Proevenplatform Bayer Crop Science: Opstap naar oplossing voor grote uitdagingen. Het middelenpakket voor onkruid- insecten en ziektebestrijding wordt steeds schraler. Voor Bayer Crop Science is de zoektocht naar sterke combinaties de belangrijkste doelstelling op haar proevenplatform in Lelystad van circa twee hectare. “Goede vruchtwisseling, goede rassen en de afwisseling van de juiste middelen.”
Valse meeldauw in uien
Vooral in uien liggen grote uitdagingen. Met het wegvallen van mancozeb ligt voor het bestrijden van valse meeldauw daar het vergrootglas op, weet ook crop advisor Simon Jensma van Bayer. “Valse meeldauw wordt een groter item.” Het fungicide Fandango, met de werkzame stoffen fluoxastrobine en prothioconazool, heeft een goede werking. “Belangrijk is wel dat het schema in orde moet zijn. Dat is de doelstelling van deze proef”, legt Jensma uit, “Voor valse meeldauw zijn maar een beperkt aantal goede preventieve producten beschikbaar en er is geen goede curatieve oplossing.
Met Mancozeb hadden we een goedkoop bestrijdingsmiddel tot onze beschikking. Nu zal de teler alle teeltfactoren op orde moeten hebben en een product als Fandango strak in het schema moeten opnemen. Maar laten we ook eerlijk zijn: valse meeldauw is nu een item, maar in een droog jaar hebben we het er niet over. Wat voor jaar je krijgt, is niet te voorspellen. Daarom moeten we in de wintermaanden veel aandacht geven aan ons spuitschema.”
Propulse voor alternaria
Met het wegvallen van Mancozeb is ook alternaria in aardappelen weer een kopzorg geworden. Met de toelating van Propulse lijkt Bayer precies op tijd met een goed alternatief op te proppen te komen. Propulse is op basis van de werkzame stoffen fluopyram en prothioconazool en daarmee een nieuw fungicide voor de bestrijding van onder meer alternaria en sclerotinia in aardappelen. De adviesdosering is 0,4 liter per hectare. Het middel mag maximaal twee keer per teeltseizoen worden toegepast. “We hebben goede resultaten gezien, die ook voor een meeropbrengst kunnen zorgen.”
Het juiste moment
De vraag is volgens Jensma wanneer het juiste moment is om Propulse toe te dienen. “Wij adviseren een preventieve bespuiting van midden tot einde van de bloei van het gewas. Dit herhaal je veertien dagen laten. Een nabehandeling met bijvoorbeeld Narita doe je nog één of twee keer afhankelijk van de vitaliteit van het gewas.”
De proeven in Lelystad zijn gedaan met de fabrieksrassen Aveka en Festien en de consumptieaardappelen Agria en Fontana. “Door de onbehandelde veldjes ga je de nut en noodzaak zien in het gewas en in de kilo’s.” Het effect op sclerotinia is in 2020 bij een kunstmatige infectie op een proefveld in Dordrecht aangetoond. “Daar zagen we een werking van 75 tot 80 procent.” Belgische onderzoeken laten ook een goede werking van Propulse tegen Botrytis zien.
Serenade tegen schimmels
Meteen naast de opstellingen met Propulse heeft men ook een biologische proef liggen. Daarbij wordt gekeken naar Serenade. Dat is gebaseerd op een unieke, van nature in de bodem voorkomende bacteriestam, Bacillus amyloliquefaciens QST 713. Serenade heeft een brede werking tegen schimmels. “Dit is eigenlijk de nateelt van de praktijkmonsters van verschillende demo’s in 2020. De bacteriestam in Serenade zorgt voor een goede kolonisatie van de wortels In het lab is aan te tonen of de serenade is gekoloniseerd op de wortels en de stolonen van de plant. Afgelopen jaar hebben we dit veel laten onderzoeken . Dit vertaalt zich vooral in een betere schilkwaliteit o.a. een werking tegen grasland schurft.
Waar Propulse een vrij constant resultaat laat zien, heeft Serenade uitschieters zowel naar boven als beneden. Dat komt ook omdat een bacterie anders werkt. Wat wij wel zien is dat Serenade in steeds meer teeltgebieden wordt ingezet. Ook vanuit de gangbare teelt is er interesse. We moeten er verder aan werken en daarbij hebben we breder ervaring nodig dan alleen blokkenproeven”, stelt Jensma.
Net als in aardappelen kan Serenade ook in peen na zaai als grondbehandeling en tijdens de teelt als contactfungicide op het loof worden ingezet. “De Serenade-bacterie wordt als in een bierbrouwerij in ketels gehouden. Daarin krijgen ze te eten en worden rustsporen gevormd. De auxines en lipopeptiden worden als bladbespuiting ingezet. Hiermee kun je de laatste twee bespuitingen in gangbare ziektebestrijding vervangen. Uiteindelijk moet dit helpen om de peenteelt verder te vergroenen. Op het proevenplatform kijkt Bayer naar de combinatie met Luna Sensation, een preventief fungicide op basis van fluopyram en trifloxystrobine. Aan het einde van de rit, als de balans qua productie bij de klembandrooier wordt opgemaakt, gaat het wel om een vitaal gezond gewas.”
