Gunstige prijsontwikkeling in de land- en tuinbouw verstevigt de financiële weerbaarheid van Nederlandse land- en tuinbouwbedrijven. Dierlijke sectoren profiteren het meest van opwaartse prijsdruk als gevolg van een krappe markt. ABN AMRO verwacht dat landbouwprijzen hoog blijven.
Geen overbodige luxe, want ook de kosten zijn flink gestegen. Bovendien blijft voor veel ondernemers de toekomst onzeker doordat Nederland nog steeds niet van het stikstofslot af is. Dat zet een stevige rem op bedrijfsontwikkeling en verduurzaming in de landbouw.
Terugblik akkerbouw 2024
Door het natte voorjaar ontstond vertraging bij het zaaien en poten. Ondanks een matige zomer herstelden de opbrengsten van hoog salderende gewassen zoals aardappelen en uien toch nog redelijk, al daalde de meeste gewasprijzen licht. Suikerbieten beleefden een teleurstellend jaar door natte omstandigheden en de lage suikerprijs. De graanmarkt bleef volatiel door internationale spanningen, hoewel de tarweprijs eind 2024 herstelde. Biologische teelten beleefden een licht herstel, dankzij de stabilisatie van niet-biologische productprijzen.
De kosten voor onder andere kunstmest stabiliseerden in 2024, maar liggen nog altijd hoog. Wageningen University & Research raamt het inkomen voor akkerbouwers op 89.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Dit is een daling ten opzichte van het voorgaande jaar, maar 6.000 euro boven het gemiddelde over de afgelopen vijf jaar.
Vooruitblik 2025
Gezien het droge voorjaar is de zaai- en pootdatum naar voren gehaald. Akkerbouwers zijn bovendien al vroeg begonnen met beregening om te zorgen dat zaden ontkiemen. De productiecapaciteit van aardappelverwerkers in Europa is de afgelopen jaren verder uitgebreid. De vraag naar aardappelen, met name frites, is daardoor hoog. Dit heeft een gunstig effect op de prijs van aardappelen. Na enkele mindere jaren lijken ook tafelaardappelen en pootaardappelen hiervan te profiteren. Ondanks de lichte daling in de aardappelprijs in het begin van 2025 verwachten ze dat de prijs de rest van het jaar aantrekkelijk blijft.
Het uienareaal neemt in 2025 naar verwachting af door een tekort aan zaad, wat de prijzen kan opdrijven. De eerste signalen duiden op een goed jaar voor de ui, want het exportvolume behoort tot de beste drie jaren ooit.
Stabilisatie van de akkerbouw
Over het algeheel verwacht ABN AMRO voor 2025 een verdere stabilisatie van de akkerbouw, met prijzen die zich naar normale niveaus bewegen. Kosten blijven beperkt stijgen, voornamelijk door hogere arbeidskosten en strengere regelgeving. De liquiditeitspositie van bedrijven zal naar verwachting gematigd verbeteren.
Lange termijn
De Nederlandse akkerbouw speelt een belangrijke rol in de toekomst van ons plantaardig voedselaanbod alsmede in de transitie naar een circulaire, fossielvrije samenleving (biobased materiaal en biofuels) en een vitaal platteland. Op basis van de sterke samenwerking binnen de keten – veredeling, teelt, handel en verwerking – draagt de akkerbouw bij aan oplossingen voor deze maatschappelijke opgaven. De Branche Organisatie Akkerbouw ziet daarvoor de volgende zeven richtingen voor perspectief: duurzaam voedsel, biobased materialen, eiwittransitie, groene energie, biodiversiteit & landschap, circulaire samenleving en klimaatbestendige omgeving.
Klimaatverandering
De subsector staat voor een flinke opgave. Door klimaatverandering en weersextremen nemen de risico’s op misoogsten en plagen toe. De akkerbouw zal vanuit maatschappelijke druk gevraagd worden om een volgende stap te zetten naar een duurzamer landbouwsysteem door onder andere minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, verbetering van de waterkwaliteit en meer aandacht voor het bodemleven. Tegelijkertijd dient de Nederlandse akkerbouw een voorsprong zien te behouden op mondiale concurrentie.
Met onze akkerbouwbedrijven, het sterke cluster van technische kennis en innovatieve productiemiddelen, onderwijs en ondernemerschap is dat mogelijk. Het toekomstige verdienmodel moet nog verder worden uitgewerkt en is de sleutel tot veranderingsgezindheid. Grond en productiemiddelen worden steeds duurder. Transitie betekent vaak in eerste instantie een financiële terugslag en daarvoor is nu veelal geen ruimte. Deze ruimte kan alsnog gecreëerd worden door inspanningen van alle betrokkenen: handel, retail, veredelaars, consumenten, overheid en financiers.
Bron: ABN AMRO