Het grootste probleem met de tarwe op het land van akkerbouwer Jan-Willem Rip uit Hoofddorp is toch nog de kattenstaart. Dit onkruidsoort doet zijn naam eer aan: zelfs na een paar keer met MCPA over de akkers binnen de gestelde veiligheidstermijnen, komt het toch weer terug. Rip: “Volgende week staat er weer een nieuwe spuitronde gepland.”
Samenwerkingsverband
Jan Willem Rip is de zoveelste uit zijn familie die de akkers van de Haarlemmermeer bewerkt. Zijn bedrijf is gevestigd aan de IJweg vlakbij Hoofddorp en grenst aan de start- en landingsbanen van Schiphol. Ongeveer zes jaar geleden is hij samen met twee andere boeren uit de omgeving een V.O.F. begonnen om zo materieel te kunnen delen en gezamenlijk te kunnen investeren om de in totaal honderd hectare van de drie verenigde akkerbouwers te laten renderen. De V.O.F. waarvan akkerbouwbedrijf Rip deel uitmaakt, pacht ook nog ettelijke hectaren van de provincie Noord-Holland. Twee nieuwe trekkers kwamen in de plaats voor verouderd materieel en toen kwam ook rijden met GPS om de hoek kijken.
Zwaluwtong
Op zijn land groeien aardappelen (markiezen), suikerbieten en wintertarwe. Rip heeft nog geen ziektes tussen zijn gewassen kunnen bespeuren, maar wat betreft de markiezen viel de uitwerking van de bodemherbicide dit jaar behoorlijk tegen. “De Zwaluwtong komt ondanks de behandelingen met Sencor toch steeds terug. Dus daar was wat mechanische onkruidbestrijding over de ruggen van de aardappelheuvels zeker noodzakelijk. Ook de buren hebben te maken met een “Zwaluwtongspurt”, zo constateert de akkerbouwer.
“Dit jaar tweewassigheid in de bieten”
Daarnaast is bij de Noord-Hollandse akkerbouwer dit groeiseizoen sprake van tweewassigheid in de bieten. Volgens Rip is dat ontstaan tijdens het inzaaien: “Na het klaarrijden is er toch wat losse grond in de sporen gekomen waardoor de zaden toch enige tijd droog hebben gestaan. Jammer van de tweewassigheid, maar de bieten groeien dit jaar wel als kool”.
Kattenstaart
Ook signaleert hij veel kattenstaart tussen de bieten. “De wintertarwe is op tijd ingezaaid en bespoten. Daarna is de tarwe met KAS bemest en vervolgens zijn de jongens van de sleepslang eroverheen gegaan.” Vanwege wat structuurbederf in de tarwe vorig jaar, gaat hij in de toekomst beter letten op het exacte tijdstip wanneer ze gaan sleepslangen. “Waarschijnlijk was het daar dit keer toch net iets te nat voor”, aldus Rip.
“Ik doe tegenwoordig alleen maar najaarsbespuiting voor de tarwe, die is nu brandschoon”
Het land van Jan Willem biedt in de verte uitzicht op de tweede (secundaire) verkeersleidingtoren van Schiphol. Vanwege de zogenaamde “ganzenregeling” krijgen de akkerbouwers hier betaald om gelijk na het combinen (binnen 48 uur) de stro te verhakselen en onder de grond te ploegen. De structuur van de grond gaat er volgens Jan Willem alleen maar op vooruit, maar je moet er wel voor zorgen dat de grond al dat stro goed kan verteren. “Met wat bladrammenas en kunstmest blijven de opbrengsten zeker constant en is het zelfs iets beter geworden. Uiteraard zijn er ook collega-boeren die nog steeds strobalen persen, maar bijna iedereen rondom Schiphol is overgestapt op de ganzenregeling.”
“Ik had het afgelopen jaar 53 ton netto betaalde aardappels, ik mag zeker niet mopperen”
Ondanks het droge weer van de afgelopen dagen is zo’n acht tot tien centimeter onder de top van de aardappelrug toch wat vochthoudende grond te bespeuren. Eens in de vier tot vijf jaar laat Jan Willem bodemmonsters nemen om de exacte structuur van de grond onder de loep te nemen. Al met al is hij zeer positief over de opbrengsten die hij de laatste jaren heeft kunnen realiseren. Ik had het afgelopen jaar 53 ton netto betaalde aardappels, ik mag zeker niet mopperen. De samenwerking met de twee andere partners van de V.O.F. heeft hier zeker toe bijgedragen.