Het uitzonderlijk natte voorjaar van 2024 heeft aanzienlijke gevolgen voor boeren en tuinders door het hele land. Door de overvloedige regen is het zaaien, planten en poten van gewassen op veel plaatsen ernstig vertraagd. Telers die erin geslaagd zijn hun gewassen in de grond te krijgen, worden geconfronteerd met aanzienlijke schade door de aanhoudende neerslag.
Daarom roept LTO het ministerie op om te stoppen met generieke maatregelen en kalenderlandbouw. Weersextremen vragen om flexibiliteit bij het 7e APN en de eco-regeling van het GLB. Bij extreem weer, zoals veel regen, is er namelijk sprake van overmacht.
Weersextremen nemen toe
Dit voorjaar laat opnieuw zien dat weersextremen toenemen. Dit vraagt om flexibiliteit en niet om generieke maatregelen, die voorschrijven wanneer gewassen de grond uit moeten. Voorgaande jaren zaten de meeste aardappelen voor 1 mei in de grond, maar nu moet er nog veel werk verzet zijn. De deadline voor het oogsten, de zogenaamde 1-oktoberregel, staat echter nog steeds. Als een boer of tuinder in het voorjaar is getroffen door extreem weer, krijgt hij in het najaar de deksel op zijn neus door het huidige beleid. Het weer laat zich niet voorspellen en de kalenderlandbouw zal de landbouw weer parten spelen.
Zorgwekkende situatie
Tineke de vries, vakgroepvoorzitter van LTO Akkerbouw en Vollegrondsgroente: “De situatie is enorm zorgwekkend. Veel akkerbouwers en telers hebben hun gebruikelijke voorjaarswerkzaamheden nog niet afgerond. De gewassen die geplant zijn, staan vaak onder water of zijn beschadigd door de hevige regen. Dit heeft niet alleen invloed op de verwachte opbrengsten, maar ook op de financiële stabiliteit van onze boeren en tuinders.”
Inzet LTO
Op korte termijn gaat LTO in gesprek met het ministerie van LNV over de ontstane problemen. Onze inzet is het vergroten van de toegankelijkheid van de brede weersverzekering. Daarnaast wil LTO dat het Rijk een fiscale faciliteit mogelijk maakt waardoor telers fiscaal gunstig een liquide reserve op kunnen bouwen voor tijden van tegenslag.
Daarnaast roept LTO het ministerie op om te stoppen met generieke maatregelen. Weersextremen vragen om flexibiliteit bij het 7e APN en de eco-regeling van het GLB. Bij extreem weer is er namelijk sprake van overmacht. Wat betreft het GLB bied de Europese Commissie lidstaten zelfs de mogelijkheid om GLB voorwaarden op regionaal niveau te versoepelen als gevolg van extreme weersomstandigheden. LTO verzoekt LNV en RVO met klem om deze geboden flexibiliteit dan ook te benutten.
Joris Baecke: ‘’Het water staat boeren en tuinders letterlijk en figuurlijk aan de lippen. De overheid moet meer flexibiliteit bieden en stoppen met generieke maatregelen die geen rekening houdt met de praktijk en de realiteit op het boerenerf. De praktijk en het weer laten zich nou eenmaal niet sturen door opgelegde deadlines vanuit de overheid.’’
Beroep op overmacht GLB
LTO adviseert leden daarnaast om wat betreft het GLB een beroep te doen op overmacht. Doordat de Gecombineerde Opgave op 17 mei gesloten is, kunnen boeren en tuinders enkel nog gewassen wijzigen en eco-activiteiten intrekken. Als boeren en tuinders aan zien komen dat hetgeen is opgegeven in de gecombineerde opgave niet gerealiseerd kan worden, wordt aangeraden om het overmachtsformulier in te vullen en samen met bewijsmateriaal (foto’s, neerslaggegevens) naar RVO te sturen. Dit is met name van belang bij controles, omdat boeren en tuinders bij een controle kunnen verwijzen naar de melding en eventueel aangeleverd bewijsmateriaal kunnen gebruiken om de overmacht aan te tonen.
Bekijk de video
Bron: LTO Nederland