Akkerranden spelen een steeds belangrijkere rol in de landbouw. Ze dragen bij aan natuurlijke plaagbeheersing, bevorderen bestuiving en kunnen helpen de inzet van chemische middelen te verminderen.
Maar het aanleggen en beheren van akkerranden brengt ook vragen en uitdagingen met zich mee. Hoe benut je akkerranden optimaal, en hoe voorkom je dat onkruiden of plagen juist problemen veroorzaken?
Tijdens een recent webinar gingen een onderzoeker en ervaringsdeskundigen in op deze vragen. Theorie en praktijk kwamen samen, met veel aandacht voor concrete ervaringen op het veld. Daarbij is ook regelmatig verwezen naar GroenWijzer: een digitaal hulpmiddel dat agrarische ondernemers ondersteunt bij het maken van keuzes rondom natuurlijke plaagbeheersing.
Bekijk het webinar via deze link
Theorie en praktijk: wat werkt wél?
Een van de besproken onderwerpen was de effectafstand van akkerranden. Tot wel 70 tot 100 meter vanaf een bloeiende akkerrand zijn effecten zichtbaar op de gewasgezondheid. Zo blijken zweefvliegen, die zijn aangetrokken door bloemenranden, effectief in het bestrijden van trips in uien.
Ook is stilgestaan bij het beheer van ongewenste kruiden. Wilde klaprozen blijken zich minder snel hardnekkig uit te zaaien dan gecultiveerde varianten. En bij slakkenproblemen kan er deels gestuurd zijn via de samenstelling van het mengsel: soorten als facelia en borage zijn minder aantrekkelijk. In sommige situaties biedt extra beheer een uitkomst, zoals het zwart maken van randen in de winter.
GroenWijzer vind je via deze link
Omgaan met weersextremen en kosten
Het aanleggen van akkerranden vraagt een goed moment en de juiste omstandigheden. Zeker in natte jaren kan dit lastig zijn. Meerjarige randen kunnen hier uitkomst bieden, omdat ze al in het najaar kunnen worden ingezaaid en niet elk jaar opnieuw hoeven te worden aangelegd.
Ook de kosten kwamen aan bod. Door de waarde van akkerranden toe te schrijven aan de cashcrop – bijvoorbeeld minder gewasbeschermingsmiddelen – wordt het rendement duidelijker. Bovendien is er via agrarische natuurverenigingen vaak subsidie beschikbaar voor de aanleg en het beheer van akkerranden.
Veelgestelde vragen over akkerranden
Hieronder een antwoord op de meest gestelde vragen over akkerranden.
Hoever rijkt het effect van de akkerrand?
Tot zo’n 70 tot 100 meter vanaf een bloeiende rand is effect merkbaar op plaagdruk, bijvoorbeeld bij bladluizen of trips.
Welke planten gebruikt Klaas in zijn uienperceel?
Klaas werkt met bloemenranden in zijn uienperceel om zweefvliegen te stimuleren. Mengsels met boekweit, korenbloem, facelia en gerst bleken het meest effectief. Hij gebruikt nu een FAB-mengsel via de Agrarische Natuurvereniging.
Hoe voorkom je dat klaproos zich te veel uitzaait?
De wilde variant zaait zich niet blijvend uit en is eenvoudig te verwijderen. De gecultiveerde variant kan zich wel jaarlijks blijven verspreiden.
Kun je slakkenoverlast voorkomen met bepaalde planten?
Slakken mijden soorten als facelia en borage. Toch blijft beheer nodig. Sommige boeren maken hun akkerrand ’s winters zwart om schade te beperken.
Worden er nog meer gewassen toegevoegd aan GroenWijzer?
GroenWijzer richt zich nu op zes gewassen. Er is een duidelijke wens om dit verder uit te breiden in een vervolgproject.
Wat te doen bij extreme weersomstandigheden?
Bij twijfel is het beter om later en zorgvuldiger te zaaien. Meerjarige randen zijn minder afhankelijk van het voorjaar en bieden meer flexibiliteit.
Hoe houd je de kosten in de hand?
Zie de akkerrand als investering in je gewas. Minder spuiten betekent lagere kosten. Daarnaast is er vaak subsidie beschikbaar via natuurverenigingen.
Meer weten of zelf aan de slag?
Wil je meer weten over het aanleggen van akkerranden of natuurlijke plaagbeheersing? Op www.groenwijzer.nu vind je praktische informatie, mengsels en advies. Heb je plannen voor een project of wil je sparren over de mogelijkheden op jouw bedrijf? Neem contact op met Team GroenWijzer of een van de projectpartners. Ze denken graag met je mee.
Bron: LTO Noord