Hoe verantwoord ik als loonwerker de investering in bodemontlastende maatregelen richting de agrarische klant? Het is een vraag die bij verschillende bodemverdichtingsprojecten vaak door loonwerkers is gesteld. Specialist Jan Lucas Spijkman van accountants- en adviesorganisatie Countus stelt dat de meerkosten van een investering eenvoudig opwegen tegen de inkomstenderving van gewassen door verdichting. “Met dit verhaal moet je de meerkosten kunnen verdedigen.”
Spijkman heeft op basis van verschillende binnen- en buitenlandse onderzoeken een kostenplaatje gemaakt aan de hand van investeringen bij een groot loonbedrijf in Gelderland. Volgens de adviseur geven dergelijke rekensommen economische duiding aan de verdichtingsproblematiek in Nederland. Immers, op dertig tot negentig procent van de agrarische percelen in Nederland is sprake van bodemverdichting. Gewassen kunnen daardoor niet meer wortelen, de waterbufferende functie stagneert en oogstrisico’s zijn groter.
Effect van bandenspanning
“Wie zien dat onder natte omstandigheden een bandenspanning van 0,8 bar een negatief effect van twee procent heeft op het poriënvolume van in de laag van 0 tot 25 centimeter. Als je kijk naar 2,5 tot vijf bar dan hebben we het al over -5 tot -6 procent. Dus lage bandenspanning heeft onder natte omstandigheden altijd effect”, vertelt Spijkman tijdens een speciaal webinar over bodemverdichting. “Kijken we naar wiellast dan zien we onder natte omstandigheden dat bij 3,5 ton het poriënvolume met elf procent terug gaat, terwijl dat met een wiellast van 1,5 ton zes procent is.”
Inkomstderving bodemverdichting
Uit studies blijkt dat de derving van inkomsten met name bij gewassen met een zwak wortelgestel enorm is. Zo is de derving in kilogrammen bij korrelmais door bodemverdichting 21 tot 34 procent. Bij snijmais gaat het om meer dan dertig procent en na drie jaar gemiddeld meer dan 25 procent. “Het effect op grasland is met vier procent iets beperkter. Maar bij consumptieaardappelen varieert de derving tussen de tien procent bij matige tot veertig procent bij zware bodemverdichting.” Spijkman heeft de opbrengstderving ook in euro’s laten omrekenen. Bij snijmais gaat het als snel om 495 euro schade per hectare. Voor grasland gaat het om een bedrag van 82 euro, omgerekend naar ruweiwitopbrengst dat is gecompenseerd door de aankoop van soja. Bij consumptieaardappelen gaat het bij een aflandprijs van tien cent om 580 euro per hectare; bij matige tot 2300 euro bij zware bodemverdichting.
Dit betreft een deel van een artikel uit het vakblad de Loonwerker. Verder lezen?
Wil je de Loonwerker verder lezen? Nu 6 nummers voor 29,-
Tekst: Martin de Vries