Als er dit teeltjaar één ding duidelijk is geworden, dan is het wel dat de waterbeschikbaarheid voor de akkerbouwgewassen altijd op orde moet zijn. Als er te veel regen valt – zoals in het najaar 2017 – dan zorgt een goede afwatering voor structuurbehoud tijdens en na de oogst. En als er – zoals afgelopen maanden – droogte heerst dan zijn (eigen) zoetwaterbronnen en irrigatiemaatregelen bepalend voor de opbrengst.
Arie-Jan Broere van Broere Beregening: “Maar laat een droge zomer zoals dit jaar nooit doorslaggevend zijn in de keuzes. Ad hoc maatregelen werken vaak niet, waterbeschikbaarheid moet ongeacht de grillen van een groeiseizoen altijd centraal staan in de bedrijfsvoering.” Hiermee geeft Broere een duidelijke boodschap af richting de akkerbouwsector, waar volgens hem wel steeds meer wordt nagedacht over duurzame lange termijnoplossingen. Zaken als wateropslag en drip-irrigatie staan dan ook steeds vaker op de akkerbouwagenda. Broere is in dat verhaal vooral een voorvechter van drip-irrigatie: water toedienen dicht bij de bron. “Waterbeschikbaarheid begint al bij de grondmonsters van Eurofins. Dat getal zegt al iets over de capaciteit van de grond. Afhankelijk van de grondsoort en de watercapaciteit van de grond kan er dan een type slang worden uitgezocht”, zo doet Broere de eerste overwegingen uit de doeken. “Daarnaast moet er bij grovere grondsoorten sneller water gegeven worden, want dan wordt het breder door de bodem verspreid. Dus daar dienen telers rekening mee te houden als ze met drip-irrigatie willen starten.”
“We gaan naar een zelfvoorzienende waterhuishouding”
Als het gaat om waterbeschikbaarheid dan moeten er twee dingen onderscheiden worden: tijdens het seizoen op de vierkante meter en het surplus van de wintermaanden. Broere: “Heb ik de mogelijkheid om dat op te vangen en kan ik dat opslaan? Het zelf over water beschikken is op dit moment de meest ‘veilige’ manier. Ten eerste omdat je zelf in de hand hebt of je genoeg hebt, maar ook vanwege de insleep van ziektes. We gaan steeds meer naar een zelfvoorzienende waterhuishouding. Hoe onafhankelijker je bent, hoe flexibeler. De minimale opslag is daarbij de hoeveelheid water die nodig is voor een hoogwaardige teelt en gewasbescherming.”
Door middel van drip-irrigatie is het mogelijk om water toe te dienen dicht bij de bron.
Corrigeren en opslaan
Van belang is dat het water dat daarvoor gebruikt wordt ook van goede kwaliteit is: de juiste pH en optimaal proceswater. Broere: “Telers hebben daar nog veel advies bij nodig, want het is heel moeilijk te bepalen hoe je pH-waarde gecorrigeerd kan worden. Dat kan middels de juiste zuren vrij gemakkelijk worden opgelost, maar het werken met zuren is niet zonder gevaren. Als je dat eenmaal onder de knie hebt, dan is bijsturen eigenlijk vrij simpel.” Een ander veelvoorkomende vraag is: hoeveel volume moet ik opslaan? “In een jaar als dit heb je nooit genoeg”, is Broere duidelijk. “Maar in een regulier jaar is dat redelijk goed uit te rekenen. Uiteraard is de vochtvraag heel divers en daarom zijn wij ook reeksen aan het opbouwen waarbij een mobiele installatie kan worden ingezet om op de juiste plek de juiste volumes te kunnen toedienen.”
