De landbouwsector heeft een flinke uitdaging: meer produceren met minder grondstoffen en minder nadelige effecten voor maatschappij en milieu. Smart farming en big data worden vaak genoemd als middelen om dit doel te bereiken. Wat kunnen ze betekenen voor de landbouw?
‘Interventies optimaal uitvoeren op het juiste moment, op de juiste plek en op de kleinst mogelijke schaal, dat is de essentie van de slimme landbouw, ook wel smart farming genoemd’, zegt onderzoeker precisielandbouw Corné Kempenaar van Wageningen University & Research. ‘Big data kunnen daarbij ondersteunen. Door sensoren op allerlei apparaten op het bedrijf en daarbuiten digitaal met elkaar te verbinden, komen er enorme hoeveelheden data beschikbaar. Deze data leveren door analyse en interpretatie waardevolle informatie voor de boer.’
Big data in de landbouw
Big data-toepassingen zijn er al in de landbouw. Zo worden meteorologische informatie en gegevens over bodemgesteldheid gekoppeld in systemen die telers waarschuwen tegen uitbraken van infectieziekten. En op portalen zoals Akkerweb worden data over afzonderlijke percelen in één centraal platform bijeengebracht. Akkerbouwers, klein of groot, kunnen deze gezamenlijke kennis vervolgens gebruiken voor smart farming: gewasbescherming en bemesting op maat, resulterend in een hogere productie met minder milieubelasting. Nog toekomstmuziek is bijvoorbeeld een systeem waarbij boeren informatie van passerende auto’s gebruiken om te bepalen of het op hun land geregend heeft. Kempenaar: ‘Automobilisten zetten hun ruitenwissers aan als het regent. Regent het harder, dan schakelen ze de ruitenwissers een standje sneller. Het moet technisch mogelijk zijn dat auto’s deze data doorgeven. De informatie die dit oplevert, kan wel eens veel betrouwbaarder en goedkoper zijn dan radarbeelden of een eigen weerstation.’
Big data staat of valt met vertrouwen
Er wordt in de landbouw veel over big data gesproken, signaleert Kempenaar: ‘Boeren zien absoluut de meerwaarde, maar hebben ook hun bedenkingen. Met big data moet het mogelijk zijn om veel nauwkeuriger dan nu de opbrengsten van de aardappel- of uienteelt te voorspellen. Dat is nuttige informatie voor telers. Maar ook afnemers van hun producten hebben grote interesse in deze voorspellingen. Met regionale opbrengstvoorspellingen kunnen ze namelijk beter anticiperen op schaarste en dit zal de prijzen drukken. Dat is natuurlijk niet in het belang van telers. Die zouden zich met het vrijgeven van die opbrengstvoorspelling juist in eigen voet schieten. Bedenk daarbij dat er al sprake is van scheve verhoudingen in een markt met tienduizenden aanbieders en slechts een handjevol grote afnemers. Het succes van big data staat of valt met vertrouwen dat ze niet misbruikt worden.’
Big data kent geen beperkingen
Zo zijn er nog hobbels te nemen. Maar dat big data de sector vooruit kan helpen, staat voor Kempenaar vast: ‘Door satellietgegevens te koppelen aan bodeminformatie en weersgegevens, en daar gericht met agronomische modellen op in te spelen, kunnen boeren de opbrengsten van hun percelen met procenten laten stijgen, terwijl tegelijkertijd het milieu minder wordt belast. Als de partijen in de ketens en kennisleveranciers er samen in slagen problemen rond eigendom, privacy en toepassing van gegevens op te lossen en de benodigde modellen en analysemethoden weten te ontwikkelen, ligt de weg naar bruikbare big data-toepassingen open. Want de techniek is geen beperkende factor meer.’