De Agro- Vertrouwensindex, die sinds 2012 elk kwartaal het vertrouwen in de land- en tuinbouw meet, heeft voor het eerst ook een aparte Agro-Vertrouwensindex voor de biologische sector ontwikkeld. In samenwerking met Wageningen Economic Research is in opdracht van a.s.r. real estate de nieuwe index tot stand gekomen.
De resultaten over het eerste kwartaal van 2024 tonen aan dat biologische boeren met meer vertrouwen naar de toekomst kijken. Met de nieuwe index is beoogd meer inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen tussen biologische en niet-biologische boeren.
Duurzaamheidstransitie agrarische sector
“Voor a.s.r. real estate is de toevoeging van de nieuwe index van belang om een bijdrage te leveren aan de duurzaamheidstransitie van de agrarische sector. Helderheid en vertrouwen zijn naar hun mening belangrijke uitgangspunten om voor de lange termijn een vitale sector te behouden. Met deze index geven ze inzicht of de omstandigheden daarvoor voldoende zijn. Ze vinden het belangrijk om de duurzame productiviteit in de agrarische sector te bevorderen en het herstellen van ecosystemen te stimuleren”, aldus Sander Radix, senior researcher a.s.r. real estate.
Biologische boeren hebben veel vertrouwen
De Agro-Vertrouwensindex voor de biologische sector is over het afgelopen kwartaal uitgekomen op 15,5 punt en geeft daarmee een positiever vertrouwensbeeld dan niet-biologische boeren. Met name de verwachting naar de middellange termijn is beter, terwijl de stemmingsindex een evenwichtiger beeld laat zien.
Vertrouwen van boeren is gedaald
Verder blijkt dat het vertrouwen van boeren in het algemeen wel is gedaald. De index is met 2,5 punt gedaald ten opzichte van het vierde kwartaal van 2023. De Agro Vertrouwensindex komt hiermee op 0,4 punten uit. Dit betekent dat er nagenoeg evenveel positief als negatief gestemde ondernemers zijn. De Agro- vertrouwensindex toont aan dat het vertrouwen van vier sub-sectoren afneemt. Het gaat hierbij om de sectoren melkvee, akkerbouw, glastuinbouw en pluimveehouderij. Terwijl bij twee sub-sectoren, de varkenshouderij en biologische bedrijven, het vertrouwen juist toeneemt. Bij de opengrondtuinbouw is de verandering beperkt.
Verminderde regeldruk geeft akkerbouwers vertrouwen
Bij de akkerbouw stijgt de stemmingsindex, die de huidige situatie op het bedrijf weergeeft, maar daalde de verwachting voor de middellange termijn in de verwachtingsindex.
Akkerbouwdeskundige van Wageningen Economic Research Mark Manshanden geeft aan dat de stijging van de stemmingsindex in de akkerbouw een combinatie zal zijn van afzwakking van beleid en opbrengstprijzen “De oogst van 2023 was lastig, dit heeft letterlijk sporen (verdichting) in het veld achtergelaten, waar de akkerbouwer dit kwartaal wat mee moet. Tegelijk is er vanuit Brussel nu het signaal dat er op de rem wordt getrapt met verduurzaming. Voor veel akkerbouwers zal dit wat druk wegnemen. Met name op het gewasbeschermingsdossier zal het loslaten van de duurzaamheidsdoelen voor 2030 positief zijn ontvangen”, zegt Manshanden.
Een verklaring voor de daling van de stemmingsindex van de middellange termijn is voor Manshanden lastiger te duiden. Opbrengstprijzen zijn wat gezakt na twee uitzonderlijke jaren. Met name de tarwenotering is gedaald. Mogelijk zit de daling van de index voor de middellange termijn ook in de beperking die akkerbouwers ervaren na het tweede extreem natte voorjaar op rij. “Water wordt een steeds belangrijker punt voor de akkerbouwer. De kwaliteit, denk daarbij aan verzilting, maar ook de kwantiteit door wateroverlast en droogte. Dit zijn ook steeds belangrijkere onderwerpen in onderzoek naar bijvoorbeeld toekomstscenario’s van landbouwgebieden,” besluit Mark Manshanden.
Lage melkprijs stemt melkveehouders negatief
Bij de melkveehouderij is de Agro-Vertrouwensindex gedaald. Zowel de stemmingsindex als de vertrouwensindex daalde. Jakob Jager, onderzoeker van Wageningen Economic Research, geeft aan dat vermoedelijk de lage melkprijs en de stijging van de mestafzetkosten de belangrijkste redenen zijn voor deze daling. De melkprijs zet inmiddels wel een voorzichtige stijging in.
Door de afbouw van de derogatie verwacht Jager op korte termijn geen verandering in de hoge kosten voor afzet van dierlijke mest. Een eventuele omzetting van dierlijke mest in kunstmest (Renure) zal op korte termijn niet dermate grootschalig zijn dat deze de druk op de mestmarkt doet afnemen. “Het aanwijzen van nitraat verontreinigde gebieden (NV-gebieden) en het niet meer bemesten van bufferstroken legt extra druk op de hoeveelheid mest die moet worden afgezet,” besluit Jager.
Bron en beeld: A.S.R. real estate