In 2021 werd in Nederland 9,4 miljoen kilogram gewasbeschermingsmiddelen afgezet, vijf procent minder dan een jaar eerder. In 2020 nam de afzet nog toe, tot bijna tien miljoen kilogram werkzame stof. Vooral de afzet van middelen voor de bestrijding van schimmels daalde in 2021. Vergeleken met andere EU-landen worden in Nederland, in verhouding tot de oppervlakte landbouwgrond, relatief veel gewasbeschermingsmiddelen afgezet. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers over de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen van het CBS.
Het grootste deel (35 procent) van de verkochte gewasbeschermingsmiddelen werd in 2021 ingezet bij de bestrijding van schimmels en bacteriën. 28 procent van de verkochte gewasbeschermingsmiddelen was voor de bestrijding van onkruid en loofdoding; voor het bestrijden van insecten en mijten was dat ook 28 procent.
Voor 2017 schommelde de afzet van gewasbeschermingsmiddelen rond de 11 miljoen kilogram. In 2017 is voor het laatst de tien kilogram overschreden. Daarna daalde de afzet enkele jaren, maar in 2020 was er weer sprake van een toename tot bijna tien miljoen kilogram.
Verkoop schimmelbestrijdingsmiddelen sterk afgenomen
De verkoop van gewasbeschermingsmiddelen voor de schimmelbestrijding is in 2021 met ruim 17 procent gedaald vergeleken met een jaar eerder, naar 3,3 miljoen kilogram werkzame stof. Ook de verkoop van middelen voor de bestrijding van onkruiden en loofdoding daalde (ruim 1 procent). De afzet van middelen ter bestrijding van insecten en mijten nam met 10 procent toe, tot 2,7 miljoen kilogram. Ook de afzet van overige middelen nam licht toe, tot 0,9 miljoen kilogram.
Minder mancozeb en glyfosaat verkocht
In 2021 is de verkoop van het fungicide (schimmelbestrijdingsmiddel) mancozeb met bijna 49 procent gedaald ten opzichte van 2020, naar 1,1 miljoen kilogram werkzame stof. Mancozeb is vanaf 1 juni 2021 niet langer toegestaan voor gewasbescherming binnen de EU. De afzet van overige fungiciden steeg met 18 procent, naar 2,2 miljoen kilogram.
Het herbicide (onkruidbestrijdingsmiddel) glyfosaat is in 2021 met ruim negen procent gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor, naar 0,7 miljoen kilogram werkzame stof.
De verkoop van overige onkruidbestrijdingsmiddelen nam met bijna 2 procent toe, tot 1,9 miljoen kilogram werkzame stof. De verkoop van paraffineoliën, voor de bestrijding van plantenvirussen via bladluizen, is in 2021 met ruim zeven procent gestegen, naar 2,2 miljoen kilogram werkzame stof. Bij de overige insecticiden steeg de afzet met 23 procent (naar 0,5 miljoen kilogram).
Afzet middelen in Nederland relatief hoog
De verkoop van gewasbeschermingsmiddelen in Nederland in 2021 (9,4 miljoen kilogram werkzame stof) maakte 2,6 procent uit van de totale Europese afzet (355 miljoen kilogram werkzame stof). Het Nederlandse landbouwareaal besloeg dat jaar ongeveer één procent van het totale Europese landbouwareaal. In Nederland worden dus relatief veel gewasbeschermingsmiddelen afgezet.
Binnen de Europese Unie (EU-27) werd in 2014-2016 voor ongeveer 370 miljoen kilogram gewasbeschermingsmiddelen verkocht. Dit neemt sinds 2016 af, naar 333 miljoen kilogram in 2019, maar is in 2020 weer toegenomen tot 346 miljoen kilogram. In 2021 steeg het verder met bijna drie procent, naar 355 miljoen kilogram.
Van de landen die in 2021 alle gegevens openbaar maakten, nam Spanje met ruim 21 procent het grootste deel van de afzet van gewasbeschermingsmiddelen in de EU voor zijn rekening. Frankrijk, Italië en Duitsland volgden met respectievelijk bijna 20, 14 en bijna 14 procent. Samen zijn deze vier landen verantwoordelijk voor 57 procent van de totale Europese afzet. Aangezien deze landen iets meer dan de helft (51 procent) van het Europese landbouwareaal in beslag namen, werden er in deze landen dus relatief veel gewasbeschermingsmiddelen afgezet.
Bron: CBS