Biologische tripsbestrijding
Als het gaat om tripsbestrijding in uien, dan kijkt Bayer ook nadrukkelijk naar schema’s waarin biologische middelen aan het sterke én tweezijdig systemisch insecticide Batavia wordt toegevoegd. “Wij realiseren ons dat we met alleen middelen de problemen niet oplossen. Batavia is de backbone. Die doet het gewoon heel goed. Flipper is een biologisch insecticide, die wij in het schema toevoegen. Wij voegen daarnaast Dynex toe aan de Flipper. Dit is noodzakelijk wanneer de waterkwaliteit qua hardheid te wensen over laat. Dynex bindt Calcium en Magnesium (de componenten die met name de waterhardheid bepalen), zonder dat dit invloed heeft op de pH. Daardoor blijft Flipper optimaal werkzaam.”
Phytophthora-bestrijding
Door de weersomstandigheden is phytophthora in aardappelen dit jaar weer een item. Voor het proevenplatform in Lelystad heeft Bayer de aardappelen kunstmatig geïnfecteerd. Hierdoor is er een behoorlijke druk in de onbehandelde stroken ontstaan en moeten de verschillen tussen de verschillende schema’s richting de oogst zichtbaar worden. Bayer zoekt in haar proeven naar de variatie in dosering en spuitmomenten met de fungicide InFinito (met de werkzame stoffen fluopicolide en propamocarb). “InFinito is sinds 2007 toegelaten en is inmiddels een sterk en gekend product als het gaat om blad en knolbescherming.”
Naast InFinito worden er ook diverse andere praktijkschema’s getoond. De proeven zijn gedaan met Bintje en Fontana. “We hebben voor Bintje gekozen omdat de impact van phytophthora daarin goed zichtbaar wordt. Fontana is daarentegen gewoon een groot ras.” In de zomers lieten de wekelijkse bespuitingen het effect zien. Hier en daar is er een blaadje geïnfecteerd, maar het effect van de verschillende schema’s zullen richting de oogst wel degelijk zichtbaar worden. In een jaar als dit kunnen we mooi de kracht van Infinito tonen. Dat is ook ons doel. De praktijk heeft inmiddels heel veel ervaring met phytophthora, is er scherp op en kent de producten wel. We willen InFinito onder de aandacht brengen en houden. Het is een flexibel product met ook eengeweldig goede knolbescherming.”
Proeven met RoundUp
Bayer heeft tijdens eerdere relatiedagen al aandacht geschonken aan onkruidbestrijding. De veldjes zullen begin september niet meer zichtbaar zijn. Toch zijn er nog wel interessant dingen naar voren gekomen, vertelt Jensma. “We hebben veel kunnen testen. Zo ook een proef met Roundupmet de wetenschap dat RoundUp nog altijd ingezet kan worden.”
“Als het gaat om RoundUp hebben verschillende formuleringen bekeken. In lage en hoge doseringen. Ook hebben we daarin de invloed van neerslag meegenomen. Belangrijk voor de praktijk is dat goede bruikbare etiketten beschikbaar blijven. Conclusie uit de proeven is dat de verwachte maximale etiketdoseringen na herregistratie voldoende hoog zijn voor de meeste toepassingen. Er blijft daarmee een werkbaar etiket over. Zolang dat er is, is er ook perspectief. Met Laudis OD en Monsoon Active hebben we een brede mix voor onkruidbestrijding in de mais. Diverse combinatie en mixen zijn gemaakt welke tegen een breed spectrum van gezaaide onkruiden zijn gespoten. Van aardappelopslag tot gladvingergras. Conclusie is wel dat zowel het middel als het tijdstip erg belangrijk zijn.”
Onkruid kan opbrengst kosten
Specifiek voor aardappelen is het effect van Sencor, Challenge en het nieuwe Gofor met verschillende mengpartners bekeken. “Onkruid is altijd moeilijk. Het kan opbrengst kosten en in sommige gevallen maken de onkruiden gifstoffen (doornappel) aan, waardoor de frietindustrie die partijen afkeurt. Onkruidbestrijding is daarom ontzettend belangrijk. Wat je op de proefvelden heel goed ziet, is dat de combinatie vaak erg effectief is. Gofor doet het ook uitstekend. Met twee liter Gofor is er aanzienlijk minder zwarte nachtschade, zwaluwtong en doornappel. Combineren we dit weer met Sencor of een andere herbicide dan voeg je weer een extra stof toe, waardoor het vanuit het oogpunt van resistentie ook weer beter is.” De belangstelling voor de onkruidproeven is boven verwachting. “Ook omdat de resultaten zo positief zijn, verwachten we wel een grote uitrol van Gofor.”
