Johan Emmens noemt zichzelf ‘aardbolstoffeerder’ en een realist. De akkerbouwer uit het Drentse Rolde wil daarmee niks afdoen aan zijn vak en passie. Emmens is zelf zeer gedreven om op een bewuste manier te telen. Zijn akkerbouwbedrijf is middenin het nationaal park de Drentse AA gevestigd en hoewel natuur en landbouw soms botsen, heeft de Drent er ook zijn voordeel uitgehaald: “Al vijftien jaar krijg ik vier- tot vijfduizend kuub natuurgrasmaaisel (onder meer blauwgras) op mijn akker. Dat is voer voor de wormen en heeft als bijkomend voordeel dat het de CO2-opslag in de bodem bevordert.”
Omdat zijn bedrijf pal naast het werkgebied van Staatsbosbeheer ligt, lag het voor de hand om zijn akkers te gebruiken voor het uitstrooien van het natuurgras: nauwelijks transportkosten en dus lagere kosten voor Staatsbosbeheer. Het mes snijdt in dit geval aan twee kanten want voor Emmens is de samenwerking ook bedrijfsmatig gunstig: “Het natuurgras is goed voor het organische stofgehalte van de bodem. De grond wordt er sowieso beter van. Het gehalte echt omhoog brengen is een hels karwei, maar we strooien veertig kuub per hectare en dat helpt echt wel.”
Betere beworteling en knolzetting
Emmens merkt dat vooral aan de structuur en vitaliteit van zijn akkerbouwgrond: “De bodem wordt ruller. De grond zit vol schimmels en draden. En er komen ook meer wormen in de grond. Je kan aan alles merken dat de grond weerbaarder wordt. Bijkomend voordeel is dat het zorgt voor CO2-opslag in de bouwvoor.” Maar dat is voor de pootgoedteler niet de belangrijkste reden om aan dit project mee te werken: “De beworteling en de knolzetting is een stuk beter. De grond heeft minder last van natte of droge omstandigheden.”
Afval versus Gewasresten
Overigens begon het project ooit als composteringsproject, maar omdat dat vooral op de kopakker gebeurde werd daar door de composteringsbedrijven vrij snel een stokje voor gestoken. Sindsdien wordt het strooisel op de akker van Emmens en enkele andere collega’s in de buurt uitgereden. “Daar zijn wel enkele (strenge) voorwaarden aan verbonden: de grond waar het afkomt moet wel bedrijfsgrond zijn, dus ik heb een pachtcontact bij Staatsbosbeheer afgesloten. Hierdoor valt maaisel onder de noemer ‘gewasresten’. Als het niet van bedrijfsgrond afkomstig is, dan is het volgens de wetgever afval en dat mag niet op de akkers worden uitgestrooid. In feite valt deze regeling onder dezelfde wetgeving waar destijds de preitelers ook mee zaten.”
Door het pachtcontract en de nauwe samenwerking met de natuurbeheerder heeft Emmens inmiddels een goed organische stofgehalte bereikt op zijn percelen en is de weerbaarheid van zijn grond met sprongen vooruit gegaan. “Geen overbodige luxe in deze tijd waarin extreme weerbeelden eerder regel dan uitzondering zijn”, aldus Emmens.
Pootgoedselectie
Op het bedrijf in Rolde wordt op dit moment overigens weinig op het land gewerkt. Tot eind februari is het vooral in de schuur te doen: “We zijn nog een week de aardappelen van 2016 aan het sorteren en dan gaan we weer naar buiten”, zo besluit Emmens.