In het Midden-Oosten staat voedselzekerheid hoog op de agenda. Het verkrijgen van voedsel gaat daar op een hele andere manier dan in Nederland. Iedere twee jaar wordt de VIV MEA beurs georganiseerd. Bezoekers komen dan naar Abu Dhabi om meer te weten te komen over productiesystemen voor veehouderij in het Midden-Oosten en Afrika.
Deze beurs is voor de vierde keer gehouden in dit gebied. In Europa en Azië wordt ook periodiek een VIV beurs georganiseerd. Deze keer kwamen ruim 10.000 bezoekers uit 113 verschillende landen naar deze beurs. De ruimte was gevuld met ongeveer vijfhonderd standhouders, waarvan zeventig uit Nederland.
Ondernemers in het Midden-Oosten
In het Midden-Oosten houden steeds meer bedrijven zich bezig met voedselproductie, omdat deze landen minder afhankelijk willen worden van de import van voedsel voor hun eigen families. De beurs richt zich op melkveehouderij, maar met name op pluimvee. Het is namelijk makkelijker om te starten met het houden van kippen dan koeien. Kippen komen sneller tot productie en leveren dus eerder rendement op. Net als in Nederland wordt voedselproductie in de Emiraten verzorgd door familiebedrijven.
“Eigenlijk vormen de Emiraten één groot familiebedrijf, dat bestuurd wordt door een aantal sjeiks, die met hun families verschillende agrarische familiebedrijven runnen. Op deze manier hebben ze hier vaak de hele keten in eigen beheer. De zelfvoorzieningsgraad zijn ze stap voor stap aan het vergroten om minder afhankelijk te worden van de import. Uiteindelijk willen ze ook graag de exportmarkt op gaan,” vertelt Albert Hoekerswever, één van de mensen achter stichting HubOrange!. Deze stichting heeft als doel om duurzame en circulaire voedselsystemen te promoten en agrarische bedrijven te helpen ontwikkelen met hulp van bedrijven uit hun netwerk. Stichting HubOrange! komt voort uit het in 2015 opgerichte innovatieplatform ‘Kip van Oranje’ en is in 2020 opgericht door Hoekerswever en Noud Janssen.
Voedselzekerheid
In het Midden-Oosten en Afrika is voedselzekerheid topprioriteit en tegelijkertijd een uitdaging. Dit was dan ook een belangrijk thema op de VIV MEA beurs. Door COVID-19 en de oorlog in Oekraïne zijn landen zich gaan realiseren dat ze erg afhankelijker zijn geworden van de import van voedsel. Om hier minder afhankelijk van te worden is voedsel een strategisch agendapunt geworden in veel landen. “Dit biedt kansen voor Nederland”, aldus Hoekerswever.
“Nederland heeft veel kennis, machines en ervaring in huis om complete productiesystemen op te zetten. Door deze kennis en producten te verbinden in een gezamenlijke ‘winkel’ kunnen we in principe op elke marktvraag een antwoord geven. Veel Nederlandse bedrijven doen al zaken in deze regio. HubOrange! richt zich op het clusteren van innovaties, die duurzame en circulaire voedselproductie mogelijk maken. Op die manier krijgen innovatieve bedrijven en start-ups makkelijker toegang tot de markt en kun je samen een complete oplossing bieden.”
Daarnaast werd er dit jaar een nieuw onderdeel toegevoegd aan de beurs, namelijk horticulture, oftewel tuinbouw. Dit is gedaan op verzoek van de regering van de Emiraten. “Om een compleet aanbod van voedsel te kunnen produceren, zet de regering in op zowel veehouderij als tuinbouw. Er kunnen tevens nieuwe circulaire verbindingen worden gemaakt tussen deze sectoren. Mest uit de veehouderij kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de grond te bemesten in de tuinbouw. Omgekeerd kun je voedingsresten uit de tuinbouw mogelijk gebruiken voor het opkweken van insecten. Zo kun je met de reststromen uit beide sectoren circulariteit inbrengen. Dat vinden ze ook in het Midden-Oosten steeds belangrijker. Ook die kennis kunnen we vanuit Nederland bieden en inzetten in verschillende projecten.”
Nederlandse kennis op de VIV beurs
Op de VIV MEA beurs had HubOrange! samen met de beursorganisatie een transitieplein ingericht, die precies op de grens lag van het veehouderij- en tuinbouwgedeelte van de beurs. Hier konden bezoekers kennismaken met duurzame en circulaire innovaties uit de agrarische sector in Nederland. Dit 320 vierkante meter grote plein bestond uit drie delen.
In het eerste deel werden elke dag seminars gehouden. Het tweede deel was een ‘Netherlands lounge’, die was ingericht in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), waar mensen met elkaar in gesprek konden gaan. Ook was er het HubOrange! inspiratieplein met elf Nederlandse bedrijven, startups en concepten, die kennis deelden over duurzame en circulaire voedselproductie.
“We laten op deze beurs Nederland van haar beste kant zien. In Nederland is er veel kritiek op de agrarische sector, terwijl er ook volop vernieuwing plaatsvindt. Daar kunnen we laten zien hoe we met onze kennis vanuit een aanpak in de gehele keten kunnen samenwerken om duurzame productiesystemen te ontwikkelen.”
De hele keten vertegenwoordigd op de VIV MEA beurs
Op het inspiratieplein stonden bedrijven die varieerden van insectenkwekers tot ontwikkelaars van korte keten systemen. “Vanuit de hele keten hebben wij partners meegenomen. Ze brengen allemaal afzonderlijk kennis mee en kunnen zo samen een integrale oplossing bieden”, vertelt Hoekerswever hierover.
Op de beurs kwam Hoekerswever in gesprek met veel verschillende potentiële opdrachtgevers. “Zo was er een jonge ondernemer, een pluimveehouder, met een bedrijf in de Emiraten. Hij had zowel 250.000 leghennen als vleeskuikens. Zijn idee was om zijn eigen voer te gaan produceren, het liefst circulair. Voor dit idee konden wij hem in contact brengen met meerdere partijen in ons netwerk, want het is natuurlijk een flinke stap om hiermee te beginnen.”
Een ander voorbeeld was een ondernemer uit Thailand, die visvoer maakt voor de visproductie. Dit wordt gemaakt op basis van vismeel, maar vanuit het oogpunt van beschikbaarheid en duurzaamheid wilde de ondernemer insecten gaan voeren. De stichting besteedde een volledig seminar aan dit onderwerp met diverse sprekers uit de Nederlandse insectenwereld, zoals Petra van den Hengel van het Network for Insect Knowlegde, Henk Haaring van Winsect en Bob Holtermans van Insect Engineers. Op deze manier was er direct alle benodigde informatie beschikbaar voor deze Thaise ondernemer en andere belangstellenden.
Vanaf de tekentafel
“Het mooie van een gebied als het Midden-Oosten is dat je vaak begint met een leeg vel. Er zijn wel een aantal bedrijven, maar er is ook veel ruimte om voedselproductie vanaf de basis op te zetten. Ondernemers hebben behoefte om zelf te produceren én de financiën zijn daar ook beschikbaar. Op deze manier kun je gelijk vanaf de tekentafel allerlei innovaties combineren in één systeem. In Nederland is dat veel moeilijker. Hier is alles al geoptimaliseerd en er is weinig ruimte. Het was mooi om op deze manier van elkaar te leren”.
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Albert Hoekerswever