier is een waarschuwing op zijn plaats aldus Smit. ‘De technische uitleg is dat bij 3 bar 50 procent van deze druppels kleiner zijn, en 50 procent zijn groter dan 650 micron. De variatie is op zijn kleinst 350 micron en op z’n grootst 1200 micron, wat overeenkomt met 1,2 millimeter. We zijn gewend om met druppels van 150-575 micron te spuiten. Voor bodemherbicide is dat misschien geen probleem, maar in de schimmelbestrijding is dit een ramp!’ Met de verplichte drukregistratie die naar alle verwachting in 2019 echt effectief wordt, staan akkerbouwers en loonwerkers voor een cruciale keuze qua spuittechniek. Niet enkel de keuze van de spuitdop, maar vooral ook spuittechniek is bepalend voor verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Per 1 januari 2018 zijn de regels voor het toepassen van gewasbeschermingsmiddel in de open teelten aangescherpt. Dit om verontreiniging van oppervlaktewater door verwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Bedrijven met een open teelt moeten maatregelen nemen om de verwaaiing (drift) van gewasbeschermingsmiddelen met ten minste 75 procent te verminderen. Deze verplichting geldt voortaan voor het hele perceel, dus ongeacht de aanwezigheid van een sloot of de afstand tot een sloot. Om het naastgelegen oppervlaktewater beter te beschermen moet per 1 januari 2018 een bredere teeltvrije zone worden toegepast voor granen en grassen van 0,50 meter (voorheen 0,25 meter). Voor overige teelten gelden de bestaande teeltvrije zones. Bij toepassing van 90 procent driftreductie in plaats van de minimaal voorgeschreven 75 procent, is het in een aantal gevallen mogelijk om de teeltvrije zone te verkleinen.
Om aan te kunnen tonen dat een spuittechniek of maatregel de drift in voldoende mate reduceert is een meetprotocol opgesteld waarmee de driftreductie van een spuittechniek wordt bepaald ten opzichte van een vastgestelde referentietechniek. De Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) houdt een lijst bij met indeling van spuittechnieken in driftreductieklassen, de DRT-lijst. Daarnaast wordt door de TCT een lijst bijgehouden met de indeling van spuitdoppen in driftreductieklassen, de DRD-lijst. Vanaf 1 januari 2018 is bovengenoemde regelgeving uitgebreid met de verplichte drukregistratie. De Waterschappen en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kijken bij controles niet alleen naar de doppenkeuze, rijsnelheid en spuithoogte, maar controleren ook de spuitdruk. Dit betekent dat iedere spuitmachine dient te zijn voorzien van een drukregistratiesysteem.
SprayLogger Pro (SLP)
Homburg Holland is de eerste fabrikant die onder de naam SprayLogger Pro een drukregistratiesysteem op de Nederlandse markt levert. Het systeem bestaat uit een datalogger en een druksensor. De datalogger zit in een polycarbonaat behuizing en is voorzien van een display en drie druktoetsen. Het systeem is normaal gesproken in ruststand om batterijen te besparen. Wanneer de machine in beweging komt wordt dit waargenomen en wordt het systeem actief. Automatisch wordt elke 10 seconden de druk opgeslagen met een tijdcodering. De drukmetingen schuiven als het ware door, zodat alleen de drukgegevens tot een uur geleden afleesbaar zijn. Als de machine één uur aaneengesloten heeft stilgestaan gaat het systeem weer in de slaapstand en zijn er geen drukken meer opgeslagen. De SprayLogger Pro is eenvoudig te monteren op alle veldspuiten.
Luchtondersteuning
De aangescherpte wetgeving maakt akkerbouwers en loonwerkers terughoudend bij het inruilen, c.q. aankopen van een nieuwe spuitmachine. Smit: ‘Spuiten is een specialistische werkzaamheid en vergt kennis en kunde. Op etiketten van gewasbeschermingsmiddelen wordt meer en meer beschreven in welke driftreductieklasse het middel dient te worden aangewend. Voor een goede verspreiding en werking van middelen geniet meestal een fijne druppel de voorkeur: dit correspondeert echter niet met de maximale druk die de overheid bij deze spuitdoppen voorschrijven. Een luchtondersteunend systeem biedt uitkomst. Akkerbouwers en loonwerkers kunnen een normale spleetdop of een 50 procent driftreductiedop blijven gebruiken. In combinatie met een driftreducerende techniek wordt aan de nieuwe wetgeving voldaan.
Voorbeeld hiervan is de HARDI Twin Force. HARDI luchtondersteuning voldoet, samen met de juiste dop, zelfs aan 97,5 – 99 procent driftreductie. De luchtstroom vangt de drift op en voert het middel mee in het gewas. De verdeling van de spuitdoppen blijft intact en elke plant krijgt de bescherming die nodig is. Hierdoor is de bedekking optimaal en kan er met minder water worden gespoten. De capaciteit wordt vergroot doordat er meer hectares met één tankinhoud gespoten kunnen worden.’
Smit besluit: ‘Iedere veldspuitgebruiker staat voor de keuze. Nemen akkerbouwers en loonwerkers de moeite om zich te verdiepen in doppenkeuze, druppelgrootte en spuittechnieken? Kies de juiste combinatie, waarmee aan de wet wordt voldaan. De standaard aankoopregel ‘brede bomen, grote tank’ ligt echt achter ons. Kijk alsjeblieft uit je doppen, kijk verder en kies voor een techniek waarmee je voldoet aan de wetgeving en het gebruik van middelen wordt beheerst en de opbrengst wordt geoptimaliseerd.’