Jagers, natuurclubs en boeren: voor één keer waren ze het allemaal met elkaar eens, tijdens het ‘Brandganzenoverleg’ in Oostburg. De in Europees verband beschermde ganzensoort richt steeds meer schade aan in de landbouw. Er moet meer ruimte komen om ze te bejagen.
Brandganzen
Gedurende de winter strijken er nu zo'n 70.000 brandganzen neer op de Zeeuwse akkers. Binnen drie jaar zullen het er twee keer zo veel zijn, is de verwachting. Nu al laten ze kaalgevreten akkers achter. De schade wordt vergoed, is in 2015 in het Ganzenakkoord afgesproken.
Tijd voor actie
Bij het Brandganzenoverleg zaten onder meer de Land- en Tuinbouworganisatie afdeling Zeeland (ZLTO), provincie, Staatsbosbeheer, Zeeuws-Vlaamse wildbeheereenheden en natuurclubs als 't Duumpje en het Zeeuws Landschap. 'Iedereen was het erover eens: er moet nu echt iets gebeuren', zegt afdelingsvoorzitter ZLTO Leo Dekker. De schade is alleen in Zeeuws-Vlaanderen al 13.000 euro per jaar.
Oplossing
Bejagen en verjagen lijkt de oplossing te zijn. Om hiervoor ontheffing aan te vragen gaat een tijdrovend en ingewikkeld proces vooraf, waardoor veel akkerbouwers de geleden schade vaak niet melden. ZLTO gaf aan inloopdagen te willen organiseren om de Zeeuwse akkerbouwers te helpen met het invullen van de schademeldingen. Het tijdsbestek van indienen en aanvragen van ontheffing om te kunnen bejagen of verjagen moet veel korter worden. In de tijd die het nu in beslag neemt, een paar weken, zijn de ganzen alweer vertrokken.