Het pilotproject ‘Akker van de Toekomst’ van de stichting Future Food Production is afgelopen dinsdag in de Noordoostpolder aan belangstellenden gepresenteerd. Akkerbouwer en projectleider Digni van den Dries gaf de doelstelling van het project als volgt weer. ”Het realiseren van een verregaande vorm van kringlooplandbouw met extra aandacht voor natuurinclusiviteit. Natuurlijk is landbouw geen natuur, maar we kunnen op dat gebied wel beter acteren”, vindt hij.
De kiem voor het project is vorig jaar gelegd; en met de eerste ervaringen is men nu het tweede jaar ingegaan. Van den Dries legt uit hoe men een reeks van maatschappelijke doelstellingen wil bereiken. Als eerste wil men de afhankelijkheid van externe input drastisch verminderen, denk hierbij aan chemie, kunstmest, fossiele brandstoffen en water. Dit houdt echter niet in dat biologische landbouw beoogd is. Maar wel heeft men in deze vorm al tot 90 procent op de inzet van gewasbeschermingsmiddelen weten te besparen. Als tweede streeft het project een natuurvriendelijke bedrijfsvoering na. En tenslotte moet het voldoende rendabel zijn; want als het niet rendabel is wordt het nooit een acceptabel systeem, aldus de projectleider.
Onbereden grond
Hoe men dit in de praktijk in wil vullen was dinsdag te zien op een twee hectare groot perceel nabij het dorp Ens. Men teelt de gewassen op drie meter brede stroken of bedden met rijpaden. Zo groeien de gewassen op onbereden grond. Men teelt de gewassen in een één op vijf rotatie met twee maaivruchten, met pootaardappelen, uien, rode bieten, gerst en tuinbonen. Om zo dicht mogelijk bij de gebruikelijke gewassen van de omgeving aan te sluiten had men in plaats van rode bieten graag suikerbieten willen telen, maar de beoogde mechanisatie voor de oogst ervan moet nog gebouwd worden.
Lichte machines
Verder is er bij deze manier van telen gebruik gemaakt van lichte machines, waaronder een werktuigendrager met een spoorbreedte van ruim drie meter. Hiermee kan men verschillende werkzaamheden uitvoeren, zoals spuiten, kunstmest toedienen, schoffelen, en dergelijke. Deze zogenaamde ‘Lasting Fields’ systeemtrekker is ontwikkeld door de firma Steverink in Tollebeek.
Unieke ploeg ontwikkeld
Een onderdeel van het systeem is dat men de grond zo lang mogelijk groen probeert te houden om zo goed mogelijk het bodemleven te voeden. In de praktijk betekent dat inzaai van groenbemesters of volggewas meteen na de oogst van het hoofdgewas en het zo laat mogelijk ploegen voor het hoofdgewas. Nu was ploegen op een drie meter beddenteelt op zich al een uitdaging; maar daar heeft dezelfde firma Steverink een unieke ploeg voor ontwikkeld die in één keer een dubbele openingsvoor in het midden trekt en de uitgeploegde grond weer in de twee eindvoren achter de machine legt.
Tekst en beeld: Hendrik Begeman