Agrariërs nemen vaker maatregelen om de biodiversiteit te vergroten. Maar wat leveren al deze inspanningen op? Daarom heeft CLM Onderzoek en Advies, in opdracht van agrarische collectieven uit Drenthe en Oost-Groningen, een methode ontwikkeld, om op eenvoudige en onderbouwde wijze biodiversiteit te bepalen.
Met 150 regiospecifieke indicatorsoorten is in korte tijd de biodiversiteit gemeten op akkerbouwbedrijven in de Veenkoloniën. Deze methode is genaamd “Agrobiodiversiteitsmonitor light” en levert een bedrijfsscore op, die ook het effect van de maatregelen op de biodiversiteit meet. Én minstens zo belangrijk; boeren horen welke soorten op hun bedrijf voorkomen. Dit motiveert en erkent hun jarenlange inzet.
Agrobiodiversiteitsmonitor light
In samenwerking met soortenexperts, heeft CLM in 2020 een soortenlijst, een rekenmodel en telprotocollen ontwikkeld. In 2021 zijn vier akkerbouwbedrijven geïnventariseerd, op 150 plant- en diersoorten, zowel boven- als ondergronds. Daarbij is gekeken naar planten, vogels, zoogdieren, insecten, wormen en amfibieën en in het lab naar microben in de bodem. Deze soorten zijn specifiek geselecteerd voor akkerbouwbedrijven in de Veenkoloniën. Per bedrijf hebben de onderzoekers dertien locaties uitgekozen, waar ze de meeste biodiversiteit verwachtten. Er is tweemaal geteld in akkerranden, percelen, slootkanten, houtige elementen en op het erf. De methode sluit zoveel mogelijk aan bij erkende telprotocollen, maar zijn toegespitst op akkerbouwbedrijven. Het rekenmodel geeft een biodiversiteitsscore per bedrijf en per soortgroep.
Biodiversiteitsscore
De resultaten laten duidelijke verschillen zien in biodiversiteitsscoren tussen bedrijven. Twee bedrijven met weinig maatregelen, scoren lager dan de bedrijven met bijvoorbeeld een akkerrand of houtsingel. Dit verschil uit zich in elk van de gemeten soortcategorieën.
Velddagen
Agrariërs, beleidsmakers en de consument willen weten hoe het gaat met de biodiversiteit op een agrarisch bedrijf. Ze willen de effecten van de bedrijfsvoering op de biodiversiteit onderbouwd in beeld kunnen brengen. Bestaande telprotocollen zijn zeer arbeidsintensief en richten zich niet op een individueel bedrijf. De methode van CLM Onderzoek en Advies is eenvoudig toepasbaar, want het vergt maar een paar velddagen per bedrijf en de soorten zijn relatief eenvoudig te herkennen.
Opschaling in 2022
Komend jaar vinden de tellingen in meer gebieden en sectoren plaats, zoals bijvoorbeeld in Drenthe, Zeeland en mogelijk in Flevoland en Groningen. Het gaat om melkveehouderijen en akkerbouwbedrijven.
Bron: CLM