Onlangs zijn in ‘Mijn percelen’ van RVO de kaartlagen met landschapselementen en bufferstroken toegevoegd. Op basis van deze kaartlagen is het nu mogelijk om landschapselementen en bufferstroken in te tekenen. Belangrijk is om eerst de perceelsgrenzen van de gewaspercelen bij te werken. En verder mogen de landschapselementen alleen ingetekend worden als het feitelijk gebruik en/of beheer bij het agrarisch bedrijf ligt. Ook moeten de landschapselementen grenzen aan landbouwareaal.
Pachtovereenkomsten
Als bij pacht (of een andere overeenkomst) beide partijen overeenkomen dat ook het beheer van de landschapselementen (veelal sloten) mee overgaat, moet het gebruik/beheer feitelijk bij de pachter komen te liggen. Het is verstandig om dit ook in een schriftelijke overeenkomst op te nemen.
Bufferstroken
Om de juiste mestplaatsingsruimte te kunnen berekenen is het aan te raden om alle bufferstroken in te tekenen. Het intekenen van bufferstroken is in principe verplicht indien op de bufferstrook een ander gewas wordt geteeld dan op het hoofdperceel. Ook als de bufferstrook wordt ingezet als ‘niet-productief areaal’. Ons advies is om de bufferstroken altijd in te tekenen, om zo de juiste mestplaatsingsruimte te kunnen berekenen.
Sloten
Een subsidiabele sloot telt mee van insteek tot insteek. Als een bedrijf de helft van een sloot in gebruik heeft, dan kan de sloot in ‘Mijn percelen’ gesplitst worden op de kadastrale grens of op het midden van de sloot. Als een sloot doorloopt langs een perceel van iemand anders, dan moet de sloot gesplitst worden op het eind van het eigen perceel.
Langs sloten waarbij het talud minimaal 2 meter breed is en een helling heeft die niet steiler is dan 1:3 mag een deel van het talud meetellen als bufferstrook. Dit was al bekend voor sloten met een flauw talud, zoals bij natuurvriendelijke oevers.
Als hier sprake van is, hoeft de bufferstrook niet geteld te worden vanaf de insteek van de sloot, maar mag vanaf 1 meter vanaf de waterlijn in de richting van het perceel worden gerekend. In geval van een talud van 2 meter (schuin gemeten) mag dus 1 meter van het talud meetellen voor de bufferstrook.
Fouten in de kaartlagen landschapselementen
Wanneer je van mening bent dat een landschapselement niet juist is geregistreerd (bijvoorbeeld: een natte sloot moet een droge sloot zijn), dan kan dit in de Gecombineerde Opgave worden aangeven en de feitelijke situatie in te tekenen.
Bron: Agrifirm