“Mijn vader werkte veertig jaar gangbaar. Onkruidbestrijding deed hij altijd met de veldspuit. Toen hij het resultaat van de Treffler zag, zei hij: ‘Geef mij de eg maar, in plaats van de spuit.” Akkerbouwer Arjan Veenstra uit Biddinghuizen probeert de meerwaarde van zijn wiedeg onder woorden te brengen.
Ondanks dat hij biologische hectares bewerkt, denkt Veenstra dat conventionele telers ook de mogelijkheden van deze wijze van mechanische onkruidbestrijding moeten overwegen. De 12,20 meter brede Treffler maakt sinds afgelopen winter deel uit van zijn mechanisatiepark en bewijst zich. “Zo’n machine is breed inzetbaar en verdient zich wel terug.”
Treffler precisiewiedeg
Veenstra ziet dat de Treffler een doordachte machine is. De teler uit Biddinghuizen werkt al langer met de precisiewiedeg. Hij werkte in bruikleen met een Treffler, maar besloot om er nu zelf één aan te schaffen. “In mijn opvatting kun je met eggen nooit breed genoeg zijn, dus hebben we meteen voor de variant van twaalf meter gekozen”, zegt Veenstra. Volgens hem is de gedachte achter de techniek ongeëvenaard. Bij de Treffler wiedeg is elke tand aangespannen met een individuele kabel met veer. De geometrie van de aanspanning zorgt ervoor dat elke tand zich afzonderlijk aanpast aan de vorm van het bodemoppervlak en doet dit met een gelijkblijvende tanddruk. De druk op de tanden kan hydraulisch worden ingesteld vanuit de cabine. “De afstelling is erg fijn en de machine is licht”, constateert Veenstra.
Kwaliteit heeft een prijs
Kwaliteit heeft een prijs, dat weet ook de Flevolandse teler. “Maar goed, als die goed werkt, verdient die zich wel terug.” De brede inzetbaarheid werkt daarbij in het voordeel. Veenstra heeft dit seizoen in erwten, uien, bonen en mais geëgd. “De kunst van eggen is om te blijven rommelen in de grond. Je moet voorkomen dat er meeldraadjes van het onkruid ontstaan. Als het onkruid kiemt kun je er ook niet meer tegenaan eggen.” Een goede timing is belangrijk en met de goede afstelling van de tanden is het resultaat enorm goed.
Akkerbouwbedrijf van Veenstra
Veenstra teelt zestig hectare biologisch en twintig hectare gangbaar in zowel de Zuidelijke Flevopolder als de Noordoostpolder. Het bouwplan bestaat uit erwten, spinazie, bonen, wortelen, granen, mais en kruidenrijk grasland. Gangbaar teelt het bedrijf bieten en tarwe. De breed inzetbare Treffler is een waardevolle toevoeging als het gaat om de mechanisatie. “Zelfs mijn vader die veertig jaar gangbaar heeft geteeld, zegt bij het resultaat in onkruid: ‘Geef mij de eg maar, in plaats van de spuit’.”
Eggen geeft echt weinig schade
Veenstra merkt dat veel gangbare akkerbouwers onterecht apen en beren op de weg zien als het gaat om eggen. “Ik was in eerste instantie ook huiverig om te eggen in uien, maar dat blijkt volledig onterecht. Je moet gewoon rijden, eggen geeft echt weinig schade. Als die er al is, dan is het bijna niet meetbaar. Daar hoef je niet bang voor te zijn. En je kunt in mijn ogen beter eggen dan schoffelen, met de kans op fusarium en eventuele schade in het gewas. Ik ben geen tegenstander van chemie. Want je ziet ook dat spuiten niet altijd effect heeft en met de steeds duurder wordende middelen moet je daar ook kritisch naar kijken. Als je het mij vraagt dan is de meest optimale wijze van onkruidbestrijding: eggen en een spuiten als dat nog nodig is.”
Twee vliegen in één klap
“Dankzij eggen sla ik in ieder geval twee vliegen in één klap: Ik pak het onkruid effectief aan en voorkom tegenlijk scheurvorming. De eg maakt de grond namelijk lekker los.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Man@Machine