Ziektebestrijding in bieten
Voor de ziektebestrijding in bieten maakt Bayer gebruik van de gegevens uit een Beslissingondersteunend systeem (BOS). “We hebben verschillende schema klaar staan en zetten die in op basis van het weer en infectiedruk. Er zijn verschillende telers die met BOS werken. Het systeem geeft aan wanneer de omstandigheden optimaal zijn voor infectie. Zijn er een aantal dagen geweest met veel kans op infectie dan is een bespuiting aan te raden. Omdat alle fungiciden een betere preventieve dan curatieve werking hebben, toont het BOS-systeem zijn voordeel ten opzichte van de waarschuwingen zoals die nu worden gegeven.. Tot nu lijkt het dat wij dankzij het systeem de eerste bespuiten twee weken eerder hebben ingezet dan de eerste waarschuwing van vlekjes in het veld er waren”
De aandacht gaat in de proeven vooral uit naar het bestrijden van de bladziekte cercospora. “We zien in de praktijk momenteel veel druk en de bestrijding is lastig. Daarom is het belangrijk om niet alleen naar het middel te kijken. De vruchtwisseling moet goed zijn, niet te krap. Daarnaast kun je veel doen in de keuze voor goede rassen. Tot slot de juiste middelen in de juiste afwisseling. Dankzij sensoren in het BOS-systeem kom je steeds dichterbij het optimale spuitmoment. Deze proeven tonen aan dat een dergelijke investering zich terug betaald. Als teler maak je echt het verschil. Bovendien past het in het kader van duurzaamheid, omdat op basis van de gegevens het overslaan van een bespuiting ook makkelijker wordt.”
Maisproeven
Een interessant gezicht geeft de maisrassen. Die onder de naam Dekalb nu ook de Nederlandse markt opgaan. “Om te laten zien wat veredeling ons qua opbrengst heeft opgeleverd is er een extra veld aangelegd om de bezoekers eens wat anders te tonen.” Uiterst links is de eerste hybride uit 1940 gezaaid. De volledige lengte van het perceel was nodig voor honderd procent opbrengst. Met Landrace werd in 1980, dus in veertig jaar tijd, al flinke vooruitgang geboekt. Met twintig procent van de lengte van het perceel werd dezelfde opbrengst geboekt als het eerste hybride ras uit 1940. De nieuwste hybride DKC3218 uit 2022 heeft dan weer twintig procent van de lengte van Landrace nodig. “Dat betekent dus ook dat veel meer opbrengst van een hectare kunt halen of de grond anders kunt gebruiken. Veredeling voelt zo vanzelfsprekend, maar hier laten we fysiek zien wat het ons brengt.”
Ook ligt er in Lelystad een proef met onderzaai. Welke invloed hebben de middelen op rietzwenk, direct na het zaaien van mais en Engels raagras en Italiaans raaigras dat op kniehoogte mais wordt ondergezaaid. “We zien daar wel verschillen. Rietzwenk moet ook niet te groot worden, want dan beïnvloed het weer de groei van mais.”
Nieuwe uienrassen op proevenplatform
Uienveredelaar Seminis, onderdeel van Bayer Crop Science, heeft ook demo’s op het proevenplatform liggen met nieuwe uienrassen. Het eerste ras is Barito. Dit is de vroegste Rijnsburger in de markt. De ui kenmerkt zich door een vroege bolvorming en uniform strijken. De Barito is geschikt voor afland levering of korte bewaring (groen rooien) tot december. Shakito is geschikt voor de middellange bewaring (tot maart). Dit ras heeft een volgens Seminis een zeer goed opbrengstpotentieel gecombineerd met vroege afrijping. Daarnaast laat Shakito een goede huidkwaliteit en hardheid zien. Packito is een middenvroeg ras met donkergroen loof. Het ras heeft een hoog opbrengstpotentieel op de opdrachtige gronden.
Dankzij goede opbrengst en geschiktheid voor lange bewaring heeft Packito een hoge netto-opbrengst. Rockito is ook een middenvroeg ras dat zich onderscheidt door een sterk wortelgestel. Het ras is geschikt voor alle grondsoorten en ken een uitstekende hardheid gecombineerd met een zeer goede huidvastheid. Rockito heeft een hoge netto-opbrengst na lange bewaring (tot juni). Bossito komt kort na Rockito en is daarmee een middenlaat ras. Het ras laat doorgaans een zeer uniforme en ronde vorm vien. Bossito heeft een hoog precentage eenkernigheid en sterke spruitrust. Volgens Seminis een kwaliteitsui voor de lange bewaring. Het laatste ras SV3557ND wacht nog op toelating op de rassenlijst. Het is een vroeg afrijpend ras, dat kort na Shakito komt. Deze uit kenmerkt zich door een snelle loofontwikkeling en een sterk wortelgestel. Vroege zaai is mogelijk, waardoor die sterk is tegen schot. Het ras is voor de lange bewaring tot mei.
Tekst en beeld: Martin de Vries