Het inkomen van akkerbouwers staat onder druk als voorgenomen beleid onverkort wordt ingevoerd. Van een gemiddeld jaarinkomen van een akkerbouwer van 46.333 euro dreigt volgend jaar nog maar 6.493 euro over te blijven. Dat wijst een doorrekening van BO Akkerbouw uit.
Een factsheet brengt de economische impact van de stapeling van beleidsvoorstellen in beeld voor een gemiddeld bedrijf van 75 hectare.
Opbrengstderving instellen bufferstroken
De conceptbeschikking derogatie, die de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit eind september 2022 bekendmaakte, blijkt een aanzienlijk effect te hebben op het inkomen van akkerbouwers. Berekeningen wijzen uit dat het instellen van bufferstroken van drie meter een opbrengstderving tot 16.500 euro per jaar kan betekenen, uitgaande van maximaal vier procent verlies aan productieareaal. De precieze effecten zijn afhankelijk van regio, bouwplan en bedrijfsomvang.
Kosten verruiming bouwplan
Een grote impact heeft ook de verruiming van het bouwplan, dat onderdeel is van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Het gaat dan om de verplichting van 1:4 rustgewassen in de regio’s met zand- en lössgronden. De opbrengstderving bij deze ruimere rotatie kan voor individuele akkerbouwers oplopen tot 18.750 euro per jaar – ook hier afhankelijk van regio, bouwplan en bedrijfsomvang. Bovendien heeft dit beleid aanzienlijke economische gevolgen voor verwerkende bedrijven.
Vermindering GLB-premie
Het derde beleidsvoornemen dat gevolgen heeft voor het inkomen van akkerbouwers is de invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) per 1 januari 2023. De nieuwe eco-regeling leidt naar verwachting tot een vermindering van de GLB-premie van gemiddeld 4.590 euro per akkerbouwbedrijf. Het niveau brons lijkt namelijk het maximaal haalbare voor akkerbouwbedrijven. Zilver of goud is door een gebrek aan beschikbare maatregelen nauwelijks te behalen. Naast deze beleidsvoornemens hebben ook de hogere energieprijzen en stijgende werkgeverslasten impact op de akkerbouwsector.
Bron: BO Akkerbouw