Het Ctgb heeft beleid vastgesteld voor biociden en gewasbeschermingsmiddelen met feromonen of lokstoffen, en verduidelijkt wanneer ze wel en geen toelating nodig hebben. Het sluit daarmee aan bij de Europese guidances en afspraken die daarover in Europa zijn gemaakt.
Semiochemicals zijn stoffen die door planten, dieren en andere organismen worden afgegeven om te communiceren. Ze kunnen verschillende functies hebben: lokken, het gedrag verstoren of afweren. Er bestaan verschillende biociden en gewasbeschermingsmiddelen met deze stoffen. Afhankelijk van het doel hebben ze een toelating nodig als gewasbeschermingsmiddel of als biocide.
Regelgeving
Voor de ontwikkeling, toelating en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op basis van semiochemicals (waaronder feromonen) is in mei 2016 een Europese guidance vastgesteld: ‘Semiochemical active substances and plant protection products’.
Voor biociden heeft de Europese Commissie in mei 2017 aangegeven dat lidstaten individueel moeten bepalen of producten voor monitoring een toelating als biocide nodig hebben of niet.
Vanwege deze ontwikkelingen verheldert het Ctgb het Nederlandse beleid voor producten op basis van semiochemicals en lokstoffen.
Afhankelijk van doel
Onder de gewasbeschermingsverordening is voor vallen met lokstoffen geen toelating nodig zolang ze géén andere chemische werkzame stof bevatten. Een lokstof wordt binnen de gewasbescherming niet gezien als werkzame stof.
Onder de biocidenverordening is voor vallen die uitsluitend bedoeld zijn om plaagdieren of insecten te monitoren (tellen) en niet om de populatiegrootte te beïnvloeden, geen toelating nodig. Zodra de vallen wel de intentie hebben of gebruikt worden om de populatie van de plaagdieren of insecten te verkleinen, dan is wel een toelating als biocide nodig. Hetzelfde geldt voor vallen met lokstoffen zoals bijvoorbeeld pindakaas of suiker.
Dit wordt samengevat in onderstaande tabel.
Functie semiochemical of lokstof in het middel |
Extra functie |
Bescherming van planten (volgens de Gewasbeschermings-verordening, PPPR) |
Schadelijke organismen weren of effecten daarvan voorkomen (volgens de Biocidenverordening, BPR) |
Lokken |
Geen |
Geen toelating nodig* (zuivere monitoring) |
Geen toelating nodig** (zuivere monitoring) |
Mechanische bestrijding |
Geen toelating nodig* |
BPR toelating nodig*** |
|
Insecticide of andere soort werkzame stof |
PPPR toelating nodig (semiochemical of lokstof is geen werkzame stof) |
BPR toelating nodig |
|
Verstoren |
N.v.t. |
PPPR toelating nodig (semiochemical is wel een werkzame stof) |
BPR toelating nodig |
Afweren |
N.v.t. |
PPPR toelating nodig (semiochemical is wel een werkzame stof) |
BPR toelating nodig |
* volgens de Guidance over Semiochemicals
** aansluitend bij de Europese afspraak uit 2007 (MoD 2.5.11); inclusief het vangen van insecten en plaagdieren zonder intentie om de populatiegrootte te beïnvloeden
*** bestrijding betekent in dit geval: intentie om de populatiegrootte te beperken