“Voed de bodem, want de bodem voedt de plant.” Akkerbouwer Brian Salomé uit het Zeeuwse IJzendijke werkt volgens het systeem van Healthy Soil. Het concept zet in op een gezonde bodem als basis. “Want zonder een gezonde bodem heb je ook geen gezonde planten.” Tekorten worden aangevuld met bodem- en bladvoeding. Door de laatste jaren niet meer te ploegen en in te zetten op bodemverbeterende maatregelen lukt het Salomé zo om bijvoorbeeld uien met minder gewasbeschermingsmiddelen te telen.
Salomé is zo’n vijf jaar geleden gestart met Healthy Soil in aardappelen. Door de traditionele kunstmestgift te vervangen door gerichte blad- en bodemvoeding is de kwaliteit van het gewas flink verbeterd. De akkerbouwer start met een fosfaatgift bij het planten. Net voor het frezen zet hij calcium in, tijdens het frezen de stikstof. Bij de knolzetting zet hij de plantvoeding van Healthy Soil in. “Eerst deden we een proef. Bij de proefrooiingen hebben we kwaliteitsmonsters afgenomen en toen bleek dat we behoorlijke stappen vooruit hadden gezet. Vooral als je kijkt naar blauwgevoeligheid.”
De goede resultaten met Healthy Soil deden Salomé bewegen om een te investeren in een spuitset voor de pootmachine. Ook kocht hij een rijenbemester aan, waar hij deze werkzaamheden eerst aan een loonwerker uitbesteedde. “In opbrengst zijn we zeker niet achteruit gegaan. Met de kwaliteit gaan we vooruit. Jaar op jaar, ook onder de moeilijkere teeltomstandigheden, leverden we driemaal A-kwaliteit af.”
Pionieren
De positieve uitkomsten, die werden getoond op een open dag van een proefboerderij, waren voor Salomé reden om het eerste contact met Healthy Soil te leggen. “Op ons bedrijf begon als het ware het pionieren in de praktijk.” De teler had meerdere beweegredenen om te pionieren met Healthy Soil. “Zo zochten wij ook naar een oplossing om stikstof te besparen. We zaten iets boven de norm. We wilden graag terug naar een kleine twee honderd kilo stikstof per hectare, om zo meer mestruimte te creëren. Die zetten we nu in, in het najaar om het organische stof gehalte te verhogen. We voeren duizend ton vaste organische mest aan, terwijl we stro afzetten. Het stro komt weer terug in de vorm van rundveestalmest en zo hebben we de kringloop rond.”
Door alleen startfosfaat in het voorjaar in te zetten en geen drijfmest meer te gebruiken, houdt je volgens Salomé veel over. “De mogelijkheden zijn al beperkt, dus zoek je een meststof met veel fosfaat. Zo zijn we bij de gescheiden varkensmest uitgekomen. Daar zit meer dan twintig procent fosfaat in en zo’n acht tot tien procent stikstof.”
Niet-kerende grondbewerking
De inzet van Healthy Soil viel bij Salomé samen met de overgang op niet-kerende grondbewerking. “De aardappelen bleven qua opbrengst achter. Collega’s haalden vijftig tot zestig ton van het land, terwijl wij op dertig tot veertig ton bleven steken.” Het familiebedrijf uit IJzendijke zit op zavelachtige klei, vijftien tot veertig procent afslibbaar. Salomé besloot om van Bintje over te stappen op Innovator, van Nedato. “Ook geen makkelijk ras omdat die niet zonder water kan en gevoelig is voor gebreksziekten. Toch gedijt het ras hier goed, ook zonder beregening. De eerste jaren hebben we veel geleerd.”
De ploeg ging de schuur in. Door middel van woelen wordt een optimaal zaaibed gecreëerd. Door de inzet van overwinterende groenbemesters en inzet van Healthy Soil lukt het Salomé nu om ook in droge jaren een opbrengst van zestig ton per hectare van het land te halen. “Vijftig ton is nu de ondergrens. Misschien zal onze werkwijze niet op iedere grondsoort een oplossing zijn, maar bij ons pakt het bijzonder goed uit.
In het kader van de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (nppl) is op het Zeeuwse akkerbouwbedrijf ook een proef met een Horsch Avatar 3.16 SD geweest, waarbij graszaad door de tarwestoppel is gezaaid. “Dit is nog weer stap verder als het gaat om geen grondbewerking. De eerste resultaten zijn best goed. Ook voor uien heb ik een stukje groenbemester gezaaid. De uien zager er mooier uit. De opbrengsten op het proefstrookje lagen ook nog eens vijf tot tien ton hoger.”
