Akkerbouwer Kor Berghuis uit de Groningse gemeente De Marne bespuit direct na het aanfrezen van de pootaardappelruggen met Sencor. “Ik frees zo laat mogelijk. Zo wordt het onkruid dat ontkiemt met het aanfrezen vernietigd.” Het opkomende gewas verstikt nieuw onkruid vervolgens, zo verwacht hij.
Zorgvuldigheid
Berghuis (57) heeft vorige week de aardappelruggen opgebouwd. Het aardappelras dat hij gebruikt is Agata en werd direct van voedingsstoffen voorzien. Daarna ging Berghuis nogmaals het perceel over om zijn aardappelen te bespuiten en zo onkruiddruk te voorkomen. Zorgvuldigheid is noodzaak bij het schoonhouden van de ruggen, zo vertelt de akkerbouwer: “Hoe schoner het gewas straks, hoe makkelijker de selectie. Het levert de keurmeester voordelen op bij de beoordeling van de aardappelen.” Het bouwplan van de gebroeders Berghuis bestaat, naast 30 hectare pootaardappelen, uit 3 hectare consumptieaardappelen, 12 hectare bieten, 5 hectare uien en 36 hectare wintertarwe.
“Meeste onkruid van jezelf”
De onkruiddruk is bij het Groningse akkerbouwbedrijf iets hoger omdat Berghuis in het voorjaar ploegt. Bij ploegen in het najaar vriest een deel van het onkruid dood, maar nu zit de akkerbouwer in het voorjaar naar eigen zeggen met ‘veel kiemend onkruid’. Hij spuit daarom zijn uien en zijn bieten ook goed schoon, de laatste onkruiden pakt hij met de hak. “Het meeste onkruid komt tenslotte van je eigen percelen.”
Sencor is wat Berghuis betreft een goed middel voor een ‘schone rug’. De akkerbouwer gebruikte voorheen ook weleens andere middelen, omdat hij rassen teelde die Sencor niet goed konden verdragen. “Dat is nu niet meer nodig, ik heb geen enkel gevoelig ras meer.” Over het middel is hij te spreken, want volgens de akkerbouwer is het een breedwerkend en een relatief goedkoop herbicide voor opkomst van de plant. “Ik kijk er wel mee uit na opkomst, want je kunt schade spuiten als het gewas al opkomt. Het kan een witverkleuring veroorzaken en die zorgt bij het selecteren weer voor problemen.”
”Niet mechanisch”
Berghuis is behalve akkerbouwer ook wethouder in de gemeente De Marne. Hij laat als verantwoordelijke voor het groen de stoepen en straten branden om van het onkruid af te komen. “Overheden mogen geen middelen als Roundup meer gebruiken en nu doet de gemeente het met branden en borstelen. Het effect is minder goed dan de chemische aanpak, dus ik verwacht meer klachten van de burgers. Het verloopt nog niet feilloos.”
Op zijn eigen bedrijf is mechanische onkruidbestrijding – op het laat aanfrezen na – niet aan de orde. “De mechanische aanpak leent zich niet voor mijn zavelklei. We hebben hier slempgevoelige grond, vijftien tot twintig procent afslibbaar. Dat houdt in dat je niet onder alle omstandigheden het land op kunt, want dan slaat de grond dicht. Ook het opbouwen van ruggen in fases, zoals ze in de zetmeelaardappelen wel doen, is lastig hier op de klei.”
Lees verder onder afbeelding
Frezen doet hij dus bij droog weer, als de klei een beetje grijs wordt. Vorige week waren de omstandigheden prima voor het aanfrezen en is er 7 hectare gefreesd. De regen legt daarna alle werkzaamheden stil. Berghuis doet dit om de bodem te sparen. “Om de structuur te verbeteren en slemp tegen te gaan, strooien we ook gips.”
Bewustwording
De akkerbouwer weet heel goed wat voor beeld hij met zijn veldspuit oproept. Via zijn Facebook- en twitterpagina probeert hij daarom duidelijk te laten zien wat hij doet en waarom. Berghuis hoopt daarmee op een stukje bewustwording bij burgers en consumenten: “Het lijkt misschien of akkerbouwers maar raak spuiten, maar zo werkt het natuurlijk niet. Er hangt een flink prijskaartje aan en ik werk met een laag doseringssysteem, maar dat ziet een voorbijganger niet. Daarom tweet ik er over en zet ik het op Facebook.”
Op zijn pagina is goed te zien hoe het gewas het doet. Hoewel hij twee weken later kon aanfrezen dan afgelopen jaar, maakt hij zich geen zorgen. “De zomer moet het doen bij de aardappelen. Bieten en uien hebben het hele groeiseizoen nodig, daar verwacht ik dit jaar door de trage start geen topopbrengsten. Dat wil niet zeggen dat het een slecht jaar wordt. De grote verschillen die je nu in het gewas ziet, verdwijnen wel. Er is in april en in mei gezaaid, maar je zult zien dat het naar elkaar toe groeit.”