Koeien & Kansen bedrijf Van de Heijning in het Zeeuwse Hulst heeft plannen om als proef 4 tot 6 hectare blijvend grasland te voorzien van druppelirrigatie, waarbij ook de kunstmest toegevoegd kan worden. Dit systeem, beter bekend als fertigatie, wordt al veel toegepast in de fruitteelt en glastuinbouw. Met fertigatie wordt verwacht dat de gewasgroei efficiënter verloopt dan bij reguliere bemesting, waarbij weersomstandigheden een belangrijke rol spelen.
Tijdens het irrigeren van de gewassen via fertigatie worden nutriënten zoals stikstof, fosfaat, kalium en andere spoorelementen in vloeibare vorm aan het water toegevoegd. Het grote voordeel hiervan is dat nutriënten precies kunnen zijn afgestemd op de behoefte van het gewas. Bijvoorbeeld, wanneer gras een tekort heeft aan seleen, kan dit mineraal in vloeibare vorm via de fertigatie zijn toegevoegd, zodat het gras precies krijgt wat het nodig heeft.
Om dit systeem optimaal te gebruiken, hebben Wim Sr. en Wim Jr. grond- en watermonsters genomen. Dit stelt hen in staat om de tekorten in de bodem en het water in kaart te brengen, zodat deze via de druppelirrigatie kunnen worden aangevuld.
Voordelen van fertigatie
Wim Sr. benadrukt dat voor blijvend grasland, dat niet (vaak) is geploegd, dit systeem interessant is. Met fertigatie kan hij specifiek bemesten, tot op de halve meter nauwkeurig, met de mineralen die het gewas nodig heeft. Daarnaast hoef je niet meer te “sjouwen” met de haspel en komt het water waar het nodig is. Zeker bij percelen langs de openbare weg, waar de haspel vaak lastig is, vooral in gebieden met veel fietsers en auto’s. Dit geldt ook voor naastliggende percelen met andere gewassen. In Zeeland is de beschikbaarheid van zoetwater een steeds groter probleem, mede door de toename van brakwater. Het is daarom van belang om het schaarse zoetwater efficiënt te gebruiken, zonder verlies door verdamping, en ervoor te zorgen dat het water alleen op de benodigde plaatsen terecht komt.
Plannen voor proefperceel
De plannen voor de aanleg van dit systeem zijn momenteel gemaakt. De ondergrondse aanvoerleiding van de haspel zal waarschijnlijk zijn gebruikt als aanvoerbron van het water. Het proefperceel krijgt zijn eigen installatie om aan het water kunstmest toe te voegen en dit te verdelen. De hoofdleiding op de kopakker zal om de 0,5 meter zijn voorzien van een aftakking, waaraan druppelslangen zijn bevestigd. Om de halve meter komt een uitgang waar de druppels uitkomen. De slangen komen op een diepte van 10-15 cm te liggen, en aan het einde van de slangen komt een leiding die het overtollige water afgevoerd.
Het proefperceel is voornamelijk bestemd voor beweiding, en heeft enkele zandkoppen. De dierlijke mestgift zal vooral door de koeien zelf plaatsvinden, terwijl de kunstmestgift 100% via fertigatie (met het water) zal gebeuren.
Nog veel vragen en uitdagingen
Aangezien in grasland (bijna) geen ervaring is een dergelijk systeem, zijn er verschillende praktische vragen en uitdagingen. Zo is er de gevoeligheid van de slangen; wat gebeurt er met de slangen als met zwaar materieel overheen rijdt in natte omstandigheden? Hoe zit het met de huidige waterpomp? Is deze in staat om de juiste waterhoeveelheid en de juiste druk te leveren voor dit fertigatiesysteem? Hoe controleer je of de openingen van de slangen nog open zijn, vooral wanneer kunstmest is toegevoegd? Wat zijn de kosten van het systeem, en hoe moeten de slangen in de grond zijn aangebracht en later weer verwijderd. En is de ingeschatte efficiëntie echt gehaald?
Subsidie maakt mogelijk om systeem te proberen
De familie Van de Heijning hoopt de komende maanden samen met de leverancier en lokale dealer antwoorden te krijgen op de technische vragen. Andere vragen zullen beantwoord kunnen zijn door de ervaring die ze op gaan doen op het proefperceel binnen het Koeien & Kansen project. Op de vraag wat een dergelijk systeem kost qua investering, onderhoud en gebruik, verwachten ze snel meer duidelijkheid te krijgen. In 2025 kom er in Zeeland een investeringssubsidie beschikbaar, die een deel van de investering kan dekken. Deze subsidie maakt het voor vader Wim en zoon Wim mogelijk om het systeem te proberen, tenzij de investering en kosten dermate hoog zijn.
Bron: Verantwoorde Veehouderij