De agri- en foodsector wordt in 2020 hoger gewaardeerd dan twee jaar geleden. Dit geldt voor alle sub-sectoren, behalve de varkenshouderij. Deze sector wordt hetzelfde gewaardeerd als in 2018. Dat blijkt uit de Agrifoodmonitor, uitgevoerd door Wageningen Economic Research in opdracht van Topsector Agri & Food.
De monitor laat zien wat mensen van de sectoren vinden en biedt verschillende manieren om waardering te verhogen. Zo kan het bijvoorbeeld helpen wanneer boeren en tuinders hun producten in de eigen regio aanbieden.
Boerenprotesten en COVID-19
De actuele gebeurtenissen, zoals de boerenprotesten en COVID-19, zorgen dat de waardering voor de sector anders tot stand komt. In vergelijking tot voorgaande jaren, is de economische bijdrage van de agri- en foodsector en het vertrouwen in voedselveiligheid belangrijker geworden voor de waardering van die sector.
Impact COVID-19 op waardering voedsel
COVID-19 is van invloed geweest op hoe mensen eten. Respondenten gaven aan dat ze anders zijn gaan eten. Er kwam minder varkensvlees op tafel en meer groenten en fruit. Mensen gaven aan dat ze dit doen voor hun gezondheid.
Het virus heeft ook invloed gehad op hoe burgers waarde zijn gaan hechten aan basisbehoeften zoals voedselveiligheid en stabiliteit. Ze zijn meer geïnteresseerd geraakt in waar ons voedsel vandaan komt en hoe we het produceren.
COVID-19 zorgde er ook voor dat men Nederlandse producten meer is gaan waarderen. Mensen die al gezond bezig waren zijn nog gezonder gaan eten.
Belangrijke waarden rondom voedsel
Men vindt smaak, betaalbaarheid en gezond de belangrijkste waarden bij het voedsel dat men op een gewone dag eet, belangrijker dan in voorgaande jaren. Ook de waarden veiligheid en een goed gevoel zijn belangrijker dan voorgaande jaren. Duurzaamheid blijft even belangrijk als altijd. En in vergelijking met 2018 vinden we het nog belangrijker dat voedsel uit de regio komt.
Als je nu kijkt naar die waarden en ze naast de sectoren legt zie je dat waarden als goed voor mij, goed voor mijn lijn en geeft me energie minder belangrijk zijn voor de sectoren waar dieren een rol spelen. Vers, regio, natuurlijk en milieuvriendelijk vinden we belangrijk bij tuin- en akkerbouw.
Akkerbouw het meest duurzaam
Mensen associëren bijna alle sectoren met duurzaamheid. Akkerbouw en tuinbouw vindt men het duurzaamst. Varkenshouderij, pluimvee, supermarkten en voedingsmiddelenindustrie scoren het laagst op dat vlak. Men vindt over het algemeen ook dat supermarkten en de voedingsmiddelenindustrie het minst eerlijke verkooppraktijken heeft en het minst eerlijk handel drijft.
Men vond de melkveehouderij het meest positief bezig op het gebied van dierenwelzijn. Deze sector scoorde samen met akkerbouw en tuinbouw het hoogst op rechtvaardigheid.
Mensen geven ook aan bereid te zijn meer te betalen voor duurzaam voedsel. Het gaat hier vooral om producten uit de zuivel en akkerbouw. 70,9% van de respondenten was bereid 10% meer te betalen.
Versterken van waardering
Door de fysieke en sociale afstand tot een sector kleiner te maken vergroot je waardering. Hoe dichterbij een boer of tuinder, hoe hoger de waardering bleek uit het onderzoek. Mensen die fysiek dichtbij een boer wonen hebben meer waardering voor de agri- en foodsector. Hoe meer je weet over de lokale boer en hoe meer streekproducten je in de buurt kan kopen, hoe beter.
Voedsel wordt steeds op een andere manier gewaardeerd tijdens de productie, consumptie, aankoop en bij het weggooien. Bij consumptie kan voedsel op de hoogste waardering rekenen en bij verspilling het de laagste. De kloof tussen ons en voedsel produceren wordt steeds groter, maar mensen die productie van voedsel wel al waarderen staan positiever tegenover de sectoren. Moestuinen aanleggen of boerderijen bezoeken en voedsel bij de boer of tuinder halen, zouden bijvoorbeeld kunnen helpen om de waardering van de productie nog meer te verhogen.
Bron: WUR