De basis van een effectieve bespuiting ligt in fijne druppels. Dat is de overtuiging die achter het concept Wingssprayer ligt. Uiteindelijk gaat het er om dat spuitvloeistof de afstand tussen dop en plant overbrugt. Een fijne druppel dringt uiteindelijk dieper in het gewas door. Wingssprayer maakt gebruik van de rijwind. De vleugels zorgen voor een neerwaartse luchtstroom waardoor de spuitdruppels direct in het gewas worden geleid. “Het moeilijkste is om de werking zo simpel mogelijk te houden.
Het concept is helder. De Wingssprayer ontleent zijn werking namelijk aan de specifieke wijze waarop twee vleugels de rijwind geleiden. Daar kent de werking zijn oorsprong en daarmee heeft het alom bekendheid verworven. Het voorste blad creëert een luchtbuffer en beweging in het gewas. Het tweede dwingt de lucht en spuitnevel omlaag het gewas in, waardoor er nauwelijks drift ontstaat.
Wingsprayer concept
Op jaarbasis verlaten inmiddels rond de honderd spuitbomen, voorzien van een Wingssprayer de zevenhonderd vierkante meter grote productiehal in Nederweert. Een nieuwe locatie waar het familiebedrijf zo’n anderhalf jaar geleden zijn intrek deed. Volgens John en Harrie Hoeben is er voor het Wingssprayer-concept nog een wereld te winnen. De goedkeuring voor de allerhoogste driftreductieklasse moet deuren in de duurzame landbouw nog verder openen.
“En we zijn continu bezig met het verbeteren van het concept”, vertelt bedrijfsleider John Hoeben, “We hebben de afgelopen tijd bijvoorbeeld veel tijd geïnvesteerd in het lichter maken van de constructie. Dat is wel het grote voordeel van metaalbewerking in eigen huis.” Alle hoekjes, zowel op de stalen als de kunststofdelen, zijn nu radius gemaakt, wat meteen materiaal scheelt en veiliger is in gebruik. “Door de plaatbewerking kunnen we de opstulpen van de ophangkokers tot 2,5 millimeter bewerken. Door een opstaande rand hebben we een groter draagvlak voor de bewegende delen. Het is bovendien lichter, wat het doel was. Zelfs door het uitsnijden van ons logo besparen we gewicht. Uiteindelijk is het ons zo gelukt om de constructie een halve kilo per strekkende meter lichter te maken.”
Het zijn volgens John Hoeben de kleine verbeteringen waar altijd naar wordt gezocht. Wingssprayer heeft daarvoor de beschikking over een Trumph pons/lasercombinatie. “De Mercedes van plaatbewerking”, aldus Hoeben, “En bovendien één van de weinige machines die zowel rvs als kunststofmateriaal kan bewerken.” Zetten, kanten, lassen en ontbramen van rvs-delen. Alles wordt in Nederweert gedaan. “En alles volgens een LEAN-bouwproces, waarbij de onderdelen volgens een logische routing op een kar door de productiehal gaan.”
Loonspuiten
De oorsprong van de Wingssprayer ligt feitelijk in het loonspuiten. Vader Harrie Hoeben hielp op het ouderlijk bedrijf al op jonge leeftijd mee om spuitmiddelen klaar te zetten. “In het fruit heb ik het spuiten echt geleerd. Altijd volgens het principe van fijne druppels en veel lucht”, vertelt Harrie Hoeben. Op z’n 23ste begon hij met het verbouwen van asperge, kool en prei. Een jaar later werd hij door loonwerker Gerrit Zonnemans benaderd om met een Unimog spuitwerkzaamheden uit te voeren. “In de omgeving waren een stuk of veertien loonwerkers, maar het spuitwerk hing er altijd wat bij. Daarom ging het ook vaak mis. Spuitwerk werd ongedopt of zonder ervaring uitgevoerd. Zodoende mocht ik bij veel klanten de probleemgevallen oplossen.”
Met bestuurlijke ervaring in landelijke vakorganisaties raakte Hoeben veel in contact met overheden, die steeds meer op het pad van driftreductie en het ontlasten van milieu zaten. Ook vanuit de achterban met loonwerkers werd duidelijk dat de spuitwereld in beweging was. “Met het oog op milieubelasting zette men in op grote druppels. Die waaien immers niet weg. In mijn ogen span je dan echter wel het paard achter de wagen. Uit mijn ervaring blijkt dat juist fijne druppels verrekte goed werken. Je bent zomaar veertig tot vijftig procent minder middel nodig en de bespuiting is veel effectiever. Omdat ik er alles van wist, diende ik een projectvoorstel in bij ZLTO om een techniek te ontwikkelen, die een verbetering was met het oog op de milieubelasting, maar ook beter voor de boer.”
Zweedse Släpduk-spuitsysteem
Voor het voorstel van Hoeben werd financiering gevonden. In een projectgroep is in elf deelprojecten gezocht naar de meest effectieve technieken. Het Zweedse Släpduk-spuitsysteem kwam uiteindelijk als beste uit de bus. In maart 2004 werd het projectvoorstel afgerond en deed Hoeben een stap terug, om importeur te kunnen worden van de techniek. “Dat ging goed. We hadden best wat verkopen en de reacties van de boeren waren louter positief.” Toch bleek er in de loop van de tijd wel wat aan de techniek te schorten. Met het Zweedse concept wordt door een doek het gewas geopend. De rvs beugels bleken los te trillen door de aanraking met het gewas. “Bewoog het doek, dan de dop ook. Soms spoot die gewoon de lucht in. Dat wil je met het oog op drift niet en dat is ook de reden dat het concept uiteindelijk is afgekeurd.”
