De voorjaarswerkzaamheden zijn weer volop aan de gang. Wanneer het voorjaar is gestart, biedt dat weer een nieuwe kans voor een goede oogst. In de afgelopen periode hebben we de gelegenheid gehad om de bodem op orde te krijgen. Gewassen groeien tenslotte beter op een gezonde bodem.
De gewassen zijn weerbaarder en beter bestand tegen de uitdagingen als weersextremen, zoals droogte en wateroverlast, maar ook tegen bodemziekten en plagen.
POP3 subsidie
De Europese Unie en in ons geval de provincie Drenthe steunen agrarisch ondernemers die voorop lopen in duurzame ontwikkelingen, zoals Smart Farming, met subsidie (bijvoorbeeld POP3) om kennis en ervaring op te doen. Voorbeelden daarvan zijn het TIP-project en het MAXSUS project, waarbij inmiddels meerdere jaren in de praktijk gegevens zijn verzameld.
Met een paar voorbeelden uit deze projecten waar De Databoerin bij betrokken is, wil ik laten zien hoe Smart Farming, oftewel het gebruik van technologie en data, je als akkerbouwer kan helpen om beslissingen te onderbouwen, die bijdragen aan een gezonde en weerbare teelt.
Bodemvruchtbaarheid
In het kader van een van de projecten is vorig jaar een intensieve, zogenaamde grid-bemonstering van 45 bij 45 meter uitgevoerd. Uit dit soort intensieve bemonstering blijkt soms dat de pH op korte afstand behoorlijk kan variëren.
De pH is een belangrijke parameter, vooral om de voedingsstoffen in de bodem ook beschikbaar te krijgen voor de planten, zoals je kunt zien in de schematische weergave. De dikte van de balk geeft de beschikbaarheid van nutriënten weer bij een bepaalde pH-KCl (op de x-as) (Afb. 1) (bron: handboek Bodem en Bemesting.)
Globaal is de pH-KCL voor dit perceel grotendeel tussen de 5.1 en de 5.5, maar vlakken met de hogere waarden zouden we bijvoorbeeld met het oog op de sporenelementen, zoals mangaan en ijzer, wel in de gaten moeten houden. Uit de analyseresultaten bleek inderdaad dat in de vlakken met pH hoger dan 5.4 de mangaan beschikbaarheid vrij laag was. Hoewel bij een pH hoger dan 5.8 pas echt grote gevolgen verwacht worden voor bijvoorbeeld suikerbieten, kunnen we met een plaatsspecifiek bemesting op taakkaart al zorgen voor een egalere gewas.
Op taakkaart wordt in dit geval 35 procent bespaard ten opzichte van een volveldsbehandeling, omdat de delen met de lagere pH deze bemesting kan worden overgeslagen. Door het in beeld brengen en kwantificeren van de verschillen werden we wel aangezet tot het nader bekijken van de plantbehoefte en werd voorkomen dat pas in een later stadium een probleem zou worden onderkend. (Afb. 2)
Het belang van organische stof
Ook een bodemscan kan interessante verbanden laten zien, zoals in de droge zomer van 2020. Begin augustus werd de droogte merkbaar op de droogste delen van dit suikerbietenperceel. Met een SoilXplorer bodemscan was in de winterperiode al het vochthoudend vermogen (links) in kaart gebracht. Op de satellietbeelden in de loop van het groeiseizoen werd het e‑ ect daarvan zichtbaar in de LAI (leaf area index), een maat voor de bladmassa van het gewas (rechts). De groene vlakken hebben een index-waarden van tegen de 3.5, terwijl de lichtere delen of rode delen rond de 3.0 zitten. (Afb. 3)
De groene delen komen sterk overeen met de hogere (donkere) waarden van het vochthoudend vermogen van de bodem. Dat op zich is natuurlijk niet zo opmerkelijk. Het wordt interessant om ook verder te kijken naar wat je vervolgens kunt doen met deze informatie.
Op basis van de bodemscan gegevens hebben we een inschatting gemaakt van het organische stof gehalte (Afb. 4). De hele hoge waarden zijn vermoedelijk niet betrouwbaar, maar het beeld geeft een goed indicatie. Door compost plaatsspecifiek aan te brengen kun je binnen de mogelijkheden het meeste effect creëren.
Door op de plekken met 6,5 procent organische stof het eerste jaar een hoge gift van veertig ton per hectare en daarna jaarlijks tien ton per hectare kan in vijf jaar de organische stof 0,4 procent worden verhoogd naar 6,9 procent, waardoor het natuurlijk vochthoudend vermogen wordt verbeterd, waardoor de weerbaarheid van de teelt wordt vergroot.
Bewust beregenen
De tendens lijkt toch wel dat we vaker te maken zullen krijgen met langere perioden van droogte waardoor ook beregening noodzakelijk wordt. Ook hier speelt de wens om zo zuinig mogelijk om te gaan met water en de benodigde energie. Een manier om in te spelen op de natuurlijk variatie in vochthoudend vermogen is met variabele beregening.
De bodem in kaart gebracht met de SoilXplorer-bodemscan en daarvan is een kaart van het vochthoudend vermogen gemaakt (Afb. 5). De route van de beregeningshaspel is bepaald, waardoor er vlakken van honderd bij tien meter ontstaan om de gift te variëren.
Op de meest vochtvasthoudende delen (donkerblauw) kan de gift geringer zijn dan op de lichte delen. Door voor elk vak die berekening te maken hebben we een relatieve gift per vak bepaald en vastgelegd als taakkaart. De beperking van het aantal zones zit in de haspel.
Het is aan de teler om te bepalen of hij gemiddeld 20, 25 of 30 millimeter wil geven. Deze gift wordt dan gelijkgesteld aan honderd procent, waardoor deze taakkaart bruikbaar blijft voor verschillende situaties in de komende jaren.
In de rubriek ‘De Databoerin’ behandelt dataspecialist Nicole Bartelds iedere editie van de Akkerbouwkrant verschillende onderwerpen die te maken hebben met Smart Farming. Hoe kun je met slim gebruik van data je teelt verbeteren de data uit het veld voor jou laten werken? Reacties kunt u sturen naar: nicole@databoerin.nl
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.