Een gezond gewas en de toestand van de bodem zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor een optimale opbrengst is een combinatie van een goede bodemstructuur en een goede balans tussen de verschillende bacteriën en schimmels van belang. Marcel de Jong van Bodem&Groen legt het belang van goede bodembiologie uit.
De Jong laat het verband tussen een gezond gewas en de omstandigheden in de bodem zien met behulp van de piramide van John Kempf (Figuur 1). “In het eerste niveau vindt fotosynthese plaats. In niveau twee worden volwaardige eiwitten gevormd. Deze niveaus zijn doorgaans te bereiken door middel van plantenvoeding met mineralen en sporenelementen. In de niveaus drie en vier wordt overtollige energie opgeslagen in vet en worden secundaire plantenstoffen gevormd, die een rol spelen in de afweer van de plant zelf. Op deze manier wordt de kwaliteit van het product verhoogd. Hierbij komt bodembiologie om de hoek kijken,” begint Marcel de Jong, bodemadviseur bij Bodem&Groen, dat zich richt op de samenwerking tussen de bodem en planten. “Alleen als de bodembiologie in balans is, kan een plant optimaal functioneren.”
De piramide van John Kempf met verschillende niveaus van plantgezondheid. Bron: Marcel de Jong
“Daarbij geldt de wet van het minimum, waarbij een tekort in één van de niveaus de volledige plantengroei remt”, vertelt De Jong. “Vandaag de dag is de wet van maximum meer van toepassing. Een overvloed aan plantenvoeding in de bodem zet ook een rem op de ontwikkeling van een gewas. Veel van het ene element belemmert namelijk opname van een andere element. Om een voorbeeld te geven: teveel calcium bemoeilijkt de opname van magnesium, omdat deze mineralen gelijkwaardig zijn. Er is hierbij een directe link naar de plant, die zijn overschotten uit de fotosynthese opslaat in de bodem. Maximale energie boven de grond geeft maximale energie onder de grond. Het heeft elkaar nodig om de onder- en bovengrondse motoren te laten draaien.”
“Maximale energie boven de grond geeft maximale energie onder de grond.”
Gezonde bodem is de basis
“Bij een goede structuur bestaat de bodem voor circa vijftig procent uit vaste grond met zand, klei, leem en andere stoffen met micro-organismen,” gaat de bodemadviseur verder. “De overige vijftig procent bestaat uit poriën, die water en lucht bevatten. Bij een disbalans in de structuur slaan de poriën in de grond dicht. De wortels zullen dan niet naar beneden groeien, want er is geen zuurstof om naar toe te reiken. Het gewas wortelt dan niet diep genoeg.”
“Balans in de bodem behoudt structuur,” legt de Jong uit. “Wortels groeien dan langer en zijn beter ontwikkeld. Hierdoor kan gemakkelijker voeding op worden genomen, wat de opnamecapaciteit met dertig tot veertig procent vergroot. Daarnaast zal een flinke regenbui minder snel kostbare stoffen in de bodem wegspoelen.”
Goede bodembalans, betere opbrengst
De omgeving rond de wortels wordt de rhizosfeer genoemd. Dit bestaat uit een laag met schimmels en bacteriën, die mineralen beschikbaar maken. Bij een goede bodembiologie is de aanwezigheid van deze micro-organismen in balans. “Wij gebruiken een microBIOMETER om de biomassa van bacteriën en schimmels te bepalen. Dit is een snelle test, waarbij we binnen twintig minuten een duidelijk beeld van de koolstof en de verhouding tussen schimmels en bacteriën in de bodem op kunnen stellen. Mochten deze waarden uit balans zijn, maken wij gebruik van GrowPEQ MiCrops van Heemskerk Dairy. Dit is een natuurlijk product van drie soorten bacteriën, dat de bodembiologie herstelt. De bacteriën binden stikstof. Daarnaast worden mineralen vrijgemaakt, zoals fosfor, kalium en sporenelementen. Dit product heeft op deze manier direct invloed op micro-organismen en plantbeschikbaarheid van mineralen in de bodem. Een herstelde rhizosfeer creëert een betere opnamecapaciteit en bodemstructuur.”
Een dikkere grasmat
“Meestal zien we duidelijk resultaat na vier tot vijf weken behandeling,” besluit De Jong. “De grasmat wordt dikker en groeit sneller. Daarnaast gebruiken we het ook bij aardappelen, maïs, uien en in de fruitteelt (aardbei, blauwe bessen en frambozen). Bij de telers die ik begeleid, gaat de teelt vaak tien tot veertien dagen langer door. Als er balans in de bodem is, kun je de teelt eerder starten en loopt het groeiproces langer door. Dit heeft een maximale opbrengst tot gevolg”.
Tekst: Kim Sjoers