Dagelijks werk je aan een betere bodem. Je gebruikt vaste mest, zet peilgestuurde drainage in of teelt een diepworteld gewas om de structuur van jouw bodem te verbeteren. Maar hoe meet je het effect van die maatregelen? In het project Sensorisch Landschap gebruiken ze daarvoor nieuwe en betaalbare sensoren en environmental (e)DNA-metingen.
Bodemvochtsensoren gebruikt men meestal om te sturen op aanvoer van water. De metingen geven echter veel informatie over de fysische toestand van de bodem. Dat gebeurt nog weinig. En met eDNA-metingen meet meet je de soort en hoeveelheid bodemleven.
Zo’n gecombineerde bodemanalyse zegt veel over de kwaliteit van je bodem. In het project Sensorisch Landschap maken ze sensor- en eDNA-metingen praktisch toepasbaar voor boeren. Dit project wordt financieel ondersteund door het LTO Noord Innovatiefonds.
Effect zien van maatregelen voor bodem
Paul Brouwer, onderzoeker en analist namens het project, is enthousiast over het eerste meetseizoen. Hierbij werden metingen uitgevoerd op 142 percelen, bij melkveehouders in Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant.
Het meten van eDNA wordt volgens hem een kosteneffectieve techniek om bodemleven en biodiversiteit te bepalen. Daarnaast voorspelden bodemvochtsensoren droogteschade en uit de data konden verschillende bodemeigenschappen worden afgeleid.
Zo bleek matige infiltratie door verdichting een cruciale factor tijdens de droogte van 2022. “Die metingen gecombineerd geven een agrarische ondernemer een goede indruk van de waterhuishouding en bodemleven op zijn perceel.”
Nulmetingen geven inzicht
De (nul)meting die bij melkveehouders zijn gedaan gaven een eerste beeld van de bodemkwaliteit. Daarom is Brouwer veel in gesprek met agrarische ondernemers en hoort volop ideeën voor het nemen van bodemmaatregelen.
“Boeren missen vaak tastbaar bewijs dat een maatregel ook het gewenste effect heeft. Een chemische bodemanalyse geeft niet genoeg informatie. Met dit project willen we ondernemers een antwoord geven.” Wilfried Siemes, namens het LTO Noord Innovatiefonds: “Meten is weten en deze metingen geven nieuw inzicht in de omzettingsprocessen in de bodem.”
Publiek beschikbaar
De data van de proefpercelen wordt gebruikt bij het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren die onderdeel worden van de Open Bodem Index (OBI). Met die publiek beschikbare data uit de metingen kunnen boeren en tuinders hun bijdragen aan klimaat, natuurontwikkeling en waterbeheer van hun graslandpercelen zelf volgen en verwaarden.
“Aangezien grote verpachters dit instrument willen gebruiken om bodemkwaliteit van pachtpercelen te monitoren, vinden wij het ook daarom belangrijk dat LTO Noord hier nauw bij betrokken is”, ligt Siemes toe.
Bron: LTO Noord