“Steeds meer telers vragen wat de mogelijkheden zijn”
Tijdens de adviesgesprekken die Broere voert over waterbeschikbaarheid splitsen de vragen zich ook steeds meer toe op de mogelijkheden van het drainsysteem. “Het gebeurt steeds vaker dat er in het voorjaar uit lokale buffers (soms ook zoetwaterbronnen) een voorraad opgebouwd wordt. Telers vragen zich af wat daar de mogelijkheden van zijn. Het is dan wel van belang dat je exact weet wat en wanneer je iets wel of niet doet. Dat begint met inventariseren van bijvoorbeeld de EC-waarde van het water uit kwelgebieden. En dan blijkt er vaak nog veel mogelijk. Misschien niet over het gehele perceel, maar door de delen die wel geschikt zijn te benutten worden er al flinke stappen voorwaarts gemaakt bij het beschikbaar maken van water.”
Arie-Jan Broere krijgt steeds vaker vragen van telers wat er mogelijk is met drip-irrigatie.
Grondwaterspiegel en vochtigheidsgraad
Al die maatregelen moeten uiteindelijk leiden tot een betere, hogere opbrengst per hectare en dat is het doel van elke akkerbouwer: zo veel mogelijk hoogwaardige producten afleveren. “Daar is geen keihard cijfer aan te hangen, maar als je een watersysteem gebruikt dan kun je dat zien als een soort verzekering om de scherpe randjes eraf te halen. De verschillen tussen wel of niet genoeg beregenen waren afgelopen maanden goed te zien. In dit geval geldt ook: meten is weten. Effecten van de grondwaterspiegelstand en vochtigheidsgraad van de bodem vormen een belangrijke indicator. Wij adviseren dan ook altijd om hetgeen je doet op niveau te doen in plaats van overal een beetje.”
Structurele toekomstvisie
Waterbeschikbaarheid op peil houden in jaren dat er tekorten zijn en in jaren dat er te veel water valt staat echter niet op zichzelf, zo stelt Broere: “De zuurtegraad van de bodem in de hand houden en plantversterkers doseren zorgen er ook voor dat er stappen gemaakt kunnen worden. Het beheren van de beschikbare hoeveelheid water is onderdeel van het totale teeltplan. Het is niet alleen drip-irrigatie of wateropslag, maar een structurele visie voor de toekomst die niet afhankelijk is van dagelijkse impulsen.”
Broere voorspelt een enorme afstroom richting de drainagesystemen: “Als er veel water valt loopt er veel fractie richting de drains en het oppervlaktewater. Zodra de kans zich voordoet om de grondwaterstand te verhogen, adviseren wij dat ook direct te doen. Want natte grond kan veel meer hebben dan droge grond. Let wel op waar je het water vandaan haalt: als de afkomst niet bekend is, dan neem je natuurlijk wel een risico dat er residu van stoffen inzitten die schadelijk zijn voor de teelt. Dat geldt zowel voor gangbare als biologische telers. Het is ook niet voor niets dat de groep die zelfvoorzienend wil zijn steeds groter wordt.”
Slangkwaliteit drip-irrigatie
In het verleden bestond drip-irrigatie uit een slang met gaatjes, maar de techniek heeft zich in de afgelopen jaren sterk verbeterd. De slangen zijn nu zodanig dat de afgifte aan het begin en het einde van de rij gelijk is, waardoor het een zeer waardevol middel kan zijn om de teelt te optimaliseren. André van Spengen van Broere Beregening: “De slangen zijn opgesplitst in allerlei gangen. Dit doolhof zorgt ervoor dat het water altijd in beweging blijft en er altijd voldoende overblijft voor elke opening. Daarnaast is er ontzettend veel keuze in de hoeveelheid afgifte die de slang toelaat. Zo kunnen telers kiezen wat bij hun teelt past. Tot slot is ook de dikte van de slang veranderd. Dunne slangen gaan sneller stuk en de huidige slangen zijn nu zo stevig dat ze meerdere jaren in de grond kunnen blijven zitten.”
Meer informatie?
Broere Beregening B.V.
Tel. 0182 – 394 496
E-mail: Arie-Jan@broereberegening.nl
Website: www.broereberegening.nl