De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) heeft kennis genomen van het mestplan van LTO, NAJK, NZO en De Natuurweide. Als belangenbehartiger voor de pure akkerbouwbelangen laten zij standpunten over eventuele krimp van de veestapel aan de collega’s in de dierlijke sectoren. De NAV wil er echter wel voor waken, dat de akkerbouw niet opdraait voor de gevolgen van het afschaffen van een derogatie die de akkerbouw nooit heeft gehad.
Bij het langzaam in plaats van per direct afbouwen van de derogatie vanaf 2023 heeft vooral de akkerbouw de prijs betaald. Immers, voor de langzame afbouw werden tegenprestaties geëist door Brussel.
Bufferzones
Eén van deze maatregelen is de landelijke invoering van bufferzones langs waterlopen waar geen mest en gewasbeschermingsmiddelen mogen zijn toegepast. In de akkerbouw heeft dit veel grotere gevolgen voor het bedrijfsresultaat dan in de melkveehouderij, waar de koeien immers gewoon op de bufferstroken mogen grazen. In de akkerbouw betekenen de bufferstroken een direct verlies van beteelbaar oppervlak tot vier procent, terwijl volgens het Addendum in een aantal grote akkerbouwgebieden er geen opgave is en de effectiviteit van bufferstroken op gedraineerde kleigrond sowieso al twijfelachtig is.
Generieke bufferzones Natura 2000-gebieden
Ook het aanwijzen van generieke bufferzones rondom álle Natura2000 gebieden in plaats van alleen de stikstofgevoelige is door de Kamer gesteund uit angst om de derogatie per direct kwijt te raken. De aanwijzing van NV-gebieden is dan ook een tegenprestatie voor langzame afbouw van de derogatie en raakt de akkerbouw sterk, terwijl wij er niet iets voor terugkrijgen zoals de melkveehouderij, aldus de NAV.
Indien bij uitvoering van het mestplan van genoemde partijen ook tegenprestaties zijn gevraagd door Brussel om een overgangsregeling te krijgen is de angst van de NAV dat deze tegenprestaties wederom voornamelijk door de akkerbouw geleverd zullen moeten zijn. Dat is niet in het belang van de akkerbouw en de gewenste transitie naar meer plantaardig.
Herstel fosfaatnorm geeft acuut meer mestplaatsingsruimte
De NAV heeft wel aan minister Adema een andere suggestie gedaan om het acute mestprobleem te helpen oplossen. In de akkerbouw is 170 kg/ha N uit dierlijke mest de maximale hoeveelheid. Echter, door de beperkte P-ruimte halen veel akkerbouwers dat niet, omdat de P-ruimte vol zit voordat de max. N-ruimte uit mest is bereikt. De P-ruimte is recent bij het invoeren van de nieuwe fosfaatindicator in veel gebieden sterk afgenomen, ondanks toezeggingen van toenmalig minister Schouten dat overgang naar een nieuwe indicator geen effect zou hebben op de P-ruimte.
Momenteel is de P-norm voor veel gewassen op met name kleigronden te laag en vindt uitmijning van de grond plaats. In deze gebieden zou de P-ruimte kunnen zijn vergroot, waardoor er ook direct meer ruimte komt om dierlijke mest te plaatsen. In de meeste akkerbouwgebieden zijn er overigens nauwelijks problemen met N en P in het water. De NAV ziet ook, dat waar P in het oppervlaktewater een probleem is, dit hoofdzakelijk is veroorzaakt door zoute kwel. De NAV wil daarom graag bovenstaande oplossing onder de aandacht brengen.
Bron: NAV