Voor de technische problemen is Hoeben aantal keren in Zweden geweest. “De laatste keer was de eigenaar niet thuis en kom je tot de ontdekking dat de problemen achter de Zweedse deuren nog veel groter zijn.” Hoeben is daarom zelf gaan zoeken naar de oplossing van het probleem. Omdat het sleepdoeksysteem gepatenteerd moest hij tegelijk zoeken naar een manier om het patent te omzeilen. “Uiteindelijk zoek je naar een concept waarbij de beweging op de grond en het gewas niet van invloed is op de bespuiting. Dat is gelukt en daarmee hebben we nu een systeem dat op alle merken kan worden opgebouwd.”
Ondanks de overtuiging van de werking, ging het opbouwen van Wingssprayer met horten en stoten. Hoeben vond het lastig om afstand te nemen van de negatieve reclame rondom het ‘oude’ sleepdoeksysteem. Het duurde daarom een poos voordat de eerste exemplaren op de markt kwamen. In 2011 werden er twee gebouwd voor potentiële gebruikers. Met hun feedback werd er doorgebouwd om een jaar later verder op te schalen. “Maar juist in die periode stonden de prijzen in aardappelen en uien flink onder druk. Ik had er zeven verkocht, maar er ging geen één door.”
Doorontwikkeling
Hoeben deed in 2013 een nieuwe poging om Wingssprayer goed in de markt te zetten. Op een paar kleine punten werden verbeteringen doorgevoerd. “Het principe is hetzelfde, maar de constructie is zo degelijk dat we er tien jaar garantie op kunnen geven.” Het doorontwikkelen vindt nog altijd praktisch ieder jaar plaats. “Nu zijn de scherpe hoeken er af. Letterlijk”, stelt John Hoeben, “Vooral in het buitenland wordt gevraagd naar een ‘handvriendelijk’ product, met het oog op arbeidsveiligheid.”
De basis is echter nog altijd het spuiten met fijne doppen. “Al in 2012 konden we een driftreductie van 99,8 procent realiseren.” Harrie Hoeben haakt er op in. “Grote druppels rollen makkelijk van het blad af. Dat wil een boer niet, maar die wordt door wet- en regelgeving er wel vaak toe gedwongen.” Bewust is er gekozen voor plaatmateriaal gebaseerd op thermoplastisch carbon, dat in tegenstelling tot thermohardend carbon, soepel is. “Je kunt het blijven buigen en trillen, maar het gaat niet kapot. De verende werking zit in de plaat zelf”, aldus John Hoeben. De overige onderdelen zijn vervaardig uit edelstaal 316 (rvs).
Volgens vader en zoon Hoeben is het lastigste om het concept eenvoudig te houden. Tegelijkertijd is dat wel de belangrijkste voorwaarde. Er komt in ieder geval natuurkunde bij kijken. Met de aerodynamische ‘vleugels’ of ‘spoilers’ wordt de luchtstroom uit de rijrichting gebruikt om met fijne druppels het gewas meer te bedekken en het middel in het gewas te drukken. De laatste ontwikkelingen zitten dus in het compacter en lichter maken van de constructie, maar ook de stap van enkele naar dubbele doppen. “Ook de uitstraling is compleet veranderd. Er zit nu een achterplaat op die luchtstroom nog meer naar beneden geleidt. Ook hebben we de ‘Wingtip’ gerealiseerd. Een afdekking voor de uiteinden, die er voor zorgen dat de druppels weer terug naar het land gaan.”
Werkbreedtes van 3 tot 52 meter
Wingssprayer wordt aangebracht in een werkbreedtes van minimaal 3 tot maximaal 52 meter. De spuitbomen van veertig meter zijn volgens John Hoeben ‘de hardlopers’. “In negentig procent van de gevallen gaat het hier om zelfrijdende veldspuiten. Deze uitvoering is betaalbaar en behapbaar. De gebruikers zijn laaiend enthousiast.”
De nieuwe productiehal in een nieuw hoofdstuk dat aan het Wingssprayer-boek is toegevoegd. Van de werkplaats naar een ‘visitekaartje’ op een bedrijventerrein in Nederweert. “Dat Wingssprayer nu in de allerhoogste driftreductieklasse wordt ingeschaald, is voor ons een erkenning en bevestiging. Wij hebben hier nu alles in huis om kwaliteit te garanderen en snel te reageren als de klant daar om vraagt. We hebben een ruim magazijn waardoor er geen stilstand is door onderdelenlevering van een toeleverancier. Aan de hand van een ERP-systeem beheren we de orders en vullen het voorraadsysteem aan om de doorlooptijden te verkorten. We zijn klaar voor de toekomst.”
Dit betreft een artikel uit onze Akkerbouwkrant. De Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat?
Tekst en beeld: Martin de Vries