Vanaf 2025 zijn er een aantal veranderingen in de regelgeving en de voorwaarden voor de GLB-wsubsidies. Daarom is het goed om alvast het bouwplan 2025 voor te bereiden.
Waar moet je naar kijken in het bouwplan 2025?
In het bouwplan 2025 moet je rekening houden met de regels van het mestbeleid en het GLB, net als voorgaande jaren. Regels waar je goed rekening mee moet houden zijn de rustgewassen van zand- en lössgrond en de gewasrotatie.
Gewasrotatie op bouwland
Vanaf 2024 is het verplicht om gewassen te roteren op bouwland. Er zijn drie verschillende normen. Houd je aan deze drie normen:
- Je teelt elk jaar op minimaal een derde van je bouwland een ander gewas als hoofdteelt (andere gewascode). Of je teelt één of meer volgteelten (andere gewassoort) na de hoofdteelt. Het éénderde deel waarop je moet roteren is het deel van de totale oppervlakte van je bouwland inclusief de vrijgestelde oppervlakte;
- Je teelt op je percelen eens in de vier jaar een ander gewas (andere gewascode) als hoofdteelt;
- Je teelt op zand- en lössgrond in de periode van 1 januari 2023 tot 1 januari 2027 één keer een rustgewas als hoofdteelt.
De regeling gewasrotatie op bouwland geldt niet alleen voor akkerbouwers. De regeling geldt ook voor melkveehouders die meer dan 25 procent bouwland hebben. Biologische bedrijven zijn wel vrijgesteld van deze regeling.
Rustgewas op zandgrond
In de periode van 2023 tot en met 2026 moet je op zandgrond één keer een rustgewas hebben geteeld. Dit betekent dat op de percelen waar in 2023 of 2024 nog geen rustgewas is geteeld dit moet in 2025 of 2026. Het is goed om hier alvast een plan voor te maken zodat je voor 2027 aan deze verplichting hebt voldaan. Voor deze regeling gelden geen vrijstellingen, dus het betekent dat dit geldt voor alle landbouwers.
Bron: Agrifirm