Op 11 december jl. is in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen het door de stuurgroep voorgestelde belastingsysteem unaniem overgenomen. Voor de landbouw van groot belang omdat de weeffout – die in het huidige belastingstelsel de extreme tariefstijgingen voor de categorie ‘ongebouwd’ veroorzaakte – hiermee is opgelost.
LTO Nederland heeft hiervoor, als stakeholder bij het door de stuurgroep doorlopen proces, telkens gepleit. Daarnaast wordt het voor de stedelijke waterschappen eenvoudiger om de tariefontwikkeling voor alle categorieën (ingezetenen, ongebouwd, natuur, gebouwd) in gelijke mate te laten opgaan. Ook zal een aantal aanpassingen doorgevoerd gaan worden om de zuiveringslasten beter en milieuvriendelijker te kunnen vaststellen.
Belastingstelsel op zijn vroegst in 2024
LTO heeft de bestuurders op de geborgde zetels ‘ongebouwd’ in de waterschappen aangegeven in te stemmen met het voorliggende model. Met de unanieme besluitvorming door de Unie is het verdere traject nu aan de politiek. Na deze besluitvorming heeft de Unie in een brief aan de Minister van I&W gevraagd om deze voorstellen snel in wetgeving om te zetten. Als ook het proces in het parlement voorspoedig verloopt. Zal het nieuwe belastingsysteem op z’n vroegst in 2024 ingevoerd kunnen worden. LTO vindt het daarom belangrijk dat het parlementaire proces snel verloopt en dat geen vertraging is opgelopen door politieke partijen die hun eigen aanpassingen willen doorvoeren naast deze unaniem gedragen voorstellen.
Weeffout opgelost
Voor het vaststellen van de bijdrage aan de watersysteemkosten is in het nieuw gekozen belastingsysteem niet langer de waarde van onroerend goed, maar de dichtheid van de bebouwing ten opzichte van het areaal natuur en landbouw (aantal hectares per 1000 inwoners) als basis gebruikt. LTO heeft er steeds voor gepleit dat het belastingsysteem niet moet leiden tot een onevenredige stijging van de waterschapslasten voor de categorie ‘ongebouwd’. Daarom heeft LTO, met andere partijen, in het traject voorafgaand aan de besluitvorming, een voorstel gedaan gebaseerd op het huidige waardesysteem. Na doorrekening blijkt het gebiedsmodel, waar nu voor gekozen is, beter aan te sluiten om tariefschommelingen, met name in stedelijke waterschappen, op te vangen. De hoge waarde van infrastructuur speelt namelijk geen rol meer bij het vaststellen van het kostenaandeel van landbouw en natuur. De huidige, in de wet vastgelegde tariefdifferentiatie voor infrastructuur, is teruggebracht tot maximaal 100%.
Intern heeft de voorgestelde bandbreedte behorende bij dit nieuwe belastingsysteem nog wel tot de nodige discussie geleid. Immers plus of min 30% ten opzichte van het berekende punt op de curve, geeft een brede spreiding. LTO heeft dit punt meermaals aan de orde gesteld. Op aandringen van zowel LTO als vanuit de waterschappen zelf; is door de Unie toegezegd dat bij de uitwerking van dit model een handreiking zal worden opgesteld. Waarover LTO tijdig om haar mening zal worden gevraagd. De Unie heeft de Minister verzocht om in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel in te gaan op de bedoeling van de bandbreedtes.
Tariefdifferentiatie gebouwen
Er is besloten in de wet op te nemen dat het waterschap de mogelijkheid krijgt om voor ‘gebouwd’ een tariefdifferentiatie door te voeren tussen ‘bedrijfsgebouwd’ en ‘woningen’. De verschillende tariefontwikkelingen en het feit dat dit onderscheid al in gemeenteland algemeen gebruik is zijn daarbij gebruikt als argument. LTO heeft expliciet aandacht voor dit voorstel gevraagd en heeft daarbij vooral gewezen op de toepassing en uitwerking ervan. De Unie heeft aangegeven een handleiding op te stellen, waaraan een eventuele tariefdifferentiatie kan zijn getoetst.
Meekoppelkansen
Ook is besloten om een aantal breed gesteunde aanpassingen van het belastingsysteem nu gelijk mee te nemen in het wetsvoorstel. Bijvoorbeeld het kunnen uitvoeren van ‘plus voorzieningen’. Die op verzoek van een individu of vanuit een gebied gevraagd kunnen worden van het waterschap. Denk hierbij aan speciale wateraanvoervoorzieningen, nachtvorst en verziltingsbestrijding en extra veiligheid in verband met wateroverlast. Nieuw is dat zulke voorzieningen via een tariefdifferentiatie aan de betrokkenen worden doorbelast. LTO is blij met deze mogelijkheid, omdat hiermee het waterschap meer maatwerk kan leveren.
Permanent onderhoudsspoor
De stuurgroep had van de Ledenvergadering de opdracht meegekregen om drie urgente knelpunten in het bestaande belastingsysteem op te lossen. Voorkomen moest zijn dat allerlei minder dringende zaken tot veel discussies zouden gaan leiden. Daarom is besloten om voor de minder dringende zaken een permanent onderhoudsspoor te gaan ontwikkelen. Daarin kunnen allerlei zaken behandeld zijn die nu geparkeerd moesten zijn. LTO heeft de Unie laten weten dat bij uitwerking daarvan ook de stakeholders betrokken willen zijn.
Bron: LTO Nederland