Skal controleert de komende maanden op naleving door ondernemers van de bio-wetgeving rondom gewasbescherming, door middel van het nemen van monsters. Dit jaar zal de monstername zich richten op de teelt van paddenstoelen, akkerbouwgewassen, opslag van akkerbouwproducten en geïmporteerde risicoproducten.
Het doel van de monsternames is onderzoeken of er residuen van niet-toegestane gewasbeschermingsmiddelen gevonden zijn in biologische producten. En zo ja, wat de herkomst daarvan is. Wanneer uit onderzoek blijkt dat er sprake is van actief gebruik van niet-toegestane gewasbeschermingsmiddelen, verliest het product als ook het perceel zijn biologische status.
Residuen van niet-toegestane middelen
In de biologische sector zijn residuen van niet-toegestane gewasbeschermingsmiddelen helaas niet geheel te voorkomen. Via de lucht, het oppervlaktewater en middelen in bodems die vroeger behandeld zijn geweest, kan besmetting (contaminatie) ontstaan. Ook via transport en opslag kunnen besmettingen optreden, waardoor er residuen in producten terechtkomen. Skal doet samen met de ondernemer onderzoek naar de herkomst van een gevonden residu en bepaalt na onderzoek of het product de biologische status mag behouden. Biologische bedrijven moeten de risico’s van contaminatie kennen en alles in het werk zetten om contaminatie te voorkomen. Zijn alle preventieve maatregelen genomen en was de contaminatie niet te vermijden? Dan behoudt het product de bio-status.
Toegestane middelen
Biologische gewassen zijn beschermd tegen ziekten en plagen door een ruime vruchtwisseling en uiteenlopende teeltmaatregelen. Steken er toch ziekten en plagen de kop op in een biologisch gewas, dan zijn aanvullend een beperkt aantal gewasbeschermingsmiddelen toegestaan. In de biologische Verordening (EU) 2021/1165 Bijlage I, staan de toegestane werkzame stoffen opgesomd.
Skal heeft daarnaast een Inputlijst opgesteld. Hierin staan de producten (productnamen) vermeld die aantoonbaar zijn samengesteld uit toegestane stoffen. Biologische boeren kunnen via deze inputlijst controleren of middelen zijn toegestaan. Elk biologisch landbouwbedrijf registreert het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Monstername door KIWA AQS
Vanuit de Europese Biologische Verordening (Vo. 2021/279, art. 7) is Skal verplicht jaarlijks monstername uit te voeren bij vijf procent van de biologische ondernemers in Nederland. De monstername is dit jaar in opdracht van Skal uitgevoerd door een gecertificeerde monsternemer van KIWA AQS en kan zowel aangekondigd als onaangekondigd plaatsvinden. Biologische bedrijven zijn verplicht mee te werken aan de monstername. De bezochte bedrijven zijn geïnformeerd over de uitslag.
De kosten voor bemonstering en analyse zijn door Skal betaald, tenzij er een residu is aangetroffen. In dat geval worden ook de kosten conform het tarievenblad doorberekend.
Bron: Skal