Precisielandbouw helpt boeren bij het maken van nauwkeurigere beslissingen. Dit kan van grote waarde zijn bij het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, en water voor irrigatie. Onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) en van Aarhus University schreven een handboek over de mogelijkheden en de praktijk van precisielandbouwtechnieken.
Bij precisielandbouw krijgen planten (of dieren) met behulp van technologie, heel nauwkeurig de behandeling die ze op dat moment nodig hebben. Hiervoor worden verschillende technologieën ingezet zoals sensortechnologie, ICT, robotisering en satelliet navigatie. Het grote verschil met klassieke landbouw is dat bij precisielandbouw per vierkante meter heel precies kan worden bepaald wat er moet gebeuren. Zo kunnen boeren de productie optimaliseren en duurzamer maken, met name door het voorkomen van onnodig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, en water voor irrigatie. Dit heeft ook een effect op het energieverbruik.
In het onlangs verschenen boek ‘Precision Agriculture: Modelling’ vatten WUR-onderzoekers Corné Kempenaar en Frits van Evert en Aarhus University-onderzoeker Davide Cammarano de modellen achter precisielandbouwtechnieken samen. Zo geven ze (toekomstige) boeren, adviseurs en wetenschappers een handig overzicht van de huidige mogelijkheden en (toekomstige) uitdagingen op het gebied van precisielandbouwtechnieken.
Drie delen
Precisielandbouwtoepassingen bestaan uit drie delen: data, modellen en machines. Het is belangrijk dat deze factoren goed met elkaar gekoppeld zijn, wil het meerwaarde hebben voor de boer.
“Men kijkt vaak vanuit één van deze drie onderdelen naar de precisielandbouw, in plaats van deze met elkaar te verbinden en als één geheel te zien. Het boek is bedoeld om data, modellen en techniek te koppelen zodat de lezer een compleet beeld heeft van de mogelijkheden” aldus Kempenaar, senior onderzoeker precisielandbouw bij WUR.
Waarom zijn precisielandbouwmodellen weinig gebruikt?
Het gebruik van precisielandbouwmodellen brengt een aantal voordelen met zich mee, zo kunnen ze zorgen voor:
- Verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, en water voor irrigatie. Dit leidt tot milieuwinst. Het leidt ook tot minder kosten voor de boer maar dit is niet altijd voldoende om de precisielandbouwtechnologie te betalen.
- Verminderd gebruik van bovenstaande leidt tot minder energieverbruik bij de productie van deze stoffen.
- In aardappelen leidt variabele bemesting met stikstof naast verminderd stikstofgebruik, óók tot een gewas dat niet té ruim voorzien is van stikstof, en dat daardoor minder vatbaar is voor sommige ziekten. Bovendien leidt het tot een egaler afstervend gewas wat ervoor zorgt dat er bij het oogsten minder schade aan de knollen optreedt.
Ondanks bovenstaande voordelen, gebruiken boeren deze precisielandbouwmodellen lang niet altijd. Dit heeft verschillende oorzaken, aldus Van Evert, senior onderzoeker precisielandbouw bij WUR: “Boeren krijgen nauwelijks betaald voor het toepassen van precisielandbouw, waardoor de inspanningen soms groter zijn dan de voordelen die het met zich meebrengt voor de boer zelf.”
Daarnaast zijn de modellen complex en is er veel versnippering in de techniek die wordt aangeboden. “Boeren en startups ontwikkelen allerlei nieuwe modellen maar werken niet altijd samen, waardoor de boer er per saldo niet mee uit de voeten kan”, vertelt Van Evert.
Drempels wegnemen
In het boek geven de auteurs (toekomstige) boeren en adviseurs een overzicht van hoe modellen een onmisbaar onderdeel van precisielandbouw vormen. Zij noemen zowel modellen die je als teler direct kan toepassen, als wat minder direct toepasbare modellen. “Voor phytophthora (een ziekte in aardappels die ervoor zorgt dat ze afsterven), een belangrijk onderwerp in de Nederlandse landbouw, merken we veel behoefte aan advies. In het boek bespreken we twee phytophthora-modellen, van WUR en agro-ICT-bedrijf DACOM, die boeren beide al gebruiken,” legt Kempenaar uit.
“Naast phytophthora-modellen geven we ook advies over variabel bemesten in aardappelen, irrigatie en aaltjesmanagement. De modellen hiervoor zijn allemaal beschikbaar. Wij denken dat ze waardevol zijn voor de teler en adviseur.” Daarnaast hopen de onderzoekers dat het boek in het onderwijs terecht komt en de boeren van de toekomst met de technieken aan de slag kunnen.
Bron: WUR