Akkerbouwers kunnen een grote bijdrage leveren aan het herstel van de biodiversiteit en verdienen daarvoor waardering. De BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw helpt om prestaties op dit vlak meetbaar te maken en vormt de basis voor de beloning van die prestaties. Tijdens een symposium op dinsdag 14 februari is de officiële lancering.
Tijdens het symposium verschijnt ook de brochure over de kritische prestatie-indicatoren die aan de monitor ten grondslag liggen. Tussen 2020 en 2022 is vanuit de PPS BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw gewerkt aan de ontwikkeling van de monitor. Dat gebeurde op initiatief van BO Akkerbouw, Rabobank, Provincies Groningen en het Wereld Natuurfonds (WWF-NL), in samenwerking met Wageningen University & Research, BoerenNatuur en Louis Bolk Instituut en met medefinanciering van de Topsector Agri & Food. Het resultaat is een integrale set kritische prestatie-indicatoren waarvan wetenschappelijk onderbouwd is dat ze bijdragen aan het herstel van de biodiversiteit op en rondom akkerbouwbedrijven.
Succesvolle maatregelen
Met een set van acht kritische prestatie-indicatoren kunnen akkerbouwers hun prestaties voor biodiversiteit meetbaar maken. “Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de teelt van rustgewassen en een verhoogd aandeel natuurlijke elementen de biodiversiteit sterk verbeteren”, vertelt Matthé Elema, voorzitter van de stuurgroep. “Alle succesvolle maatregelen hebben we uitgebreid beschreven in een brochure, inclusief onderbouwing, berekeningssystematiek en databron voor de berekening per indicator.”
De brochure is gepresenteerd op dinsdag 14 februari 2023. Dit gebeurt tijdens een symposium in Woerden waar de BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw officieel is gelanceerd. Ook is besproken hoe de monitor in de praktijk wordt gebracht en welke ontwikkelpunten er nog zijn.
Breed gedragen instrument
Voor de ontwikkeling van de BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw en de uitrol in de praktijk geldt een aantal uitgangspunten. “Belangrijk is dat de monitor een breed gedragen instrument is om de inzet van de akkerbouw voor biodiversiteitsherstel in Nederland inzichtelijk te maken en te waarderen”, vertelt Elema. “Daarbij moet er oog zijn voor regionale afstemming van de kritische prestatie-indicatoren op drempel- en streefwaarden. Ook hebben akkerbouwers handelingsperspectief nodig. Zij moeten zich kunnen verbeteren in de score op de integrale set indicatoren.”
Tot slot benadrukt Elema dat de BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw gebaseerd is op minimale lasten voor telers, betrouwbaarheid voor gebruikers als basis voor beloning en respect voor de datapositie van telers. Ook moet de monitor aansluiten bij het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). “We hopen dat deze set van kritische prestatie-indicatoren er mede voor zorgt dat er geen wildgroei van indicatoren ontstaat. Deze set is wetenschappelijk onderbouwd en wordt breed gedragen door alle partijen.”
Bron: BO Akkerbouw