Van aardappelen naar uien
Voor Salomé zijn de uien inmiddels een ander belangrijk speerpunt. De maatschap heeft een areaal van tachtig hectare. In het traditionele bouwplan zitten aardappelen, uien, wintergerst, graszaad, bieten, wintertarwe en een nateelt bruine bonen. Op 6,5 hectare worden uien geteeld. “Voor het tweede jaar hebben we winterzaaiuien via veredelaar Takii. In eerste instantie vanwege de oogstspreiding. De opbrengsten waren niet super en het zaaizaad is vrij duur. Uitwintering vormt met neerslag wel een risico, bij het gebruik van bodemherbiciden. Het is natuurlijk een vrij onbekende teelt. Ik hoop en verwacht dat er wel een markt voor is. Met winterzaaiuien ben je wel de eerste die kan leveren. Aan de andere kant is de uienmarkt wel onvoorspelbaar.”
Met uien probeert Salomé een rotatie van één op zes aan te houden. “De laatste jaren zijn we met uien qua oppervlakte wel wat geminderd. Droogte en trips waren hier aanzienlijk. Afgelopen jaar zaten we met meeldauw. Omdat de beschikbaarheid van actieve stoffen onder druk staat, wordt het ook steeds lastiger om een goede kwaliteit af te leveren. Twintig of dertig ton is veel te weinig.”
Door ook in uien het concept van Healthy Soil toe te passen, hoopt Salomé weer een stap in de goede richting te maken. Hij start met N-xt FertiPhos voor een egale beginontwikkeling en opkomst. Door het toepassen van de formules met sporenelementen is gebleken dat met de toediening van deze meststof hetzelfde resultaat met minder fosfaat bereikt wordt. Het gaat om een formule die fosfaat stabiel en opneembaar houdt voor de plant en zelfs efficiënter kan werken als het wordt toegepast in een vroeg stadium.
FertiPhos heeft direct effect op de wortelvorming, zorgt voor een goede stoloonvorming bij aardappelen en betere bolontwikkeling bij uien. Met de grondmonsters en aanbevelingen van Healthy Soil probeert Salomé te ontdekken of de positieve effecten bij aardappelen, ook bij uien zichtbaar worden. Daarnaast krijgt hij zo zicht op het effect van niet-kerende grondbewerking. “De resultaten vormen weer de parameters bij het magnesium strooien. We zetten in op Kieseriet. Ook zijn we gestopt met chloorkali en gebruiken daarvoor kalisulfaat als alternatief. Daar zit veel minder chloor is. Dat werkt positief op het bodemleven en de bodemwaarden.”
Volgens Salomé zit de kracht van Healthy Soil in de blik op het totaalplaatje. “Van het najaar tot het eind van de oogst. Je kijk wat de bodem nodig heeft. De bodem voedt de plant en wij voeden de bodem. Dat is de tactiek. Als de bodem niet gezond is, kun de plant ook niet voeden. Je geeft het gewas alleen een boost doormiddel van een bladmeststof.”
Combinaties zoeken
Resultaat is dat de groei van het gewas de afgelopen twee jaren naar behoren waren. Ziektebestrijding in uien is volledig teruggeschroefd. “Maar eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat we het eerste jaar geen druk hadden van meeldauw. Dus heb je ook geen nulmeting. Nu hebben we extreme meeldauw en dan merk je wel dat je het net niet redt met alleen bodem- en bladvoeding. Dan zou een combinatie met een chemie uitkomst bieden. Alleen hebben we nu wel twee jaren met complete uitersten gehad.
Mijn conclusie is dat het met veel minder chemie mogelijk is. Dat is gunstig met het oog op de beperkte en duurder wordende middelen. Eigenlijk zijn er in uien nog maar twee werkzame stoffen beschikbaar. Dat betekent dat we binnen een paar jaar waarschijnlijk resistentie hebben. Daarmee word ik gesterkt in de gedachte dat we een combinatie tussen een gezonde bodem en blad- en plantvoeding nodig hebben, maar dat we gewasbeschermingsmiddelen achter de hand moeten hebben voor het geval het echt uit de hand loopt.”
Ook groenbemesters spelen in de ogen van Salomé een belangrijke rol. Hij zoekt nog altijd naar de juiste samenstelling van de mengsels. Klepelen en onderwerken met Lemken Karat doet hij in één werkgang. “Niet volledig onderploegen, dan ben je eigenlijk aan het inkuilen. Je ziet dat de wortels van de uien daar niet doorheen komt. Dus moet je meer gaan mengen.” Of er volgend jaar voor uien weer groenbemesters worden gezaaid, weet de teler nog niet. Van het algemene nut is hij echter wel overtuigd. “Uiteindelijk moet je zorgen dat je een perceel jaarrond groen houd. Ook in de winter moet er gewas op staan. Als je ploegt zorg je er namelijk voor dat het bodemleven een half jaar niet beschikt over eten, terwijl die wel honger heeft. Een lagere populatie bodemleven betekent een zwakke start voor het gewas.”
Voor volgend seizoen wil de teler ook een stap maken met Healthy Soil in suikerbieten. “Ja, ik ben enthousiast. De toekomst is toch precisieteelt in een optimale bodem.”
Tekst en beeld: Martin de Vries