Gistermiddag stemde het Europees Parlement in Straatsburg in met het voorstel voor de Natuurherstelwet. LTO heeft sinds de aankondiging van het voorstel aangegeven voor natuurherstel te zijn, maar niet op deze manier, die leidt tot vergaande juridificering van de opgaven die ons platteland nog verder onder druk zetten.
LTO vindt het zeer zorgelijk dat er weer een Europese verordening is aangenomen, waarvan de uitwerking voor Nederland nog onduidelijk is. Er wordt momenteel nota bene een impactanalyse uitgevoerd door de minister van Natuur & Stikstof over de gevolgen van de Natuurherstelwet voor Nederland – maar de conclusies hiervan zijn niet voorafgaand aan de stemmingen gedeeld met Europarlementariërs en Kamerleden.
Consequenties van de Natuurherstelwet
Als gevolg daarvan zullen de consequenties en beperkingen van deze wet voor de Nederlandse landbouw, en de rest van Nederland, pas later in de praktijk duidelijk worden: wanneer de verplichtingen waar Nederland zich nu aan committeert allerlei maatschappelijke activiteiten in Nederland verder op slot zetten. Dit is wat LTO betreft niet te verenigen met de bestaande doelen voor de verduurzaming van de landbouw en de noodzaak voor perspectief voor boeren en tuinders.
Wat houdt de Natuurherstelwet in?
De voorgestelde Natuurherstelwet verplicht EU-lidstaten van om herstelmaatregelen uit te voeren op minstens 20 procent van het land- en zeegebied tegen 2030, en in alle ecosystemen die herstel nodig hebben tegen 2050. De wet heeft al verschillende hindernissen genomen.
Zorgen over juridische onduidelijkheid
De Europese Raad van Ministers stemt binnenkort ook nog over het voorstel. Daarna is het voorstel definitief. Alhoewel het definitieve voorstel meer ruimte biedt voor boeren en tuinders, overheersen de zorgen over de juridische onduidelijkheid.
Bron: LTO Nederland