De Britse overheid stelt bepaalde eisen aan de import van dierlijke en plantaardige producten uit. Verplichte gezondheidsdocumenten voor dierlijke producten (veterinaire certificaten) zijn nu verplicht per 1 oktober in plaats van 1 april.
Zogenaamde pre-notificatie is ook verplicht per 1 oktober. Voor plantaardige producten geldt de certificeringsverplichting per 1 januari 2022. Voor plantmateriaal en levend vee gold al een verplichte certificering. Volledige inspecties bij de grensposten vinden plaats vanaf 1 januari 2022 in plaats van per 1 juli aanstaande. Pas vanaf maart 2022 is er sprake van fysieke controles.
Economisch herstel
Geruchten over dit uitstel deden al enkele dagen de ronde. De mededeling door de Britse minister van Brexitzaken, Michael Gove, wordt door velen met opluchting ontvangen. Alom was er twijfel of de certificaten en de benodigde ICT vóór 1 april beschikbaar zouden zijn. Het Britse bedrijfsleven drong aan op meer voorbereidingstijd. Kennelijk moeten de eerste stenen van de inspectiekantoren in de Britse havens ook nog gelegd worden. David Frost, de Britse minister voor internationale handel, zegt in een verklaring dat hij hoopt dat het uitstel helpt bij het economisch herstel na de coronapandemie.
Grote belangen landbouw
De Nederlandse land- en tuinbouw heeft grote belangen bij de afzet in Groot-Brittannië: in 2020 had die export een geschatte waarde van 8,4 miljard euro. Het betreft vooral groenten en fruit, vleesproducten, sierteeltproducten, zuivel, pootgoed, suiker en zaden. Veel producten zijn ‘samengesteld’ en soms is er sprake van doorvoer, al dan niet na bewerking. Dat maakt het erg ingewikkeld.
Verplichte certificering
Voor plantmateriaal en levend vee geldt al een verplichte certificering, dus daar verandert niets. Voor de overige producten geldt dat de voorbereidingen voor certificering en inspecties wel door moeten gaan. Ook al worden de woorden ‘Brexit’ en ‘uitstel’ vaak in dezelfde zin gebruikt, de situatie blijft niet zoals nu.
Pootgoed is speciaal geval
Een speciaal geval is de handel in aardappelpootgoed. Op dit moment mag Groot-Brittannië (GB) niet exporteren naar de EU omdat het kiest voor een model van ‘dynamic allignment’ met de Europese regels. De EU kan tot 1 juli wel naar GB exporteren. LTO, National Farmers’ Union en hun Europese organisatie COPA-COGECA hebben er bij de Europese Commissie op aangedrongen om de handel in pootgoed gaande te houden.
Pootgoed is besteld en staat gereed om gepoot te worden. Akkerbouwers en hun coöperaties moeten weten waar ze aan toe zijn. Tot nu toe zijn de signalen vanuit de Europese Commissie niet bemoedigend. Het Brexit-akkoord kent een arbitrage mechanisme voor handelsconflict, maar het is maar de vraag hoe dat in de praktijk uitpakt.
Noord-Ierland
De politieke spanningen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK) lopen op doordat de Britten de afspraken over Noord-Ierland eenzijdig en kennelijk zonder afstemming met Brussel hebben opgeschort. De ruzie over vaccinnationalisme (corona) helpt daar helemaal niet bij. De Britse regering controleert nu bepaalde voedselproducten niet die van Groot-Brittannië naar Noord-Ierland gaan. Daarmee staat de achterdeur naar de Europese interne markt open, want de afspraak is dat er geen controles komen aan de landgrens tussen Noord-Ierland en de Ierse republiek.
Noord-Ierland is nog onderdeel van de Europese gedeelde markt voor goederen en de Europese douane-unie. Dat leidt tot een grens in de Ierse Zee, zodat Noord-Ierland feitelijk afgescheiden is van de rest van het Verenigd Koninkrijk. Deze kwestie ligt erg gevoelig en dat kan gaan escaleren, met alle gevolgen voor de handel van dien.
Bron: LTO Nederland