Biologisch ondernemen is voor veehouders en akkerbouwers niet altijd vanzelfsprekend. Toch kan het veel meerwaarde bieden, zeker als de beide sectoren samenwerken. Zo kunnen ze gebruik maken van elkaars grondstoffen: biologische mest voor de akkerbouwer en biologische grasklaver, mais en graan voor de melkveehouder. Veehouder Cees Biesheuvel van Hof van Geervliet in Zuid-Holland laat zien hoe dat in de praktijk uitpakt. Hij werkt nauw samen met zijn buurman, akkerbouwer Bouwe Piek.
“We hadden toen we het bedrijf tien jaar geleden overnamen al plannen om te verduurzamen. Drie jaar geleden is dat in een stroomversnelling gekomen. Een van de redenen was, dat we willen kunnen omgaan met de uitdagingen van de toekomst.” Cees Biesheuvel van Hof van Geervliet legt uit wat zijn motivatie is om om te schakelen naar een biologische melkveehouderij. “Een andere belangrijke reden was dat onze buurman Bouwe Piek om ging schakelen naar biologisch. Omdat we samenwerken, kunnen we beide bedrijven beter in balans brengen.”
Regionale kringloop
De redenen om voor biologisch te kiezen, gaan verder dan alleen duurzaamheid, zegt Biesheuvel. “Het is een manier om je te onderscheiden in de markt. Maar we willen ook meer focus op de natuur en het bodemleven beter in balans brengen.” Zijn buurman Bouwe Piek heeft honderd hectare grond voor akkerbouw. Biesheuvel: “Op een kwart daarvan verbouwt hij nu grasklaver voor mijn koeien. De mest die hij daarvoor nodig heeft, krijgt hij van ons. Die mest voor biologische akkerbouw is heel lastig te krijgen. Door deze samenwerking kunnen wij hem in een derde van zijn mestbehoefte voorzien. Daarnaast nemen we ook mais en graan van hem af, wat de regionale kringloop nog completer maakt.”
Omschakelen
Beide bedrijven zijn nog bezig met het omschakelen naar biologische productie, zegt Biesheuvel. “Wij zijn in april 2023 met de grond omgeschakeld naar biologisch. We kunnen nu voor het eerst biologische melk produceren, na anderhalf jaar. Het betekent dat we op onze weiden geen kunstmest en geen gewasbescherming meer gebruiken. In de akkerbouw duurt het nog wat langer; twee jaar. Omdat er twee volledige teelten nodig zijn om het biologisch te mogen noemen.”
De voordelen van biologisch ondernemen zijn volgens hem duidelijk. “Je gaat eigenlijk terug naar de basis. Je maakt een onderscheidend product, waarvoor je een hogere melkprijs voor biologische melk krijgt. En daarnaast is de prijs veel stabieler dan op de gangbare markt.”
En dat zijn alleen nog maar de voordelen voor de boeren, zegt hij. “Ook op het gebied van diergezondheid is het veel beter. Het gaat dus niet alleen om de natuur. We geven veel minder penicilline en dat gaat eigenlijk best wel makkelijk. Voor de koeien is het ook beter, want ze staan veel vaker buiten.”
Goede productie
Biesheuvel wil wel een behoorlijke productie halen. “We streven naar een productie van 8500 tot 9000 liter, dat is wat gangbare veehouders gemiddeld ook halen. Doordat we bijna geen natuurbeheer doen en productief land hebben, is dit mogelijk. Maar dat is wel de reden waarom we geen natuurboeren zijn geworden. Want als je veel natuurbeheer hebt, haal je maar zes- tot zevenduizend liter. Zij hebben inkomsten van natuurbeheer en accepteren dan een lagere melkproductie. Maar we zitten hier op dure landbouwgrond en daarom moeten we een goede productie halen.”
Praktische uitdagingen
Nadelen aan biologisch ondernemen zijn er ook, zegt hij. “Je moet meer administratie doen en je certificeren. Daarnaast zijn er ook praktische problemen. We hoeven echt niet per se alleen maar gras te hebben, er mogen ook kruiden tussen staan. Maar netels en zuring wil je echt niet en dat staat er nu wel tussen. En verder was ook het penicillinegebruik echt wel even puzzelen om dat helemaal goed te krijgen.” De samenwerking met zijn buurman Bouwe Piek maakt het omschakelen makkelijker, zegt Biesheuvel. “Als je alleen op je eigen perceel moet omschakelen is het lastiger. Dit omdat je grasproductie omlaag gaat en daarmee ook je melkproductie. Omdat we de grasklaver van Bouwe Piek afnemen, kunnen we het wel redden. Voor hem is het ook gunstig, omdat wij zo eigenlijk zijn rustpercelen betalen. Daarnaast kan hij mest van ons afnemen voor zijn aardappelteelt en zo de bemesting op de gewassen afstemmen.”
Meer rust in bedrijfsvoering
De Skal-certificering verliep redelijk eenvoudig, vertelt Biesheuvel. “Je moet wel veel dingen registreren. Mensen denken wel eens dat de certificering een wassen neus is, maar je kunt er echt niet mee rommelen. Ze hebben ons bovendien goed geadviseerd.” Daarnaast kreeg Biesheuvel ondersteuning van ‘Rotterdam de boer op’, een samenwerking van agro-, food- en natuurpartijen die een circulair, natuurinclusief voedselsysteem nastreven. “Zij hebben mij geadviseerd bij de overstap naar biologisch en de samenwerking met de akkerbouwer.”
Heeft hij tips voor andere boeren die overgaan op biologisch? “Houd het grote plaatje voor ogen, breng alles in beeld en zorg dat het klopt. Je voervoorziening, je huiskavel, je indeling van je bedrijf. En ook je mindset natuurlijk, dat je ervoor openstaat dat er wel eens wat anders gaat dan dat je gewend bent. Het is lastig om goed biologisch ruwvoer te krijgen, dus je moet zorgen dat je dat goed regelt. Financieel ben ik er niet echt op vooruit, maar ook niet op achteruit gegaan. Richting de toekomst toe zie ik ook dat we voorgesorteerd zijn op heel veel uitdagingen die er komen. En dat geeft meer rust. Dat je weet dat je al aan heel veel dingen voldoet, iets wat nog gaat komen voor anderen. Met alles wat er op ons af komt, geeft biologisch ondernemen veel zekerheid.”
Meer biologisch aanbieden
“Om de overstapte stimuleren zou het goed zijn om meer vraag te creëren. Bijvoorbeeld door supermarkten te stimuleren meer biologisch aan te bieden. Dat heeft veel effect. Als de vraag er is, stappen de boeren vanzelf wel over.”, verwacht Biesheuvel. Hij is op zijn wenken bediend, want om de bekendheid van biologische producten onder consumenten te vergroten en het koopgedrag te stimuleren loopt er nu een consumentencampagne. Dit is een meerjarige campagne en geïnitieerd door LVVN.
Tekst en beeld: Joop van Vlerken
Ontvang de Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat
Dit, en vele andere verhalen recht uit het veld, lees je in de Akkerbouwkrant. Wil je ook de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
De Akkerbouwkrant verschijnt zes keer per jaar met elke uitgave een verdiepend thema. De Akkerbouwkrant is semi-redactioneel en brengt positieve artikelen uit de markt. Met diverse reportages en praktijkervaringen komt de akkerbouwer aan het woord.
Klik hiernaast of ga naar akkerbouwbedrijf.nl/abonneren voor alle mogelijkheden.