Vorige week dinsdag hebben een twintigtal geïnteresseerde akkerbouwers van de gelegenheid gebruikgemaakt om de groenbemesters demodag bij akkerbouwbedrijf Bastiaanssen in Espel te bezoeken. Jan Bastiaanssen heeft diverse mengsels ingezaaid op zijn percelen.
Op de demovelden liggen de volgende objecten: Gele mosterd, Bladrammenas, Japanse haver, Engels raaigras en een mengsel van vijf groenbemesters van Terralife BetaSola. Dit mengsel bestaat uit Alexandrijnse klaver, Bladrammenas, Niger, Japanse haver en Zomerwikken. De demovelden zijn door Delphy aangelegd om op verschillende tijdstippen te gaan klepelen en dan te kijken wat het ondergrondse effect is.
Planten ‘pesten’
Bastiaanssen is blij met de demovelden: “Ze staan er allemaal mooi bij en ik vind het ook een heel mooi gezicht. We zijn heel benieuwd wat de verschillende soorten met de bodem doen. Het is nu al te zien dat de beworteling zijn werk doet. De percelen waar de groenbemesters staan hebben een mooie bodemstructuur.” Geert Steenhuis was namens Delphy ook aanwezig op de demodag in de Noordoostpolder: “Het idee is doordat je de groenbemester bovengronds “pest” de plant stimuleert om ondergronds aan de gang te gaan oftewel stimulering van de wortelgroei. We weten alleen niet precies wat het goede tijdstip is, vandaar de verschillende tijdstippen. Verder klepelen we het gewas op verschillende hoogtes om te kijken of dat nog verschil uitmaakt. Je kan de plant ook te veel pesten waardoor deze het loodje legt”, vertelt Steenhuis tijdens de rondgang bij Bastiaanssen. “Verder willen we in het voorjaar nog gaan kijken of we op verschillende manieren de groenbemester kunnen onderwerken. Daarbij gaan we een vergelijking maken met klepelen en onderploegen, schijfeggen en direct onderploegen.”
Zaaitijdstip cruciaal
De algehele regel voor het inzaaien van groenbemesters is dat het voor de tweede week september in de grond moet zitten, daarna wordt het volgens Steenhuis kritisch. Bastiaanssen zaaide deze demovelden op 18 augustus al in: “Twee weken maakt al heel veel verschil, zeker met de steeds korter wordende dagen. Wordt het heel snel minder.” De demodag vond plaats onder zeer natte omstandigheden, waardoor een groot deel van de bijeenkomst in de schuur bij Bastiaanssen plaatsvond. Maar het was op de meeste dagen zeer groeizaam weer voor de groenbemesters: “We hebben nu een ideaal najaar, dus dan vallen de effecten mee, maar normaal gezien komt het zaaitijdstip behoorlijk nauw.”
“Vroeg ingezaaide Niger beter dan laat ingezaaide demovelden”
De demodag bij het biologisch akkerbedrijf van Bastiaanssen werd in samenwerking met loonbedrijf Wieringa georganiseerd. Op de demovelden hadden de Delphy-adviseurs diverse proefgaten gegraven, zodat de bezoekers konden zien wat de groenbemester met de bodem doet. “We staan hier bij een van de gaten en je ziet onder de grond niet veel verschil meer, maar boven de grond wel. Wat Jan al zei de Niger lijkt het door de vroege zaai goed te doen. Ze hadden wat meer concurrentie dan de later gezaaide velden.” Bastiaanssen vult aan: “Hier hebben tulpen gestaan en op dat andere veld – waar de Niger goed staat – stonden aardappelen. Het kan dus goed zijn, dat daar wat meer stikstof is blijven hangen, maar dat weet ik niet exact. Dat blijft gissen.”