Het Ctgb heeft in de vergadering van 24 februari besloten om het wettelijk gebruiksvoorschrift aan te scherpen voor middelen met schimmel bestrijdende azolen. Deze worden toegepast in de bloembollen- en bolbloementeelt. Zo moet langdurige opslag van plantaardig restmateriaal met azolen zijn voorkomen.
Resistentie
De achtergrond van deze maatregel is dat het gebruik van deze middelen kan leiden tot resistente vormen van de schimmel Aspergillus fumigatus in hopen met restmateriaal. Deze veel voorkomende schimmel is ook aangetroffen bij patiënten met longinfecties. De resistente schimmels kunnen dan ook resistent zijn tegen humane geneesmiddelen op basis van azolen; waardoor infecties moeilijk zijn te behandelen.
Zorgvuldige verwerking restmateriaal
Het aanpassen van het gebruiksvoorschrift volgt dan ook op goed overleg met de sector en toelatinghouders. Deze nemen hun verantwoordelijkheid in het terugdringen van het risico. In een brief die deel uitmaakt van het collegebesluit bevestigen zij de gemaakte afspraken en werkwijzen; zoals uitgewerkt in het protocol.
Bij het aangepaste gebruiksvoorschrift hoort een protocol dat de juiste verwerking vastlegt. Het protocol schrijft voor dat azoolhoudend afval moet zijn afgedekt en ten hoogste twee weken mag zijn opgeslagen. Het mag onder strikte voorwaarden zijn verbrand, vergist of gecomposteerd en uitgereden. De teler en de afnemer tekenen beiden voor dit proces, om zo route en verwerking van het materiaal goed te kunnen borgen. Het protocol treedt met het Collegebesluit direct in werking.
Opvolging en onderzoek
In 2021 zullen de effecten van de opgelegde maatregelen gemonitord zijn en zal verder onderzoek plaatsvinden. Waar nodig is het protocol dan aangepast aan nieuwe inzichten. Daarnaast is ook onderzoek naar andere mogelijke bronnen van resistente schimmels op plantaardig restmateriaal.
Bron: Ctgb