Afgelopen jaar zijn de resultaten van zes jaar Bodemkwaliteit op Zand (systeemonderzoek op WUR proeflocatie Vredepeel) geanalyseerd. De resultaten van dit onderzoek zijn vorige week gepresenteerd. Belangrijkste conclusies: bij gebruik van meststoffen met geen of weinig organische stof (kunstmest, mineralenconcentraat, spuiwater), gaat de opbrengst met vijf procent achteruit, maar is er ook sprake van lagere uitspoelingcijfers. Janjo de Haan was namens Wageningen Universiteit & Research betrokken bij het onderzoek: “De overheid stuurt op minder gebruik van dierlijke mest en dat heeft twee kanten.”
Een andere – wellicht wat voor de hand liggende – conclusie is dat wanneer er jaarlijks compost wordt gebruikt de opbrengst met vijf procent stijgt wanneer er sprake is van een lage organische stofaanvoer. Als er wel voldoende organische stof werd toegevoegd, dan heeft extra aanvoer van organische stof met compost nauwelijks effect, zo concludeert de WUR. De Haan: “Het opbrengstverhogende effect is op percelen die een goede organische stofaanvoer hebben verwaarloosbaar, maar de uitspoeling stijgt door extra aanvoer van compost ook niet.”
Gangbare bedrijfssystemen
In het bedrijfssysteemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand op WUR-proeflocatie Vredepeel worden twee gangbare bedrijfssystemen met elkaar vergeleken gedurende de periode 2011-2016: één systeem met een gebruikelijke organische stofaanvoer met gebruik van drijfmest en één systeem met een lage organische stofaanvoer met gebruik van meststoffen zonder of met een laag gehalte organische stof. In beide systemen ligt de nitraatconcentratie in het grondwater boven de norm in de Europese nitraatrichtlijn (50 mg/l). Het organisch stofgehalte in het lage systeem is 0,4 procentpunt lager dan standaard. Andere bodemparameters zijn in de loop van de tijd van de proef niet veranderd.
Biologisch
In het rapport zijn ook de resultaten van de biologische bedrijfssystemen, die op WUR-proeflocatie Vredepeel in de periode 2000-2016 zijn gemonitord, meegenomen. Hierbij lag de focus op gewasopbrengst, bodemkwaliteit, bemesting en stikstofuitspoeling. Het biologische systeem heeft opbrengsten die gemiddeld zes procent onder het streven liggen, een goede bodemvruchtbaarheid en een nitraatconcentratie in het grondwater onder de norm van de nitraatrichtlijn. De nutriëntenoverschotten van stikstof, fosfaat en kali zijn hoger dan de streefwaarde. De opbrengsten liggen gemiddeld ruim onder die van de gangbare teelt door het optreden van ziekten en plagen. Veranderingen in opbrengst, bodemkwaliteit en uitspoeling in de periode 2000-2016 zijn niet met metingen vastgesteld behalve een stijging in organisch stofgehalte. Hierdoor kan ook niet aangetoond worden dat door biologische landbouw de bodemkwaliteit en ecosysteemdiensten verbeteren.
Nader onderzoek
Onduidelijk is hoe het biologische systeem tot een lage uitspoeling komt bij een relatief hoge stikstof- en organische stofaanvoer. De Haan: “De gemiddelde nitraatuitspoeling over die zes jaar is bij biologische bedrijfssystemen lager, ongeveer de helft van de uitspoeling bij de gangbare systemen. Dat is bijzonder, want het stikstofoverschot – het verschil van aangevoerde stikstof met mest en de afvoer van stikstof met het product – vergelijkbaar was en dan verwacht je ook dat uitspoeling aan het einde van het jaar op hetzelfde niveau ligt. Dat was dus niet het geval. Dat zou aan de ene kant kunnen komen door de grondwaterstand onder het biologische systeem, dat twintig centimeter hoger is, of anderzijds doordat het overschot aan organische stof nog grotendeels in organische vorm aanwezig is. Om de exacte verklaring – wetenschappelijk onderbouwd – te weten te komen is nader onderzoek nodig.”
Werking aangetoond
Het systeemonderzoek is uitgevoerd door Wageningen University & Research Open Teelten. De conclusies van zowel de gangbare als biologische systemen tonen volgens De Haan aan, dat organische stofaanvoer wel degelijk van belang is voor de opbrengsten van akkerbouwgewassen: “Dit inzicht is niet nieuw, maar nu met cijfers onderbouwd. Akkerbouwers die investeren in organische stof kunnen met dit rapport in handen zien dat ze die impuls dubbel en dwars terugverdienen.”
"Gewaskeuze aanpassen of groenbemesters inzetten"
Naast aanvoer van organische stof met organische mest kunnen akkerbouwers ook meer organische stofaanvoeren door meer groenbemesters op te nemen in hun bouwplan of meer gewassen op te nemen met een hogere organische stofaanvoer.
“We gaan de komende jaren het onderzoek voortzetten en onze bevindingen op bestuurlijk niveau bespreken. Het is natuurlijk maar één proef, dus te weinig om direct beleid te veranderen. Maar het is van belang te kijken hoe enerzijds de nitraatuitspoeling verlaagd kan worden en anderzijds de bodemvruchtbaarheid en productie wel op peil gehouden kan worden. De resultaten uit dit onderzoek kunnen daarom gebruikt worden in de voorbereiding op het zevende actieprogramma.”