Het concept 7e actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn (APN) grijpt te sterk in op de bedrijfsvoering en heeft vergaande gevolgen voor het ondernemerschap en verdienvermogen van boeren en tuinders. De afgelopen 8 weken heeft LTO samen met anderen een intensieve lobby gevoerd. Dat doen we enerzijds door aandacht te vragen voor de onmogelijkheden in het LNV-voorstel, en anderzijds door ons eigen tienpuntenplan ‘Van mestbeleid naar bodembeheer’ in samenwerking met vakbonden en ketenpartijen te concretiseren als effectief, haalbaar en betaalbaar alternatief via een maatwerkaanpak.
Ruim 3.700 mensen hebben gereageerd op de consultatie van het ministerie van LNV. LTO had 22 pagina’s nodig om alle problemen die deze regels zouden veroorzaken samen te vatten. Het voorgestelde actieprogramma gaat dus niet werken. Dat is de enige conclusie die het ministerie kan trekken na het lezen van onze inbreng.
Enkele voorstellen van LNV met grote impact en een (te) klein effect, die wat LTO betreft dus met prioriteit aangepast moeten worden:
- De verplichting dat er op 1 oktober op zand en löss op alle percelen een vanggewas moet staan.
- De generieke invoering van bufferstroken in heel Nederland.
- De eisen van de teelt van 1 op 3 rustgewassen en het percentage (blijvend) grasland
Lees hier onze volledige reactie op het concept: 7e Actieprogramma komt niet door toets agrarische praktijk.
Minister Schouten van LNV heeft eerder al gezegd dat wijzigingen mogelijk zijn, mits er alsnog effect wordt behaald. De verwachting is dus dat ook een aangepast 7e APN op sommige plekken pijn doet.
Alternatieve plan
Des te belangrijker is ons alternatieve plan. Dat komt voort uit onze voorstellen voor de herbezinning van het mestbeleid, met o.a. het tienpuntenplan van LTO, POV en NAJK uit juni 2019 (hier te downloaden). Onze inzet is en blijft de focus te verleggen: van ‘mest’ en ‘beleid’ naar ‘boer’, ‘bodem’ en ‘beheer’. Een systeemverandering met eigen verantwoordelijkheid, in plaats van regels op regels op regels. We werken dit uit met NAJK, NAV, POV, BO Akkerbouw, NZO, Rabobank en Cumela onder de zinsspreuk ‘de meest effectieve maatregelen op de meest zinnige plek’.
Dat betekent een meer regionale aanpak (maatregelen daar waar ze ook nodig zijn). In een gebied waar een probleem met de waterkwaliteit is heeft de ondernemer de keus tussen maatwerk of generieke maatregelen. Bij de keuze voor maatwerk staat het doel centraal en kan de ondernemer die maatregelen nemen die het beste bij hem/haar en het bedrijf passen. Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) kan hierbij de ondernemer faciliteren. Dat is geen vrijblijvende keuze. De ondernemer committeert zich aan een doel. Dit alternatieve plan is een heel andere insteek dan waarop LNV zit en vraagt op dit moment het nodige overleg. Parralel aan onze inzet voor het uitwerken van dit alternatieve plan plegen we ook inzet om de ‘scherpe randen’ van het voorliggende ontwerp 7e APN af te halen.
Minder dan één maand
Dit staat allemaal onder hoge tijdsdruk: op 1 december moet er een voorstel in Brussel liggen. Dat betekent dat onze inzet deze week met het ministerie wordt besproken. Wij willen aan het einde van deze week helderheid van het ministerie van LNV over het aangepaste 7e APN; op die manier kunnen we tijdig onze conclusies trekken en bepalen of er wel of niet voldoende bereikt wordt. Ook de Tweede kamer is betrokken: deze week met moties over mestbeleid (stemming volgende week), en op 23 november met een commissiedebat over het 7e APN. We houden u op de hoogte via onze kanalen.
Bron: LTO Noord