Nederland streeft naar een duurzame en hoogproductieve voedselproductie. Ofwel: met minder meststoffen, water en bestrijdingsmiddelen en meer gewas- en biodiversiteit toch een goede productie halen. WUR onderzoekt op ecologie gebaseerde akkerbouw, in de vorm van strokenteelt en mengteelt.
In Nederland zijn we gewend om uniforme percelen land te zien, met daarop alleen raaigras, mais, aardappels of tarwe. Maar langs de A6 bij Almere kunnen automobilisten een mozaïek van verschillende gewassen naast elkaar zien op één veld. Hier doet ERF BV, Exploitant Reservegronden Flevoland, aan strokenteelt.
ERF BV is de grootste biologische groenteteler van Nederland. Het bedrijf beheert 1.000 hectare akkerbouwgrond in Flevoland en experimenteert sinds 2015 met strokenteelt op een deel van het bedrijf. ERF teelt daar aardappel, veldbonen en verschillende groenten, zoals knolselderij, pastinaak, spruiten, broccoli en bloemkool. Dirk van Apeldoorn, onderzoeker bij Farming Systems Ecology en Open Teelten van WUR, doet metingen en geeft advies.
Pluspunt strokenteelt
Eerst ging ERF verschillende aardappelrassen naast elkaar in stroken van zes meter telen, net als verschillende groenten. Daarna ging het bedrijf strokenteelt met verschillende breedtes – 6, 12 en 24 meter – uittesten. Dit zijn logische breedtes, zegt Van Apeldoorn, omdat de machines voor bemesting, gewasverzorging en oogst die meervouden van zes meter breedte hebben. Hij ontdekte dat de opbrengsten in stroken gelijk bleven ten opzichte van monocultuur en dat ook de arbeidsefficiëntie voor de biologische bedrijfsvoering gelijk bleef. Belangrijk pluspunt was echter dat de gewassen in stroken van zes meter minder last hadden van ziekten en plagen.
Boerderij van de Toekomst Lelystad
Sinds 2010 doet WUR ook aan strokenteelt in de proeftuin voor agro-ecologie en technologie in Lelystad. Deze proeftuin is een kraamkamer voor nieuwe technieken die worden ingezet op de Boerderij van de Toekomst in Lelystad. Daar vond Van Apeldoorn tot zijn verrassing dat de aardappels in stroken van drie meter 25 procent meer opbrachten per hectare dan een heel veld met aardappelen op de klei bij Lelystad. In Wageningen, op zandgrond, leverde de strokenteelt 12 procent meer aardappels per hectare op. De onderzoeker: ‘We denken dat nuttige bodemschimmels een rol spelen bij die hogere productie, maar dit vergt nader onderzoek.’ Bij ERF, dat aardappels in stroken van zes meter teelt, kwamen de onderzoekers deze opbrengststijging niet tegen.
Strokenteelt vergt vakmanschap
‘We staan nog maar aan het begin van de strokenteelt’, zegt Van Apeldoorn. ‘En verwacht niet dat wij proeven doen en dan aan de strokentelers vertellen wat ze op hun bedrijf moeten doen. Welke gewassen en combinaties goed zijn, hangt heel erg af van de lokale omstandigheden. Strokenteelt vergt veel vakmanschap van de boeren. Ze moeten leren kijken naar de ecologische omstandigheden, complexiteit accepteren en variatie leren managen.’
Om die reden investeerden tot dusverre vooral biologische boeren in strokenteelt. Van Apeldoorn: ‘In de gangbare landbouw ben je verzekerd van een goede opbrengst als je goede rassen gebruikt en op het juiste moment kunstmest en gewasbescherming toepast; je controleert de teelt van a tot z op die manier. In de biologische teelt heb je die controlemiddelen niet en moet je meer waarnemen wat er in het veld gebeurt en daar volgend jaar rekening mee houden. Wat bij de ene boer werkt, pakt bij de tweede weer anders uit. Daarom is strokenteelt een grotere uitdaging voor gangbare akkerbouwers.’
Meer akkervogels met strokenteelt
Toch doen er nu ook gangbare boeren mee in het praktijknetwerk van WUR van 50 boeren die strokenteelt gaan toepassen. Waaronder een akkerbouwer uit de Veenkoloniën die aardappels, graan en suikerbiet teelt. Voorheen teelde hij aardappels in wisselteelt op een heel veld, nu gaat hij aardappels telen in stroken van 27 meter. ‘Het gaat deze boer niet om minder bestrijdingsmiddelen, hij teelde al zonder insecticiden’, zegt Van Apeldoorn. ‘Met strokenteelt wilde hij meer akkervogels.’ De afwisseling tussen aardappels en graan op de akkers is goed voor de akkervogels, want die broeden in het graan en zoeken voedsel in het open veld. Voorheen resteerde na de oogst van de aardappels en tarwe een zwarte woestijn, maar met de stroken hebben de vogels altijd eten en beschutting. Vogeltellingen wijzen al uit dat de aanpak van deze boer werkt.
Tijdens de ontdekkingstocht wordt er ook leergeld betaald. Volgens de literatuur is mais een geschikt strokengewas, om af te wisselen met graan of peulvruchten. Maar toen biologische akkerbouwers mais in hun strokenplan gingen zetten, vraten de kraaien alle zaden op. Je kunt wel mais in stroken telen, doceert Van Apeldoorn, maar dan moet je gangbaar maiszaad met een coating planten, want die vreten de kraaien niet. Andere ontdekking: je moet geen spinazie naast de aardappels zetten als de spinazie wordt gebruikt voor babyvoeding. Want je wilt niet dat er stukjes giftig aardappelblad in de Olvarit terechtkomen.
Strokenteelt versus mengteelt
Lees ook deel 2 van dit bericht over strokenteelt versus mengteelt.
Bron: WUR